Skip to main content
Top

2000 | Boek

Preventieve tandheelkunde

Op weg naar een doelmatige aanpak

Redacteuren: C. van Loveren, G. A. van der Weijden

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit boek geeft naast achtergronden en basisadviezen, aanknopingspunten om een individueel preventieprogramma op te stellen voor iedere patiënt aan wie uitvoering van het basisadvies zelfs na optimalisering onvoldoende bescherming biedt.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Preventie van tand- en mondziekten
Samenvatting
De voedselvertering begint al in de mond. Daar moet het voedsel worden verkleind en goed met speeksel worden vermengd, zodat in de maag en in de darmen de fermenten het voedsel zo doeltreffend mogelijk kunnen voorbereiden voor de eigenlijke opname door de darm. Daarom is het goed functioneren van het gebit een voorwaarde voor een optimale spijsvertering. Een goede voeding en dus ook een goede spijsvertering is vanzelfsprekend voor iedereen van groot belang.
B. Houwink
2. Epidemiologie
Samenvatting
Epidemiologie betekent letterlijk ‘kennis over de verbreiding van ziekten in de bevolking’. Anders dan de associatie met het woord epidemie zou kunnen doen vermoeden, heeft epidemiologisch onderzoek niet alleen betrekking op besmettelijke ziekten. Ook de frequentie van ziekten als kanker, hart- en vaatziekten, reuma en diabetes zijn onderwerp van epidemiologisch onderzoek. Op het terrein van de tandheelkunde wordt epidemiologisch onderzoek uitgevoerd naar onder meer het voorkomen van tandcariës, parodontale aandoeningen, slijmvliesafwijkingen, orthodontische afwijkingen en gebitsverlies.
H. Kalsbeek, G. J. Truin
3. Cariëslaesies
Samenvatting
Bij het bekijken van carieuze gebitselementen kunnen diverse stadia van cariës woren aangetroffen. Het meest bekend is de caviteit, waarbij zoveel weefsel verloren is gegaan dat het tandoppervlak een gat vertoont dat klinisch kan worden waargenomen. Indien het totale verloop van het cariësproces wordt beschouwd, blijken er voorafgaand aan het ontstaan van een caviteit al vele veranderingen in het tandweefsel te hebben plaatsgevonden. De eerste zichtbare aantasting is als een witte vlek waarneembaar. Deze witte kleur, die na droogblazen duidelijker zichtbaar wordt, is het gevolg van een lokale verhoging van de poreusheid van het tandglazuur. In het onderstaande zal nader worden ingegaan op de processen die leiden tot het ontstaan van een witte vlek.
J. M. ten Cate
4. Secundaire cariës
Samenvatting
In het voorgaande hoofdstuk zijn cariëslaesies steeds beschreven als primaire laesies van tandweefsel dat nog niet eerder door cariës was aangetast. Soms leidt het proces tot cavitatie, en verdere voortgang is dan alleen nog te stoppen door prepareren en restaureren. Die behandeling sluit echter niet uit dat opnieuw een laesie ontstaat in het aangrenzende tandweefsel. In dat geval spreekt men van secundaire cariës. Treft men cariës aan naast een vulling dan staat overigens niet vast dat het om een nieuw proces gaat. Het is voorstelbaar (en in de praktijk geen zeldzaamheid) dat restanten van carieus tandweefsel bij het prepareren zijn achtergelaten en al dan niet de kern vormen van opnieuw voortschrijdende cariës.
C. Penning
5. Tandplaque
Samenvatting
Hoewel Antoni van Leeuwenhoek reeds in 1683 de aanwezigheid van tandplaque en de daarin aanwezige bacteriën beschreef, duurde het tot in deze eeuw voordat men het belang van tandplaque bij het cariësproces inzag.
C. van Loveren, J. J. de Soet
6. Refractaire parodontitis
Samenvatting
In hoofdstuk 5 is erop gewezen dat door grondige gebitsreiniging niet elke gingivitis of parodontitis geneest . Iedere tandarts en mondhygiënist is bekend met onvoldoende respons na parodontale behandeling. Hiervoor zijn meerdere oorzaken aan te geven. De mondhygiëne van de patiënt kan ondanks uitgebreide instructie en intensieve begeleiding onvoldoende verbeteren. Het is ook mogelijk dat als er sprake was van professionele subgingivale reiniging, deze onvoldoende is geweest. Er bevinden zich nog te grote hoeveelheden bacteriën en/of tandsteen in de pockets waardoor de ontsteking niet is geëlimineerd. Oorzaken hiervoor kunnen zijn de anatomie van de pocket, de pocketdiepte, de locatie van de pocket (bijvoorbeeld furcatiegebieden), maar ook een onzorgvuldige subgingivale reiniging.
A. J. van Winkelhoff, E. G. Winkel
7. Speeksel
Samenvatting
Het totale oppervlak van de mondholte bedraagt zo’n 225 cm2. Dit oppervlak wordt bevochtigd door het speeksel dat, met een productie van bijna een liter per dag, niet alleen noodzakelijk is voor het spreken, slikken, eten en proeven maar ook zorgt voor bescherming tegen aantasting en ziekten van het gebit.
W. R. Moorer
8. Voeding en gebitsziekten
Samenvatting
In de jaren dertig werden de eerste epidemiologische onderzoeken naar voeding en tandcariës gepubliceerd. Bij een vergelijking tussen twee volksstammen in Kenya, de Masai en de Kikuyu, bleek het gebit van de Masai aanzienlijk beter dan het gebit van de Kikuyu (Orr en Gilks, 1931).
C. van Loveren, K. G. König
9. Suikers, suikervervangers en zoetstoffen
Samenvatting
Saccharose, sucrose, riet- of bietsuiker zijn alle synoniemen voor de suiker in de huishoudelijke suikerpot, in koek, snoep, gebak, likeur, en in vele natuurlijke en industrieel bewerkte voedselproducten. Saccharose verzorgt bijna 25% van de energie van het westerse dieet en is, indien frequent gebruikt, verantwoordelijk voor cariës en een belangrijk deel van het obesitasprobleem. Bij een gebruik van 1 kg per week per persoon (waarvan 700 gram als ‘verborgen’ suiker in industrieel bereid voedsel, frisdranken en snacks) streven de Voedingsraden van de meeste westerse landen naar een reductie van het gebruik van saccharose. Het feit dat door kinderen bijna 40% van de saccharose, in de vorm van snacks, koek, snoep en (fris)drank, tussen de maaltijden door wordt genoten vormt – zoals bekend – een probleem voor het gebit.
W. R. Moorer, C. van Loveren
10. Inschatting van het risico op cariës, erosies en parodontale aandoeningen
Samenvatting
De mondholte is de drukke ingangspoort voor al ons voedsel en het begin van het spijsverteringskanaal. Micro-organismen in grote hoeveelheden en variëteiten, agressieve stoffen en grote mechanische krachten staan hier dag en nacht met de orale weefsels in wisselwerking en oefenen schadelijke invloeden uit. Dit maakt elke voorspelling omtrent het behoud of de aantasting van de gebitsgezondheid tot een moeilijke zaak. Het evenwicht tussen gezondheid en ziekte is niet stabiel en loopt altijd het risico door aanval en afbraak verstoord te raken. De hoofdstukken Tandplaque (5) en Voeding en gebitsziekten (8) laten zien dat de etiologie en pathogenese van gebitsaandoeningen multifactorieel is; er is uitleg gegeven omtrent de principes en mechanismen van de ontwikkeling van aandoeningen. Over de kwantificering van de pathogene invloeden is daarbij nog niet veel gezegd.
K. G. König, F. H. M. Mikx
11. Mondhygiëne
Samenvatting
Gebitsreiniging dateert al van duizenden jaren terug, getuige oude geschriften en vondsten in graftomben. In het oude China en Egypte, onder Mesopotamiërs en Azteken, waren reeds vormen van mondhygiëne bekend.
W. H. van Palenstein Helderman, G. A. van der Weijden
12. Mondspoelmiddelen en tandpasta’s
Samenvatting
Uit hoofdstuk 11 blijkt dat een goede mondgezondheid alleen behouden kan blijven door zorgvuldige gebitsreiniging. Zorgvuldige gebitsreiniging vergt echter veel tijd en vaardigheid. Het gebruik van een fluoridetandpasta is een vereiste. Door het poetsen met tandpasta wordt het gebit beter gereinigd dan wanneer alleen met water wordt gepoetst. Fluoride lijkt onontbeerlijk indien men met poetsen cariës wil voorkomen. De mondhygiëne van veel mensen laat echter te wensen over. Zijn er voor hen mogelijkheden om de mondhygiëne te ondersteunen met bijvoorbeeld chemische middelen of zijn er alternatieven voor de mechanische plaqueverwijdering?
G. A. van der Weijden, W. H. van Palenstein Helderman
13. Fluoride
Samenvatting
In de tweede helft van de vorige eeuw werd fluoride reeds door een aantal artsen en tandartsen aanbevolen om tanden harder te maken en meer weerstand te geven tegen tandcariës. Het toenemende tandbederf werd door hen gezien als een fluoridetekort dat veroorzaakt werd door het gebruik van steeds meer geraffineerde producten, die nog slechts weinig fluoride bevatten. Zij baseerden hun theorie onder andere op het feit dat fluoride was aangetroffen in gebitselementen, eerst in fossiele mammoettanden maar later ook in recente tanden. In 1907 werd de eerste fluoridetandpasta geïntroduceerd.
C. van Loveren
14. Cariëspreventie met chloorhexidine
Samenvatting
Chloorhexidine is het meest effectieve antimicrobiële middel dat kan worden toegepast als aanvulling op mechanische plaqueverwijdering. De grotere effectiviteit in vergelijking met andere antimicrobiële middelen wordt niet zozeer veroorzaakt door een groter antimicrobieel vermogen, maar door het feit dat chloorhexidine relatief lang in de mond achterblijft.
C. van Loveren
15. Preventie van put- en fissuurcariës
Samenvatting
In 1923 introduceerde Hyatt de profylactische odontotomie. Hierbij werden putten en fissuren preventief met een smalle boor geopend en gerestaureerd met amalgaam. De gedachte achter deze methode was dat de preparatie en restauratie kleiner gehouden konden worden dan wanneer gewacht werd tot er cariës optrad. Maar in feite betekende deze ‘preventieve’ behandeling dat een op dat moment nog gaaf vlak in een restauratiecyclus terechtkwam.
K. L. Weerheijm
16. Preventie van wortelcariës
Samenvatting
Dankzij goede preventieve en restauratieve maatregelen gaan steeds minder elementen op jeugdige leeftijd verloren en blijven gebitselementen langer behouden. Bij het ouder worden neemt de kans op terugtrekken van de gingiva toe ten gevolge van verkeerde poetsmethoden, parodontale aandoeningen en parodontale behandelingen. Het gevolg is dat voorheen door gingiva en bot bedekte tandworteloppervlakken bloot worden gesteld aan het mondmilieu, waardoor kans op wortelcariës ontstaat.
M. G. T. J. Hanssen-van Casteren, A. J. P. van Strijp
17. Compliance-bevorderende interventies
Samenvatting
In de tandheelkundige en mondhygiënische praktijk wordt veel aandacht en zorg besteed aan preventie. Dit gebeurt deels in de vorm van voorlichting: men probeert de patiënt zodanig te informeren en instrueren dat hij optimaal bijdraagt aan het behoud van een zo goed mogelijke mondgezondheid. Deze voorlichtende taak is expliciet opgenomen in het takenpakket en beroepsprofiel van de tandarts en de mondhygiënist. In beider opleidingen wordt hier ook specifiek onderwijs over gegeven.
H. Schut
18. Tandheelkundige gezondheidsvoorlichting en -opvoeding in de praktijk
Samenvatting
Het scenario van dit hoofdstuk is geschreven op basis van de dagelijkse gang van zaken in het Tandheelkundig Jeugdcentrum ‘Beuningen’. Een praktijk die zich richt op de tandheelkundige verzorging van jeugdigen, verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten en extreem angstigen. De ‘vertaling’ naar de algemene praktijk wordt aan de lezer overgelaten.
F. W. A. Frankenmolen
19. Collectieve preventie
Samenvatting
Men spreekt van ‘collectieve preventie’ als de uitvoering van een preventieve maatregel niet op de gezondheid van één individu maar op die van een groep is gericht. Dit wil niet zeggen dat de uitvoering van een collectief-preventieve maatregel altijd groepsgewijs plaatsvindt. Dat kan het geval zijn, bijvoorbeeld bij voorlichtingsactiviteiten, maar sommige vormen van collectieve preventie worden op individueel niveau geëffectueerd. Een voorbeeld daarvan is het vaccinatieprogramma dat bij jonge kinderen wordt uitgevoerd. De grens tussen individugerichte en collectieve preventie is daardoor niet altijd scherp aan te geven. Terwijl de zorgverlener met een op het individu gerichte activiteit bezig is, kan zijn werk onderdeel uitmaken van een collectief preventieprogramma.
H. Kalsbeek, A. M. Fokker
20. Het gebruik van lasers in de preventieve tandheelkunde
Samenvatting
De laser behoort tot de modernere hulpmiddelen in de geneeskunde en in de tandheelkunde. Lasers spreken tot de verbeelding en openen nieuwe mogelijkheden voor de tandheelkundige praktijk.
H. A. J. Oudhof
Nawerk
Meer informatie
Titel
Preventieve tandheelkunde
Redacteuren
C. van Loveren
G. A. van der Weijden
Copyright
2000
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-9293-3
Print ISBN
978-90-313-2942-7
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9293-3