Skip to main content
Top

2019 | Boek

De sociale ontwikkeling van het schoolkind

Auteur: Jan van der Ploeg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit boek beschrijft de sociale ontwikkeling van kinderen van 4 tot 12 jaar. Het laat zien hoe de sociale ontwikkeling verloopt en hoe opvoeders die kunnen beïnvloeden. Het boek is geschreven voor iedereen die werkt met schoolgaande kinderen, zoals leerkrachten, intern begeleiders, remedial teachers, schoolpsychologen en professionals in de jeugdzorg. Ook is het geschikt voor iedereen die nog in opleiding is voor zulk werk, en natuurlijk voor ouders die geïnteresseerd zijn in de sociale ontwikkeling van hun schoolgaande kind.

De sociale ontwikkeling van het schoolkind beschrijft verschillende typen relaties tussen kinderen onderling. De betekenis van die relaties is jarenlang sterk onderschat, maar ze vormen een centraal en onmisbaar aspect van de sociale ontwikkeling. Dit boek geeft praktisch en helder antwoord op vragen als: wat houden deze relaties in? Waarom hebben sommige kinderen geen of negatieve relaties? En hoe dragen deze relaties bij aan het ontstaan van prosociaal of antisociaal gedrag? Ook gaat het boek in op andere factoren die van invloed zijn op de sociale ontwikkeling, zoals de sociaaleconomische positie, de genen en het brein.

Jan van der Ploeg is emeritus hoogleraar Orthopedagogiek aan de Universiteit Leiden. Hij is auteur van meerdere boeken, zoals Eenzaamheid bij jeugdigen, Agressie bij kinderen en Behandeling van Gedragsproblemen.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Invloeden

Voorwerk
1. Het sociale ontwikkelingstraject
Samenvatting
Sociale vaardigheden zijn onmisbaar om goed te kunnen functioneren in de omgang met anderen. Het gaat vooral om aspecten als het aangaan en onderhouden van relaties, rekening houden met anderen, situaties goed kunnen aanvoelen, maar ook om te kunnen samenwerken en overleggen. Kinderen met deze kenmerken noemen we sociaal competente kinderen. Zij hebben meer kans op een positieve ontwikkeling, hebben meer vrienden, krijgen meer waardering, doen het op school beter en hebben minder kans op probleemgedragingen, zoals agressie en eenzaamheid. De sociale ontwikkeling begint al vroeg na de geboorte. Van een egocentrisch kind verandert het steeds meer in een sociaal kind, mits het door de opvoeders goed wordt begeleid.
Jan van der Ploeg
2. De invloed van het gezin
Samenvatting
De eerste en belangrijkste omgeving van het kind wordt gevormd door de ouders. Hun invloed op de sociale ontwikkeling van het kind is groot. De wijze waarop zij hun kind opvoeden, is beslissend in de eerste jaren, maar werkt ook door in latere jaren. In grote lijnen valt de opvoeding te typeren aan de hand van drie basiskenmerken, met elk twee negatieve polen: te veel respectievelijk te weinig ondersteunen, controleren en respecteren (autoritatief opvoeden). Om vooral de sociale ontwikkeling te stimuleren, zijn de volgende aspecten van belang: reguleren, warmte en respons. Negatief werken agressie, liefdeloosheid, maar ook te veel toegevendheid. Niet alleen het optreden van de ouders is hier van belang, maar ook de wijze waarop het gezin als geheel functioneert (cohesief of los zand) en de rol van de broers en zussen.
Jan van der Ploeg
3. De school
Samenvatting
Een school is niet alleen van belang voor de cognitieve ontwikkeling, maar heeft ook grote invloed op de sociale ontwikkeling. Kinderen brengen dagelijks niet alleen veel tijd door met leeftijdgenoten en leerkrachten om te leren, maar ook om elkaar te ontmoeten en te leren kennen. Het maakt veel uit hoe de relaties zijn met klasgenoten en leerkrachten. Ook draagt een klasklimaat waarin leerlingen zich thuis voelen, persoonlijke ervaringen uitwisselen, goed met elkaar en met de leerkracht kunnen opschieten bij in de sociale ontwikkeling van kinderen. Verder doet het schooltype ertoe. Scholen waarin leerlingen niet alleen als een cijfer worden gezien, waar respect is voor hen, naar hen wordt geluisterd, waar mogelijk wordt overlegd en waar zo weinig mogelijk wordt gestraft, bevorderen ook de sociale ontwikkeling van kinderen.
Jan van der Ploeg
4. De vrije tijd
Samenvatting
Lange tijd is onderschat dat de vrije tijd een belangrijk speelveld is voor de sociale ontwikkeling van kinderen. Buiten het gezin en de school om leren kinderen spelenderwijs veel van elkaar. Daar leren ze vrienden maken, besluiten nemen, situaties inschatten, ruzies bijleggen, afspraken nakomen en samenwerken. De vrijetijdsbesteding is de laatste decennia wel veranderd. Met het toenemende verkeer en de komst van tv en andere media wordt er minder op straat gespeeld en blijven kinderen meer thuis. Met de opkomst van het internet wordt er nog meer tijd thuis doorgebracht om te gamen, muziek te downloaden, berichten te versturen of informatie te achterhalen. De vraag is: vormt het internet een bedreiging of een uitdaging? Voorlopig luidt de conclusie dat het internet zowel gevaren (gameverslaving, eenzaamheid) als meer mogelijkheden (meer relaties, informatie-uitwisseling) biedt, maar dat veel afhangt van de begeleiding door de ouders.
Jan van der Ploeg
5. Biologische factoren
Samenvatting
De sociale ontwikkeling is niet alleen afhankelijk van de omstandigheden. Kinderen hebben in aanleg meerdere disposities (neigingen tot een bepaald gedrag) meegekregen. Zo is de manier waarop kinderen reageren op nieuwe situaties verschillend. Kort na de geboorte is dat al te zien. De meeste kinderen zullen normaal op hun omgeving reageren. Dat wil zeggen: niet agressief en onbeheerst, maar ook niet geremd en teruggetrokken. Er zijn van nature agressieve en verlegen kinderen. Voor de sociale ontwikkeling is het van belang dat kinderen tijdens hun opvoeding steeds meer controle krijgen over hun gedrag en hun emoties. Dat wil zeggen: hun agressie en onbeheerstheid leren beteugelen, dan wel hun sociale angst en verlegenheid leren overwinnen. Het blijkt dat ook sturing vanuit het brein het gedrag beïnvloedt. Meerdere hersengebieden (prefrontale cortex) zijn daarbij betrokken, evenals hormonen en neurotransmitters (cortisol, serotonine, oxytocine).
Jan van der Ploeg
6. De sociaal-economische situatie (SES)
Samenvatting
Gezinnen staan op verschillende treden van de sociaal-economische ladder. Voor de ontwikkeling van kinderen maakt het veel uit of het gezin hoog of laag staat op deze ladder. De sociaal-economische positie wordt meestal bepaald aan de hand van het beroep van de vader of de opleiding van de ouders. Het blijkt dat er een grote kloof gaapt in welstand tussen de hoogste en laagste sociaal-economische positie. Dat heeft invloed op de sociale ontwikkeling. Kinderen die opgroeien in een achterstandssituatie hebben meer kans te ontsporen.
Jan van der Ploeg

Relaties

Voorwerk
7. Waarom kiezen kinderen voor elkaar?
Samenvatting
Relaties met andere kinderen zijn onmisbaar voor de sociale ontwikkeling. In de omgang met anderen leren kinderen hoe je je moet gedragen en wat je wel en niet moet doen om erbij te horen. Kinderen gaan niet met iedereen even graag om. Zij voelen zich aangetrokken tot bepaalde kinderen, trekken meer met hen op en worden vaak vrienden. Zich tot elkaar aangetrokken voelen, wordt verklaard vanuit drie verschillende theorieën: het afstemmingsmodel (zijn aan elkaar gelijk, ongelijk of vullen elkaar aan), het kenmerkenmodel (hebben dezelfde opvattingen, leefstijl of interesses) en het behoeftemodel (willen contact, waardering of zekerheid).
Jan van der Ploeg
8. Vriendschappen
Samenvatting
Positieve vriendschappen stimuleren de sociale ontwikkeling. Vriendschappen worden gekenmerkt door meerdere factoren, waarvan wederzijds vertrouwen de belangrijkste is. De aard van de vriendschappen verschilt naar leeftijd. Dat geldt ook voor de activiteiten die vrienden met elkaar ondernemen. Verder verschillen vriendschappen naar inhoud en intensiteit. Kinderen met vriendschappen ontwikkelen zich positiever. Zij hebben meer zelfvertrouwen, zijn evenwichtiger en hebben meer oog voor anderen. Kinderen die zijn opgegroeid in een gezin met een veilige basis (veilig zijn gehecht) sluiten gemakkelijker vriendschappen.
Jan van der Ploeg
9. Het populaire kind
Samenvatting
Kinderen verschillen in de mate waarin zij door anderen worden gewaardeerd. Zo zijn er kinderen die veel waardering ontvangen en kinderen die weinig of geen waardering krijgen. Het verschil in waardering wordt vooral veroorzaakt door het gedrag. Zo zijn populaire kinderen sociaal, empatisch en open, terwijl niet-gewaardeerde kinderen agressief, sociaal angstig en in zichzelf gekeerd zijn. De meeste kinderen bevinden zich tussen deze twee uitersten in. Populaire kinderen zijn niet alleen sociaal, maar hebben ook veel invloed op anderen. Er bestaan drie verschillende typen populaire kinderen: het alom gewaardeerde kind, het kind dat door de groep wordt gezien als leider en het dominante, invloedrijke kind.
Jan van der Ploeg
10. Het hoogbegaafde kind
Samenvatting
Wanneer we spreken van een hoogbegaafd kind, dan gaat het meestal om intelligente kinderen die op school goed kunnen leren. In feite omvat intelligentie echter ook aspecten als creativiteit en sociale sensitiviteit. Maar het hoogbegaafde kind wordt toch vooral gezien als het knapste kind van de klas. De school weet vaak geen raad met hen. De leerkracht heeft meestal niet voldoende tijd om hen te begeleiden. Dus wordt er gezocht naar minder geslaagde oplossingen, zoals een klas overslaan of opname in een aparte klas of school. Hoogbegaafde leerlingen presteren soms minder dan zij kunnen om niet op te vallen. Ook kunnen zij last hebben van ouders die te veel van hen verwachten of eisen. Vaak wordt verwacht dat hoogbegaafde kinderen op alle terreinen uitblinken. Dat is niet geval. Met name de sociale ontwikkeling kan problemen geven.
Jan van der Ploeg
11. Leidinggevende kinderen
Samenvatting
Ook in groepen met kinderen ontpoppen zich leiders. Deze kinderen beschikken over bepaalde kwaliteiten. Ze zijn vaak sociaal, slim, stabiel, coöperatief en actief. Niet alle leiders beschikken over dezelfde eigenschappen, maar ze zijn wel allemaal sociaal vaardig en vol zelfvertrouwen. Behalve individuele kwaliteiten is ook de samenstelling van een groep of klas sterk bepalend voor het type leiderschap. Zo zal in een sportgroep een andere leider opstaan dan in een huiswerkgroep of toneelgroep. Per klas kan het leiderstype verschillen. Leidinggevende kinderen leren van hun rol; die komt hun sociale ontwikkeling ten goede.
Jan van der Ploeg
12. Afgewezen kinderen
Samenvatting
Aanhoudende afwijzing is één van de negatiefste ervaringen bij kinderen. Afwijzing door leeftijdgenoten komt hard aan. In dit hoofdstuk gaat het vooral om de vraag waarom kinderen elkaar soms afwijzen en wat de gevolgen zijn. Afgewezen kinderen ontwikkelen vaak een negatief zelfbeeld, raken gemakkelijk eenzaam, worden depressief en komen vaak tot afwijkend gedrag. Waarom worden kinderen eigenlijk afgewezen? Dat heeft vooral te maken met hun gedrag. Kinderen met teruggetrokken, agressief of sociaal onhandig gedrag hebben meer kans op afwijzing. Of dit gedrag oorzaak of gevolg is van afwijzing, is moeilijk te bepalen. In elk geval is er een wisselwerking. De wortels van de afwijzing liggen dikwijls in het gezin. Kinderen die door hun ouders worden afgewezen, leren niet hoe je op een normale manier met elkaar omgaat. Dat geldt ook voor overbeschermde kinderen.
Jan van der Ploeg
13. Eenzame kinderen
Samenvatting
Elk kind heeft behoefte aan contact met andere kinderen. Deze elementaire behoefte is echter niet bij iedereen even groot. Maar als er een kloof ontstaat tussen de behoefte aan verbondenheid met anderen en de werkelijke binding met anderen, dan treedt eenzaamheid op. Er bestaan twee vormen van eenzaamheid. Kinderen kunnen sociaal eenzaam zijn (geen relaties met anderen) en/of emotioneel eenzaam (gevoelens van verdriet en wanhoop). Eenzaamheid kan het gevolg zijn van een onvermogen tot hechting, van minderwaardigheidsgevoelens, van ongunstige (gezins)omstandigheden en van een neiging tot eenzaamheid. Eenzaamheid bij kinderen wordt nog steeds onderbelicht en onderschat, terwijl eenzaamheid de sociale ontwikkeling ernstig schaadt. De belangrijkste problemen zijn: depressie, een laag zelfbeeld, isolement, sociale incompetentie en psychosomatische klachten.
Jan van der Ploeg
14. Gepeste kinderen
Samenvatting
Hoewel pesten de laatste decennia veel aandacht heeft gekregen, komt het nog steeds voor. Pesten is een hardnekkig probleem dat verschillende vormen kan aannemen: fysiek (slaan), verbaal (schelden), indirect (negeren) en digitaal (kwetsende berichten sturen; cyberpesten). Eén op de tien kinderen wordt erg vaak gepest. Het zijn dikwijls kwetsbare en onzekere kinderen die zich angstig gedragen en veel piekeren die het slachtoffer zijn. Maar ook kinderen met fysieke problemen of handicaps zijn vaak het doelwit. De gevolgen van het pesten zijn indringend en doen zich voor op meerdere terreinen: negatieve gevoelens (verdriet), sociaal isolement (eenzaamheid), psychische problemen (depressie) en fysieke problemen (slapeloosheid). Pesten doet zich vooral voor op school. Daar zijn de laatste jaren meerdere antipestprogramma’s ontwikkeld. Helaas blijkt maar een heel klein deel effectief.
Jan van der Ploeg

Gedrag

Voorwerk
15. Kinderen met prosociaal gedrag
Samenvatting
De meeste kinderen gedragen zich sociaal. Zij passen zich aan, houden rekening met anderen en komen afspraken na. Er zijn echter ook prosociale kinderen. Deze kinderen gedragen zich niet alleen sociaal, maar geven ook blijk van altruïstisch gedrag. Zij helpen en troosten kinderen die verdrietig zijn, zich hebben bezeerd of huilen. Met het ouder worden krijgt het prosociale gedrag andere vormen, zoals begrip tonen geruststellen, meeleven en adviseren. Prosociale kinderen zijn empatisch. Zij zijn tolerant, geliefd bij anderen, slim en evenwichtig. Over het ontstaan van prosociaal gedrag bestaan meerdere theorieën. Zowel aanleg (helpen is evolutionair bepaald en zit in de genen) als opvoeding (helpen wordt geleerd) spelen mee.
Jan van der Ploeg
16. Kinderen met antisociaal gedrag
Samenvatting
Waar prosociaal gedrag aan het ene uiteinde staat, staat aan de andere kant het antisociale gedrag. Deze kinderen zijn tegendraads, opstandig, bazig, agressief, houden zich niet aan de regels en houden geen rekening met andere kinderen. Ook komen gedragingen voor als liegen, stelen, vechten en bedreigen. In dit hoofdstuk staat agressie centraal als dominantste kenmerk van antisociaal gedrag. Er bestaan meerdere vormen van agressie, zoals directe en indirecte agressie. Een veelgebruikte indeling is ook reactieve en proactieve agressie. De oorzaken van agressief gedrag zijn velerlei. Enerzijds is dat de manier van opvoeden (agressief, ongeïnteresseerd, toegevend), anderzijds speelt de aanleg een rol (impulsiviteit, drift, genen, brein). Verder zijn ook de maatschappelijke factoren van invloed (laag inkomen, lage opleiding, achterstandswijk).
Jan van der Ploeg
17. Adviezen voor ouders en leerkrachten
Samenvatting
Ouders en leerkrachten kunnen veel doen om de sociale ontwikkeling van kinderen te bevorderen. Ouders kunnen bijdragen door een opvoeding waarin de volgende vijf elementen voorkomen: ondersteuning, respect, openheid, sturen zonder straffen, consequent en duidelijk handelen. Specifieker gericht op de sociale ontwikkeling zijn de volgende kenmerken: bevorderen van sociale contacten met leeftijdgenoten, leren oog te hebben voor een ander, leren zich te beheersen, leren te overleggen en leren conflicten op te lossen. De school en leerkrachten kunnen eveneens helpen de sociale ontwikkeling van de leerlingen te bevorderen. Dat kan door te zorgen voor een veilig klimaat op school en in de klas, de leerlingen serieus te nemen en te respecteren, door samen omgangsregels op te stellen en door sociale activiteiten (toneel, sport, excursies) te stimuleren.
Jan van der Ploeg
Nawerk
Meer informatie
Titel
De sociale ontwikkeling van het schoolkind
Auteur
Jan van der Ploeg
Copyright
2019
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2232-9
Print ISBN
978-90-368-2231-2
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2232-9