Skip to main content
Top

2024 | Boek

Anamnese en gespreksvoering

Redacteuren: T.O.H. de Jongh, N. Th. van den Broek, J.A. de Wilde, J. Damen, R. Franssen, A. Kaemingk, A.J. Kooter, G.J.M. Roodbol

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Een zorgvuldige anamnese blijft de grondslag van de medische diagnostiek. Tijdens het afnemen van een anamnese moet je je bewust zijn van de aard en het doel van het vraagproces. Met Anamnese en gespreksvoering leer je hoe je een gestructureerde anamnese afneemt op basis van het Calgary-Cambridge model, en hoe je effectieve gesprekken voert met patiënten. Naast het medisch diagnostisch spoor speelt ook het patiëntenperspectief een belangrijke rol. Wat wil jouw patiënt met het gesprek bereiken, hoe ervaart hij zijn klachten?

Anamnese en gespreksvoering komt voort uit het Leerboek anamnese en is volledig herzien en uitgebreid.Ook verschillende anamnesevormen zoals klachtgerichte anamnese, hypothesegestuurde anamnese en tractusanamnese worden besproken.

Voor de bruikbaarheid in de praktijk worden hierbij veel voorbeelden van anamnesevragen gegeven met de betekenis van de mogelijke antwoorden. Ook lees je achtergrondinformatieover de patiënt, dearts en hun behandelrelatie, gespreksvaardigheden en verschillende consultmodellen.

Tot slot is in deze herziening veel aandacht voor andere vormen van gespreksvoering zoals gezondheidsgerichte gesprekken, motiverende gespreksvoering en informerende gesprekken.

Bij dit boek hoort een website. Hierop staan behalve de inhoud van dit boek ook een aantal videoconsulten, met voorbeelden van anamnese afnemen en enkele gespreksfragmenten in de praktijk.

Anamnese en gespreksvoering is een praktische en onmisbare gids voor medische studenten, verpleegkundig specialisten en physician assistants in opleiding die een goede, patiëntgerichte, diagnostische anamnese willen afnemen en hun gespreksvoering willen verbeteren. Ook artsen en andere medische hulpverleners kunnen met dit boek hun anamnesevaardigheid en gespreksvoering verbeteren.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Inleiding

Voorwerk
1. Verantwoording
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt de indeling van het boek toegelicht. Daarnaast wordt beschreven hoe verschillende termen in dit boek gebruikt worden, wat het verschil is tussen klachten en symptomen en wordt uitleg gegeven over het begrip hulpvraag, het OVB-model en de Engelse begrippen/afkortingen ICE en FICE. Ingegaan wordt op de verschillende soorten diagnosen, zoals symptoomdiagnose, syndroomdiagnose en ziektediagnose, en op kenmerken van de verpleegkundige diagnose. Ook het verschil tussen risicofactoren en ziekten wordt besproken.
T. O. H. de Jongh
2. Komt een patiënt bij de dokter…
Samenvatting
In dit hoofdstuk lees je over de reis van een patiënt die achtereenvolgens de huisarts, een verpleegkundig specialist en een internist bezoekt. Het is beschreven vanuit het perspectief van de arts. Wat is de invloed van medische informatie op je gedachten over de differentiaaldiagnose. En wat is het effect van het goed leren kennen van de persoon die je als patiënt voor je hebt op je handelen? Hoe beïnvloedt het kennen van de context je gedachtenvorming en welke valkuilen zijn er? In een casus wordt het belang van een open houding en kennis van de patiënt en zijn context besproken.
N. Th. van den Broek, G. J. M. Roodbol, A. J. Kooter

Achtergrondinformatie

Voorwerk
3. Patiënten, artsen en de arts-patiëntrelatie
Samenvatting
Om een diagnostisch consult succesvol te laten verlopen is het belangrijk om inzicht te hebben in wat het betekent om patiënt te zijn en wat je moet kunnen als (toekomstig) zorgverlener om de interactie goed te laten verlopen. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van universele psychologische basisbehoeften uitgelegd hoe het consult effectiever wordt als je bij de patiënt kunt bijdragen aan zijn gevoel van veiligheid, autonomie, competentie en verbondenheid. Uitgelegd wordt hoe je je patiënt serieus kunt nemen door 1. aandacht te hebben voor jouw impliciete bias als zorgverlener (die bepaalt hoe geloofwaardig je jouw patiënt vindt), 2. een zorgvuldige anamnese en 3. samenwerking met de patiënt; de arts-patiëntrelatie. Ook aan bod komen de thema’s gelijkwaardigheid, vertrouwen, communicatiedimensies in een gesprek, copingstrategieën van de arts en gevoelens van de arts.
A. Kaemingk, J. A. de Wilde, G. J. M. Roodbol
4. Gespreksvaardigheden tijdens de anamnese
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de verschillende gesprekstechnieken besproken. Het schetst een overzicht van verbale, non-verbale en paraverbale communicatie en gaat in op de verschillende gesprekstechnieken die je kunt toepassen in een consult. Ook zoomt het hoofdstuk in op een aantal specifieke complexe vaardigheden. Dit hoofdstuk leert je hoe je door middel van de verschillende technieken op een effectieve manier relevante informatie op tafel kunt krijgen, hoe je een consult kunt structureren, en hoe je als arts empathie kunt tonen. Het hoofdstuk bevat veel voorbeelden uit de dagelijkse artsenpraktijk en benoemt mogelijke valkuilen.
V. M. Schijf
5. De anamnese in het diagnostisch consult
Samenvatting
Dit hoofdstuk met achtergrondinformatie over het diagnostisch proces geeft een overzicht van de verschillende methoden om tot een diagnose te komen als een patiënt met een klacht bij de hulpverlener komt. Speciale aandacht is er voor de hypothesegestuurde diagnostiek. Hiervoor is een schema ontwikkeld voor de anamnese waarin facetten van het Calgary-Cambridgemodel met aandacht voor artsenspoor en patiëntenspoor, klinisch redeneren en keuzemomenten zijn weergegeven. Ook wordt aandacht besteed aan de verpleegkundige anamnese, die niet alleen over diagnostiek van de klachten, maar ook over functionele gezondheidspatronen gaat.
T. O. H. de Jongh, G. J. M. Roodbol
6. Consultmodellen
Samenvatting
Ter ondersteuning van een patiëntgerichte benadering en een efficiënte consultvoering zijn er consultmodellen ontwikkeld. Een consultmodel beschrijft de opbouw van een consult door middel van communicatietaken, zoals het Calgary-Cambridgemodel. Het klinisch redeneren, van klachten naar diagnose, wordt ondersteund door systematisch de communicatietaken in het gesprek uit te voeren. Het is noodzakelijk in het consult zowel de ziekte, het medisch-inhoudelijk perspectief, als de zieke, het psychosociale perspectief, aandacht te geven. Het biopsychosociale model vormt daarmee de basis voor het gesprek met de patiënt. Communicatie is contextspecifiek. Medisch-inhoudelijke, patiënt- en artsfactoren samen bepalen welke communicatie in dit consult, bij deze patiënt met deze klachten het meest effectief is.
A. A. Timmerman, P. Dielissen

De inhoud van de diagnostische anamnese

Voorwerk
7. Begin van het consult
Samenvatting
Voor een effectief consult is een zorgvuldige beginfase cruciaal. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe je de twee fundamentele en door het hele consult doorlopende processen ‘Een relatie opbouwen’ en ‘Structuur aanbrengen’ goed in de steigers zet. Er wordt ingezoomd op het ontwikkelen van een vertrouwensrelatie met behulp van een goede voorbereiding en een zorgvuldig eerste contact, die er allebei op gericht zijn dat de patiënt zich zo veel mogelijk op zijn gemak voelt. Ook wordt geschetst hoe je het begin van het consult vormgeeft met een verheldering van de klachten. In deze fase is de patiënt aan het woord, waarbij de arts voornamelijk actief luistert. Bij elk onderdeel worden tips gegeven hoe je het onderdeel het best vormgeeft.
A. Kaemingk, J. A. de Wilde, T. O. H. de Jongh
8. Informatie inwinnen
Samenvatting
Informatie inwinnen (de informatiefase) gebeurt door een persoonsgerichte benadering. Het betreft informatie over het patiëntenperspectief, het biomedisch perspectief van de klacht(en) en de context van de patiënt. Het patiëntenperspectief bestaat uit de hulpvraag (verwachtingen omtrent het consult) en de verschillende facetten van de klacht (ICE en SCEGS). Het biomedisch perspectief van de klacht bestaat uit de zeven dimensies van de hoofdklacht en zo nodig aanvullende informatie, zoals een tractusanamnese.
J. A. de Wilde, T. O. H. de Jongh
9. Hypothese toetsen
Samenvatting
In de hypothesetoetsende fase, toets je de differentiaaldiagnose en bepaal je welke diagnosen meer of minder waarschijnlijk zijn. Het proces van een differentiaaldiagnose opstellen en toetsen kan tijdens het hele consult gebeuren. In dit hoofdstuk geven we handvatten om de hypothesetoetsende fase gestructureerd aan te pakken. Aan de hand van ziektebeelden geven we voorbeelden van vragen die belangrijk zijn in het toetsen van verschillende diagnosen/hypothesen. Hierbij bespreken we ook de betekenis van de risicofactoren en klachten bij de verschillende diagnosen.
J. Damen, T. O. H. de Jongh
10. Een beschouwing vanuit de kliniek: structuur en doel van de anamnese
Samenvatting
In de klinische praktijk blijkt de anamnese vaak een stuk lastiger dan gedacht. Je hebt jarenlang geoefend op (vaak simulatie)patiënten met een eenduidige klacht zoals pijn in de buik of een loopoor. Maar nu, als coassistent, in witte jas, zittend naast het bed van de patiënt, zit je met de handen in het haar. De patiënt weet eerlijk gezegd zelf niet precies waarvoor hij hier nu ligt, is wat verward, heeft veel klachten tegelijk, of juist na elkaar, want gedurende de ziekenhuisopname deden zich complicaties voor. Mogelijk is de diagnose allang bekend (denk je…) of komt de patiënt gewoon op afspraak voor de afgesproken chemokuur. Hoe ga je hier een zinvol gesprek van maken, welk doel dient dit gesprek, hoe breng je structuur aan? Dit hoofdstuk geeft je handvatten voor hoe je dit gesprek vormgeeft, hoe je zelf anamnesedoelen bepaalt en soms fantasievol met de anamnesestructuur kunt omgaan om te bereiken wat je wilde: een zinvol gesprek.
A. J. Kooter

De anamnese in specifieke situaties

Voorwerk
11. De anamnese bij specifieke patiëntgroepen
Samenvatting
Bij een aantal specifieke patiëntgroepen is het belangrijk om aanpassingen te doen in de standaardanamnese. Dat betekent dat je als arts rekening moet houden met het begripsniveau van de patiënt – hetzij als gevolg van de leeftijd, hetzij als gevolg van ziekte – en met de achtergrond van de patiënt. Een persoonlijke benadering en begrip tonen is zonder uitzondering belangrijk; in dit hoofdstuk staat een aantal algemene adviezen voor de anamnese bij jongeren, ouderen, patiënten met een andere culturele of religieuze achtergrond dan de arts en patiënten met verminderde sociale en intellectuele vaardigheden. Ook lees je meer over wilsbekwaamheid en wettelijke vertegenwoordiging.
J. W. van den Berg, C. Blokhuis
12. Emotioneel beladen gesprekssituaties
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden specifieke gesprekssituaties beschreven. Veelvoorkomend zullen gesprekken zijn waarin de patiënt emotioneel reageert. Die emoties zul je moeten herkennen, erkennen, je moet erop door kunnen vragen en je moet het besprokene kunnen samenvatten. Het is van belang om de ander, en wellicht ook jezelf over de ‘emotionele berg’ te helpen. Specifieke gesprekssituaties, zoals het slechtnieuwsgesprek, gesprekken over de laatste levensfase, over orgaandonatie en over advanced care planning worden in dit hoofdstuk behandeld.
M. Hillen, G. J. M. Roodbol
13. Specifieke anamnesevormen
Samenvatting
Specifieke anamnesevormen zijn andere manieren om een anamnese af te nemen dan in een standaard een-op-eengesprek. In het geval van de triageanamnese is het doel om in te schatten waar en hoe snel een patiënt geholpen moet worden en niet om de diagnose al te stellen. Als een patiënt zelf geen of onvoldoende informatie kan geven of iemand heeft meegenomen naar een gesprek kun je gebruikmaken van het driegesprek en de heteroanamnese. In het geval van een taalbarrière is het verstandig een tolk in te schakelen. Bij vervolgafspraken of afspraken via de telefoon of een videoverbinding kun je aanpassingen doen aan de inhoud van je anamnese. Voor al deze specifieke anamnesevormen krijg je in dit hoofdstuk handvatten en adviezen.
J. W. van den Berg, A. P. van den Berg, C. J. M. Melkert

Niet-diagnostische gesprekken

Voorwerk
14. Gezondheidsgerichte gesprekken
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden gespreksmodellen aangereikt die gebaseerd zijn op de biopsychosociale benadering. Hierbij wordt de nadruk gelegd op het gezondheidsfunctioneren in plaats van de klachten. Het perspectief wordt daarmee verschoven van het pathogenetisch denken naar het salutogenetisch denken. Door deze benadering wordt de patiënt expliciet betrokken in de besluitvorming rond de behandeling. Je leert hier hoe je het gesprek over de gezondheid kunt voeren aan de hand van diverse modellen. Het gaat daarbij om het beschrijven van het functioneren met behulp van de ICF, het model van positieve gezondheid, het leefstijlgesprek en het copingprocesmodel.
J. A. de Wilde, G. J. M. Roodbol
15. Motiverende gesprekken
Samenvatting
Het doel van Motiverende Gespreksvoering is verandering en dit wordt bereikt door middel van een gesprek. Motiverende gespreksvoering wordt toegepast in de ondersteuning van uiteenlopende gedragsveranderingen, waaronder allerlei vormen van gezondheidsgedrag, verslaving en zelfmanagement, zowel bij specifieke patiëntengroepen als bij mensen zonder aandoening. Bij Motiverende Gespreksvoering zijn de 1) basishouding, 2) deelprocessen en 3) gespreksopbouw van belang. Ook heeft de zorgprofessional een empathische, motiverende, accepterende houding. Deelprocessen zijn: open vragen stellen, reflectief luisteren, bevestigen, samenvatten en informatie delen. Het gesprek bestaat uit engageren, focussen op de verandering, ontlokken van verandertaal, en plannen van veranderacties. Dit hoofdstuk geeft praktische aanwijzingen en voorbeeldvragen voor het toepassen van Motiverende Gespreksvoering.
E. Meijer, I. Caubergh
16. Informeren, adviseren en samen beslissen
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt uitgewerkt waarom het belangrijk is patiënten goed te informeren. Bovenal wordt beschreven hoe patiënten effectief zijn te informeren, zodanig dat zij de informatie die je hun tijdens een consult geeft begrijpen, onthouden, en ernaar kunnen handelen. Er worden handreikingen gegeven om informatie te doseren, te structureren en begrijpelijk te laten zijn voor iedereen. Effectief informeren vergroot de kans dat adviezen die je geeft door je patiënt worden begrepen en aanvaard en goed opgevolgd kunnen worden. Effectief informeren vormt ook de basis van Samen Beslissen; een proces waarin je in geval van meerdere, gelijkwaardige opties samen met je patiënt tot een beslissing komt die het best past bij deze individuele patiënt. De plicht tot informatieverstrekking is opgenomen in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).
E. M. A. Smets, E. Kurpershoek, M. J. Kersten, M. Hillen
17. Gesprekken binnen de medische praktijk
Samenvatting
Voor een goede samenwerking met andere zorgverleners heb je als student, verpleegkundige of arts goede gespreksvaardigheden nodig voor het voeren van overleg binnen de medische praktijkvoering. Centraal staat dat je in staat moet zijn goede feedback te geven en ontvangen ter bevordering van de zelfreflectie en zelfontwikkeling. Verschillende methoden voor overleg met andere hulpverleners worden besproken (SBAR- en RSVP-methode). Ook worden praktische adviezen gegeven voor een patiëntenpresentatie.
T. O. H. de Jongh, G. J. M. Roodbol, A. Kaemingk
18. Videoconsulten
Samenvatting
Dit hoofdstuk geeft een opsomming van de video’s en de e-learning die bij dit boek horen.
T. O. H. de Jongh
Nawerk
Meer informatie
Titel
Anamnese en gespreksvoering
Redacteuren
T.O.H. de Jongh
N. Th. van den Broek
J.A. de Wilde
J. Damen
R. Franssen
A. Kaemingk
A.J. Kooter
G.J.M. Roodbol
Copyright
2024
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-3000-3
Print ISBN
978-90-368-2999-1
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-3000-3