01-06-2006 | Artikelen
Vermoedens van kindermishandeling in het Wilhelmina Kinderziekenhuis: overzicht van casuïstiek en follow-up
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde | Uitgave 3/2006
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Doel: Evaluatie van het Protocol Vermoeden Kindermishandeling en vaststellen wat de omvang is van de vermoedens van kindermishandeling die worden gepresenteerd in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (wkz) te Utrecht. Tevens inzicht krijgen in het traject van hulpverlening zowel tijdens als na afsluiting van diagnostiek en/of behandeling in het wkz.
Opzet: Retrospectief, beschrijvend.
Methoden: Kinderen die in 2000, 2001 of 2002 in het wkz gezien werden en bij wie een vermoeden van kindermishandeling bestond, werden gemeld bij een speciale werkgroep voor kindermishandeling. Retrospectief werden van 117 kinderen de dossiers geraadpleegd en werden de ouders telefonisch benaderd om een vragenlijst af te nemen. De meldingen werden onderverdeeld in milde, matige en ernstige mishandeling.
Resultaten: De meldingen aan de werkgroep betreffen voornamelijk meisjes (67%) en een groot deel van de kinderen is acht jaar of jonger (72%). De reden van aanmelding betreft vooral (een vermoeden van) seksueel misbruik (63%) of lichamelijke mishandeling (22%). Ruim de helft van de kinderen wordt doorverwezen naar een andere hulpverleningsinstantie waarvoor een gemiddelde wachttijd bestaat van twee maanden.
Conclusie: Kindermishandeling komt vaak voor. Met een protocol als toegepast in het wkz wordt getracht het kind (en het gezin) de juiste zorg te bieden, wat helaas bemoeilijkt wordt door wachtlijsten in de jeugdzorg. Wij benadrukken het belang van aandacht voor deze problematiek en pleiten voor een sluitend hulpverleningscircuit.