Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie 2-3/2023

Open Access 14-02-2023 | Artikel

Themapoli voor ketamine-geïnduceerde cystitis: eerste ervaringen en resultaten

Auteurs: drs. Wouter M. H. van der Sanden, dr. Michel Wyndaele, drs. Robert A. Schipper, prof. dr. Laetitia M. O. de Kort

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie | Uitgave 2-3/2023

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

Recreatief ketaminegebruik neemt toe in Nederland. Ketaminemisbruik kan leiden tot schade aan de urinewegen, waardoor urogenitale klachten ontstaan met forse impact op de kwaliteit van leven. Dit artikel gaat over de eerste Nederlandse themapoli met diagnose- en behandelprotocol voor patiënten met ketamine-geïnduceerde urogenitale klachten. Tot op heden zagen we 30 patiënten, van wie 10% betrokkenheid had van de hoge urinewegen. Aanvullende diagnostiek en behandeling waren gefocust op preservatie van nierfunctie. De overige 90% werd gecounseld met als doel te stoppen met ketaminegebruik. Urogenitale klachten werden medicamenteus behandeld. 71% van deze patiënten slaagde erin binnen drie maanden te stoppen met ketaminegebruik en had significant (p < 0,05) vaker afname van klachten dan de groep die niet stopte. Het is belangrijk ketaminemisbruik te erkennen als mogelijke oorzaak van urogenitale klachten bij jonge patiënten, enerzijds vanwege het gevaar voor de hoge urinewegen en anderzijds omdat urogenitale klachten een impactvolle groep aandoeningen is die reversibel is bij stoppen met ketamine.

Introductie

Ketamine wordt al sinds de jaren 60 van de vorige eeuw gebruikt als anestheticum in de humane en veterinaire geneeskunde. Gedurende anesthesie met ketamine vindt er onder andere ontkoppeling plaats tussen de thalamus en het limbische systeem, waardoor de patiënt dissociatieve symptomen, zoals hallucinaties, ervaart [1, 2]. Deze dissociatieve symptomen, de korte halfwaardetijd met brede veiligheidsmarge en de lage kosten van ketamine hebben ertoe geleid dat dit middel sinds de jaren 90 als recreatieve drug aan populariteit wint.
In Nederland zien we de laatste vijf jaar een forse toename van recreatief ketaminegebruik, met name onder 20- tot 29-jarigen. Het aandeel gebruikers dat in deze groep in het jaar voorafgaand aan de inventarisatie ketamine gebruikt had, steeg van 2,1% in 2016 naar 5,1% in 2020. Ongeveer 10% van deze groep gebruikt het middel maandelijks of vaker [3]. Bijna een kwart (23,7%) van de gebruikers geeft lower urinary tract symptoms (LUTS) aan. Onder degenen die frequent (maandelijks of vaker) gebruiken, komen deze klachten nog vaker voor (33,1%) [4].
Shahani et al. beschreven in 2007 voor het eerst een serie van negen patiënten die dagelijks ketamine gebruikten en ernstige LUTS hadden, met klachten zoals urgency, frequency, dysurie en hematurie, en met een cystoscopisch beeld passend bij ulceratieve cystitis [5]. De LUTS bij ketamine-geïnduceerde cystitis kunnen zeer ernstig zijn, met grote invloed op de kwaliteit van leven. In 2012 verscheen het eerste case report van Nederlandse bodem [6]. Sindsdien is er meer bekend over de relatie tussen ketaminegebruik en beschadiging van de urinewegen [7, 8]. De uitgebreide inflammatoire veranderingen in de blaas kunnen niet alleen de reservoirfunctie van de blaas beperken (drukopbouw), maar uiteindelijk ook een invloed hebben op de uretero-vesicale overgang, waardoor stenose of reflux ontstaat. Samen met inflammatoire afwijkingen die ook in de hoge urinewegen kunnen voorkomen, kunnen stenose en reflux leiden tot nierinsufficiëntie. Om die reden, of bij ernstige refractaire klachten, is urinedeviatie soms de enige uitweg. Door de jaren heen is er steeds meer bekend geworden over de behandelmogelijkheden voor ketamine-geïnduceerde uropathie [9].
In dit artikel beschrijven we de eerste ervaringen en resultaten van de eerste Nederlandse themapoli voor patiënten met ketamine-geïnduceerde urogenitale klachten. Op deze poli worden patiënten volgens een vast protocol onderzocht en behandeld.

Materiaal en methode

In deze studie beschrijven we de eerste ervaringen van een themapoli in een groot topklinisch perifeer ziekenhuis voor patiënten met aan ketamine gerelateerde klachten van de urinewegen. Vanaf januari 2022 werden alle patiënten met LUTS en (actief) ketaminemisbruik volgens een vast protocol geëvalueerd en behandeld. Figuur 1 laat het pad zien dat patiënten lopen op deze themapoli.
Alle patiënten werden op de poli gezien door een uroloog (in opleiding). Zij vulden vooraf een mictielijst in en de International Prostate Symptom Score (IPSS) (bij mannen) en namen die mee naar de polikliniek. Daar werd een uitgebreide anamnese afgenomen door een uroloog (in opleiding). De duur, hoeveelheid en frequentie van ketaminegebruik en van andere verdovende middelen werd in kaart gebracht, evenals LUTS, klachten van seksuele disfunctie, sociale status en het sociale steunsysteem van de patiënt.
De functionele blaascapaciteit werd bepaald aan de hand van de mictielijst of, indien dat niet mogelijk was, op basis van uroflowmetrie (het geplaste volume plus het residu). Patiënten die niet in staat waren om op de flowmeter te plassen, werd gevraagd om het maximale geplaste volume in de thuissituatie te meten.

Betrokkenheid van de hoge urinewegen

Bij alle patiënten werd betrokkenheid van de hoge urinewegen in kaart gebracht middels echografie en laboratoriumonderzoek. Bij patiënten met hydronefrose werd CT-urografie (CT-IVP) en MAG-3-renografie ingezet om de afvloedbelemmering te documenteren. In deze groep werd ook een video-urodynamisch onderzoek (VUDO) uitgevoerd ter beoordeling van de vullings- en mictiefunctie van de blaas en ter exclusie van vesico-ureterale reflux.

Behandeling

Tijdens het eerste consult werd uitgebreid stilgestaan bij de schadelijke effecten van ketamine op de urinewegen. Ook werd het belang benadrukt van volledig stoppen van de ketamine om irreversibele schade tegen te gaan. Patiënten kregen daarnaast uitleg over mogelijke tijdelijke verergering van LUTS na stoppen met ketaminegebruik. Er werd geadviseerd om hulp te zoeken bij ontwenning en indien nodig werden patiënten in contact gebracht met een betrokken verslavingsarts.
De eerste behandelstap bestond uit medicamenteuze therapie. Er werd gestart met een NSAID, gecombineerd met een protonpompinhibitor om gastro-intestinale bijwerkingen tegen te gaan. Tevens kregen de patiënten een anticholinergicum in combinatie met mirabegron. Bij obstipatieklachten werd macrogol voorgeschreven.

Contactmomenten

Na de start van de behandeling had de uroloog drie keer een maandelijks (telefonisch) contact met de deelnemer, om te vragen naar de ernst van de symptomen en of abstinentie van ketamine lukte.
Na drie maanden werd als follow-up opnieuw een fysieke policontrole ingepland voor het beoordelen van een recent ingevulde mictielijst (indien aanwezig), het uitvoeren van een uroflowmetrie en een consult bij de uroloog. Patiënten die niet gestopt waren met ketamine werden opnieuw gecounseld en zo nodig naar de verslavingsarts verwezen. Patiënten die wel gestopt waren, maar nog steeds klachten hadden, kregen een (video-)urodynamisch onderzoek (V)UDO (indien dat werd verdragen), een CT-intraveneus pyelogram (IVP) en een urethrocystoscopie (onder algehele anesthesie). Patiënten die klachtenvrij waren, maar bij wie in de tussenliggende drie maanden sprake was geweest van hematurie, kregen nog een cystoscopie ter uitsluiting van andere pathologie.

Statistiek

Beschrijvende statistiek werd uitgevoerd in SPSS versie 27. Het verband tussen de categorische variabelen ‘gestopt met ketaminegebruik’ en ‘resolutie van klachten’ werd onderzocht met een chi-kwadraattoets. De drempel voor significantie was p < 0,05.

Resultaten

Vanaf januari 2022 hebben 30 patiënten de intake gehad volgens het diagnostiek- en behandelprotocol (fig. 1). Van deze patiënten was 77% man en 23% vrouw. De leeftijd varieerde tussen de 18 en 41 jaar met een mediaan van 25 jaar. Alle patiënten gebruikten gedurende minimaal zes maanden voorafgaand aan het polibezoek ketamine op dagelijkse basis. Het gebruik varieerde van 4 tot 25 g per week, met een mediaan van 14 g per week. De voornaamste LUTS bij anamnese waren frequency (100%), urgency (92%), dysurie (75%) en hematurie (71%).
Van de 30 patiënten brachten 12 patiënten (40%) een recent ingevulde mictielijst mee naar de intake en zeven patiënten (30%) een ingevulde IPSS-scorelijst. Naar het polikliniekbezoek na drie maanden werd dit gedaan door slechts acht (38%) respectievelijk vier patiënten (25%).
Bij drie patiënten (10%) werd betrokkenheid van de hoge urinewegen geconstateerd. Zij kregen aanvullend een CT-IVP, een renogram en een VUDO. Bij twee van deze patiënten bleek uit laboratoriumonderzoek dat er ook sprake was van nierfunctieverslechtering. Bij één patiënt werd een diagnostische ureterorenoscopie gemaakt waaruit een afvloedbelemmering bleek op basis van bilaterale distale ureterstenose bij een ketamine-ureteritis. Deze patiënt kreeg op grond hiervan bilateraal nefrostomiekatheters die later vervangen werden door dubbel-J-katheters. Eén patiënt had een bilaterale stenose op de uretero-vesicale junctie. Deze patiënt werd behandeld met een nefrostomiekatheter. Bij beide patiënten knapte de nierfunctie nadien deels op; zij zijn nog steeds opgenomen in de follow-up om te zien of de afvloed verbetert naarmate het ketaminegebruik langer achter hen ligt. Eén patiënt had wel bilaterale hydronefrose, mogelijk op basis van een verdikte blaaswand, maar geen significante urodynamische afvloedbelemmering; bij deze patiënt was er ook geen sprake van nierfunctieverlies. Een aanvullende VUDO heeft deze patiënt vooralsnog geweigerd.
Van de 27 patiënten bij wie de hoge urinewegen niet bij het klachtenbeeld betrokken waren, verschenen er vier niet meer bij het follow-upconsult na drie maanden. Twee patiënten zijn nog in de eerste maanden van hun behandeling. De overige 21 voltooiden behandelstap 1 van het behandelprotocol en hebben de eerste evaluatie gehad. Van deze 21 patiënten zijn er 15 (71%) succesvol gestopt met het ketaminegebruik. Hiervan waren er 11 (73%) klachtenvrij en ervaarden vier patiënten nog LUTS. Zij kregen aanvullende diagnostiek en behandeling. Van de zes patiënten die niet stopten met ketamine hadden er vijf (83%) nog klachten. Figuur 2 beschrijft de klinische uitkomsten van de patiënten in deze studie. Een chi-kwadraattoets liet zien dat bij patiënten die stopten met ketamine de klachten na de behandeling significant vaker verminderden dan bij patiënten die ketamine bleven gebruiken (p < 0,05).

Discussie

In dit artikel beschrijven we de eerste resultaten van een specifieke themapoli voor ketaminegerelateerde urogenitale klachten. Op deze themapoli zagen we tot op heden 30 patiënten, merendeel man met een mediane leeftijd van 25 jaar. Alle patiënten gebruikten gedurende een periode van minimaal zes maanden een hoge dosis (minimaal 1 g per dag) ketamine. De hoge urinewegen waren aangedaan bij 10% van de patiënten. Behandeling plus stoppen met ketamine leidde bij de overige 90% van de patiënten significant vaker tot vermindering van klachten, dan behandeling alleen (van patiënten die ketamine door gebruikten).
Meer dan driekwart van de patiënten met ketaminegerelateerde LUTS op onze themapoli was man. Dit is in lijn met eerdere studies uit Taiwan en het Verenigd Koninkrijk [10, 11], en kan verklaard worden door de hogere prevalentie van ketaminegebruik bij mannen ten opzichte van vrouwen [3]. Bovendien werd eerder een duidelijke positieve correlatie gerapporteerd tussen de ernst van LUTS en de duur (maanden) van ketaminegebruik [10]. Tot slot is er ook een relatie bekend tussen zowel de gemiddelde dagdosis als de frequentie van gebruik en het ontstaan van LUTS [11]. Een eerdere studie laat zien dat urologische klachten slechts bij 7% van de laagfrequente gebruikers ten opzichte van 70% van de dagelijks gebruikers optraden [11]. De patiënten die zich op onze themapoli presenteerden waren allemaal langdurig (> 6 maanden) en frequente (dagelijks) gebruikers van een hoge dosis (> 1 g per dag).
Een studie uit het Verenigd Koninkrijk liet zien dat slechts een kleine minderheid (2,9%) van alle patiënten met LUTS ten gevolge van ketaminegebruik doorverwezen worden naar een uroloog [11]. Er zijn geen gegevens bekend over de Nederlandse situatie, maar vermoedelijk zien wij eveneens slechts het topje van de ijsberg. Dit veronderstellen we enerzijds op basis van het ketaminegebruik van de patiënten die tot nu toe op onze themapoli zijn geweest en anderzijds doordat de relatie tussen ketaminegebruik en LUTS mogelijk nog onvoldoende bekend is in de eerste (en tweede) lijn. Met het stijgend gebruik en toenemende bekendheid van het probleem bij zowel artsen als patiënten is het te verwachten dat er steeds meer patiënten die ketamine gebruiken, zullen worden verwezen voor urologische zorg.
De prevalentie van betrokkenheid van de hoge urinewegen varieert in de literatuur van 6–63% [9]. De bevindingen in onze serie stemmen daar tot nu toe mee overeen (10%). In de literatuur lijken hogere leeftijd, een kleine functionele blaascapaciteit en langduriger ketaminegebruik een positieve correlatie te hebben met hydronefrose [12]. De mate van het ketaminegebruik (bij patiënten met LUTS) lijkt niet gecorreleerd met het ontwikkelen van hydronefrose [12]. Aantasting van de hoge urinewegen kan onbehandeld uiteindelijk leiden tot terminale nierinsufficiëntie [13]. In de literatuur wordt verondersteld dat hydronefrose het gevolg kan zijn van langdurig compliantieverlies van de blaas met obstructie op het niveau van de uretero-vesicale junctie (UVJ). Ook op hogere niveaus in de ureteren kan obstructie plaatsvinden, vermoedelijk op basis van inflammatoire processen op de ureterwand [1214]. Een studie beschrijft dat hydronefrose kan verdwijnen na het staken van de ketamine en dat er tot een jaar na abstinentie nog verbetering kan optreden. Het is onduidelijk wat de voorspellende factoren zijn voor het verbeteren of juist persisteren van hydronefrose na abstinentie [12].
Tot op heden is er nog geen Nederlandse richtlijn voor de evaluatie en behandeling van patiënten met ketamine-geïnduceerde uropathie. De themapoli van ons ziekenhuis heeft als doel de zorg op een gestandaardiseerde manier te organiseren. De behandeling van ketamine-geïnduceerde uropathie behoeft een specifieke aanpak, omdat bepaalde karakteristieken van het ziektebeeld verschillen van de karakteristieken van andere vormen van chronische blaaspijnsyndromen en (interstitiële/eosinofiele) cystitis. In tegenstelling tot de andere aandoeningen is er bij ketamine-geïnduceerde uropathie een duidelijke etiologische factor als oorzaak van de klachten en van de inflammatie en mogelijke aantasting van de hoge urinewegen. Ook specifiek zijn de complicerende verslavingsproblematiek en de demografische karakteristieken van de patiëntengroep (jonge leeftijd).
De behandeldoelen zijn tweeledig. We beogen enerzijds klachtenverlichting, en anderzijds preventie van (verdere) schade aan de hoge urinewegen. Wij vonden significant betere reductie in klachten bij patiënten die stopten met ketamine en behandeld werden volgens ons protocol. Dit is in overeenstemming met de literatuur: symptomen nemen vaak af nadat ketamine gestopt is, zeker indien klachten pas kort bestaan [5, 11, 15, 16]. Het stoppen van ketamine is daarom de belangrijkste eerste stap van de behandeling [5, 8, 16]. Stoppen is echter lastig door het verslavende potentieel van ketamine [17]. Ook ervaren veel patiënten initieel een verergering van hun LUTS, inclusief de pijn, waardoor ze weer naar de ketamine grijpen (die pijnstillend werkt) [18]. Een prospectieve studie uit HongKong toonde dat een behandeling met anticholinergica en NSAID’s de symptomen significant laat verminderen in zowel de groep patiënten die stopt met ketamine, als in de groep die door blijft gebruiken. In deze laatste groep is het effect echter minder groot en dit effect verdwijnt weer bij stoppen van behandeling [14]. Wij hebben geen studie gevonden over het gebruik van alfa-adrenergica bij ketamine-geïnduceerde uropathie. Wij hebben in ons behandelprotocol mirabegron opgenomen in verband met het bewezen effect op LUTS bij overactieve blaasklachten [19].
Naast goede counseling en uitleg over de werkingsmechanismen en langetermijngevolgen van ketaminegebruik is medicamenteuze ondersteuning en hulp bij verslavingsproblematiek van groot belang [20, 21]. Gelukkig blijkt uit onze eerste resultaten dat een groot gedeelte van de patiënten succesvol stopt na goede counseling en medicamenteuze therapie.
Er zijn diverse studies gedaan naar de vervolgbehandelingen bij persisterende LUTS na ketamineabstinentie. Sommige laten positieve effecten van hyaluronzuur zien [9, 14]. Tevens zijn er positieve resultaten van intravesicale botulinetoxine-injecties, al dan niet gecombineerd met hydrodistensie [22]. In onze patiëntenpopulatie zijn we reeds gestart met deze vervolgbehandelingen bij enkele patiënten die onvoldoende baat hadden van de eerste behandelstap. De effectiviteit daarvan wordt momenteel geanalyseerd. Het is te verwachten dat ketamine-geïnduceerde uropathie, net zoals andere vormen van chronische inflammatoire aandoeningen van de blaas, op de lange termijn kan leiden tot chronische bekkenpijnklachten; wij hebben daar echter geen studies over gevonden.
In meerdere studies is beschreven dat bij therapieresistente ketamine-geïnduceerde uropathie uiteindelijk (partiële) cystectomie en reconstructie in de vorm van blaasaugmentatie of urinedeviatie nodig kunnen zijn. De operatie leidt vaak tot afname van pijnklachten en verbetering van de kwaliteit van leven [9, 14, 23]. In onze patiëntengroep is tot op heden geen majeure chirurgie geïndiceerd geweest.
De belangrijkste beperking van deze studie is de kleine patiëntengroep. Toch behandelden we in de korte periode dat onze themapoli bestaat reeds 30 patiënten en dit is de grootste in Nederland beschreven serie. Therapietrouw is matig in deze specifieke, jonge patiëntengroep waardoor afspraken niet altijd nagekomen worden; ook mictielijsten en symptoomscores werden vaak niet ingevuld (bij > 60% in onze groep). Ter evaluatie van de blaasfunctie zou een urodynamisch onderzoek van grote waarde kunnen zijn, maar dit onderzoek wordt bij hevige klachten niet altijd verdragen. Al deze factoren leiden ertoe dat (objectieve) data ontbreken. Symptomatische uitkomsten berusten daarom vaak op subjectieve verklaringen van patiënten. Toch verwachten we dat deze gegevens representatief zijn voor de werkelijke situatie.
Deze studie beschrijft voor zover wij weten de eerste themapoli in Nederland voor ketamine-geïnduceerde uropathie. Met een gestandaardiseerde aanpak hopen we de zorg voor deze patiëntengroep te verbeteren.

Conclusie

Ketamine-geïnduceerde uropathie is een groeiend probleem onder jongvolwassenen. Urologen moeten denken aan ketaminemisbruik bij jonge mensen met klachten van overactieve blaas en hematurie. Tevens moeten urologen bij ketamine-geïnduceerde uropathie bedacht zijn op betrokkenheid van de hoge urinewegen. Uit de eerste resultaten van een themapoli voor patiënten met ketamine-geïnduceerde uropathie blijkt dat stoppen met ketaminemisbruik de belangrijkste factor is voor therapeutisch succes en vermoedelijk irreversibele schade kan voorkomen.
Open Access This article is distributed under the terms of the Creative Commons Attribution 4.0 International License (http://​creativecommons.​org/​licenses/​by/​4.​0/​), which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons license, and indicate if changes were made.
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

Tijdschrift voor Urologie

Het Tijdschrift voor Urologie is het enige peer-reviewed Nederlandstalige tijdschrift in het vakgebied. Het verschijnt 8 keer per jaar en bevat naast wetenschappelijke artikelen ook case-reports en de abstracts van de voor- en najaarsvergaderingen van de NVU.

Literatuur
1.
go back to reference Zanos P, Moaddel R, Morris PJ, et al. Ketamine and ketamine metabolite pharmacology: insights into therapeutic mechanisms. Pharmacol Rev. 2018;70:621–60.CrossRefPubMedPubMedCentral Zanos P, Moaddel R, Morris PJ, et al. Ketamine and ketamine metabolite pharmacology: insights into therapeutic mechanisms. Pharmacol Rev. 2018;70:621–60.CrossRefPubMedPubMedCentral
2.
go back to reference Peltoniemi MA, Hagelberg NM, Olkkola KT, et al. Ketamine: a review of clinical pharmacokinetics and pharmacodynamics in anesthesia and pain therapy. Clin Pharmacokinet. 2016;55:1059–77.CrossRefPubMed Peltoniemi MA, Hagelberg NM, Olkkola KT, et al. Ketamine: a review of clinical pharmacokinetics and pharmacodynamics in anesthesia and pain therapy. Clin Pharmacokinet. 2016;55:1059–77.CrossRefPubMed
3.
go back to reference Laar MJ van, Beek RJ van, Beenakkers EMT, et al. Nationale drug monitor. Utrecht: Trimbos-instituut; 2022. Laar MJ van, Beek RJ van, Beenakkers EMT, et al. Nationale drug monitor. Utrecht: Trimbos-instituut; 2022.
4.
go back to reference Monshouwer K, Miltenburg CJA van, Beek RJJ van, et al. Het grote uitgaansonderzoek 2020: uitgaanspatronen, middelengebruik, gezondheid en intentie tot stoppen of minderen onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen. Utrecht: Trimbos-instituut; 2021. Monshouwer K, Miltenburg CJA van, Beek RJJ van, et al. Het grote uitgaansonderzoek 2020: uitgaanspatronen, middelengebruik, gezondheid en intentie tot stoppen of minderen onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen. Utrecht: Trimbos-instituut; 2021.
5.
go back to reference Shahani R, Streutker C, Dickson B, et al. Ketamine-associated ulcerative cystitis: a new clinical entity. Urology. 2007;69:810–2.CrossRefPubMed Shahani R, Streutker C, Dickson B, et al. Ketamine-associated ulcerative cystitis: a new clinical entity. Urology. 2007;69:810–2.CrossRefPubMed
6.
go back to reference Jansonius A, Oddens JR. Ketamine-associated urological symptoms. Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4176.PubMed Jansonius A, Oddens JR. Ketamine-associated urological symptoms. Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4176.PubMed
7.
go back to reference Tsai JH, Tsai KB, Jang MY. Ulcerative cystitis associated with ketamine. Am J Addict. 2008;17:453.CrossRefPubMed Tsai JH, Tsai KB, Jang MY. Ulcerative cystitis associated with ketamine. Am J Addict. 2008;17:453.CrossRefPubMed
8.
go back to reference Chu PS, Ma WK, Wong SC, et al. The destruction of the lower urinary tract by ketamine abuse: a new syndrome? BJU Int. 2008;102:1616–22.CrossRefPubMed Chu PS, Ma WK, Wong SC, et al. The destruction of the lower urinary tract by ketamine abuse: a new syndrome? BJU Int. 2008;102:1616–22.CrossRefPubMed
9.
go back to reference Castellani D, Pirola GM, Gubbiotti M, et al. What urologists need to know about ketamine-induced uropathy: a systematic review. Neurourol Urodyn. 2020;39:1049–62.CrossRefPubMed Castellani D, Pirola GM, Gubbiotti M, et al. What urologists need to know about ketamine-induced uropathy: a systematic review. Neurourol Urodyn. 2020;39:1049–62.CrossRefPubMed
10.
go back to reference Li CC, Wu ST, Cha TL, et al. A survey for ketamine abuse and its relation to the lower urinary tract symptoms in Taiwan. Sci Rep. 2019;9:7240.CrossRefPubMedPubMedCentral Li CC, Wu ST, Cha TL, et al. A survey for ketamine abuse and its relation to the lower urinary tract symptoms in Taiwan. Sci Rep. 2019;9:7240.CrossRefPubMedPubMedCentral
11.
go back to reference Winstock AR, Mitcheson L, Gillatt DA, et al. The prevalence and natural history of urinary symptoms among recreational ketamine users. BJU Int. 2012;110:1762–6.CrossRefPubMed Winstock AR, Mitcheson L, Gillatt DA, et al. The prevalence and natural history of urinary symptoms among recreational ketamine users. BJU Int. 2012;110:1762–6.CrossRefPubMed
12.
go back to reference Yee CH, Teoh JY, Lai PT, et al. The risk of upper urinary tract involvement in patients with ketamine-associated uropathy. Int Neurourol J. 2017;21:128–32.CrossRefPubMedPubMedCentral Yee CH, Teoh JY, Lai PT, et al. The risk of upper urinary tract involvement in patients with ketamine-associated uropathy. Int Neurourol J. 2017;21:128–32.CrossRefPubMedPubMedCentral
13.
go back to reference Mason K, Cottrell AM, Corrigan AG, et al. Ketamine-associated lower urinary tract destruction: a new radiological challenge. Clin Radiol. 2010;65:795–800.CrossRefPubMed Mason K, Cottrell AM, Corrigan AG, et al. Ketamine-associated lower urinary tract destruction: a new radiological challenge. Clin Radiol. 2010;65:795–800.CrossRefPubMed
14.
go back to reference Yee CH, Lai PT, Lee WM, et al. Clinical outcome of a prospective case series of patients with ketamine cystitis who underwent standardized treatment protocol. Urology. 2015;86:236–43.CrossRefPubMed Yee CH, Lai PT, Lee WM, et al. Clinical outcome of a prospective case series of patients with ketamine cystitis who underwent standardized treatment protocol. Urology. 2015;86:236–43.CrossRefPubMed
15.
go back to reference Mak SK, Chan MT, Bower WF, et al. Lower urinary tract changes in young adults using ketamine. J Urol. 2011;186:610–4.CrossRefPubMed Mak SK, Chan MT, Bower WF, et al. Lower urinary tract changes in young adults using ketamine. J Urol. 2011;186:610–4.CrossRefPubMed
16.
go back to reference Cheung RY, Chan SS, Lee JH, et al. Urinary symptoms and impaired quality of life in female ketamine users: persistence after cessation of use. Hong Kong Med J. 2011;17:267–73.PubMed Cheung RY, Chan SS, Lee JH, et al. Urinary symptoms and impaired quality of life in female ketamine users: persistence after cessation of use. Hong Kong Med J. 2011;17:267–73.PubMed
17.
go back to reference Liu Y, Lin D, Wu B, et al. Ketamine abuse potential and use disorder. Brain Res Bull. 2016;126:68–73.CrossRefPubMed Liu Y, Lin D, Wu B, et al. Ketamine abuse potential and use disorder. Brain Res Bull. 2016;126:68–73.CrossRefPubMed
18.
go back to reference Wood D, Cottrell A, Baker SC, et al. Recreational ketamine: from pleasure to pain. BJU Int. 2011;107:1881–4.CrossRefPubMed Wood D, Cottrell A, Baker SC, et al. Recreational ketamine: from pleasure to pain. BJU Int. 2011;107:1881–4.CrossRefPubMed
19.
go back to reference Khullar V, Amarenco G, Angulo JC, et al. Patient-reported outcomes with the beta(3)—adrenoceptor agonist mirabegron in a phase III trial in patients with overactive bladder. Neurourol Urodyn. 2016;35:987–94.CrossRefPubMed Khullar V, Amarenco G, Angulo JC, et al. Patient-reported outcomes with the beta(3)—adrenoceptor agonist mirabegron in a phase III trial in patients with overactive bladder. Neurourol Urodyn. 2016;35:987–94.CrossRefPubMed
20.
go back to reference Tam YH, Ng CF, Pang KK, et al. One-stop clinic for ketamine-associated uropathy: report on service delivery model, patients’ characteristics and non-invasive investigations at baseline by a cross-sectional study in a prospective cohort of 318 teenagers and young adults. BJU Int. 2014;114:754–60.CrossRefPubMed Tam YH, Ng CF, Pang KK, et al. One-stop clinic for ketamine-associated uropathy: report on service delivery model, patients’ characteristics and non-invasive investigations at baseline by a cross-sectional study in a prospective cohort of 318 teenagers and young adults. BJU Int. 2014;114:754–60.CrossRefPubMed
21.
go back to reference Misra S, Chetwood A, Coker C, et al. Ketamine cystitis: practical considerations in management. Scand J Urol. 2014;48:482–8.CrossRefPubMed Misra S, Chetwood A, Coker C, et al. Ketamine cystitis: practical considerations in management. Scand J Urol. 2014;48:482–8.CrossRefPubMed
22.
go back to reference Zeng J, Lai H, Zheng D, et al. Effective treatment of ketamine-associated cystitis with botulinum toxin type a injection combined with bladder hydrodistention. J Int Med Res. 2017;45:792–7.CrossRefPubMedPubMedCentral Zeng J, Lai H, Zheng D, et al. Effective treatment of ketamine-associated cystitis with botulinum toxin type a injection combined with bladder hydrodistention. J Int Med Res. 2017;45:792–7.CrossRefPubMedPubMedCentral
23.
go back to reference Chung SD, Wang CC, Kuo HC. Augmentation enterocystoplasty is effective in relieving refractory ketamine-related bladder pain. Neurourol Urodyn. 2014;33:1207–11.CrossRefPubMed Chung SD, Wang CC, Kuo HC. Augmentation enterocystoplasty is effective in relieving refractory ketamine-related bladder pain. Neurourol Urodyn. 2014;33:1207–11.CrossRefPubMed
Metagegevens
Titel
Themapoli voor ketamine-geïnduceerde cystitis: eerste ervaringen en resultaten
Auteurs
drs. Wouter M. H. van der Sanden
dr. Michel Wyndaele
drs. Robert A. Schipper
prof. dr. Laetitia M. O. de Kort
Publicatiedatum
14-02-2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Tijdschrift voor Urologie / Uitgave 2-3/2023
Print ISSN: 2211-3037
Elektronisch ISSN: 2211-4718
DOI
https://doi.org/10.1007/s13629-023-00385-2

Andere artikelen Uitgave 2-3/2023

Tijdschrift voor Urologie 2-3/2023 Naar de uitgave