Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen 1/2023

Open Access 01-05-2023 | Forum

Lhbtq-jongeren en suïcidaliteit: ontstaan en hulpbehoeften

Auteurs: Jennifer de Lange, Diana van Bergen, Roel Bosker, Henny Bos

Gepubliceerd in: TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen | bijlage 1/2023

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

Lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en queer (lhbtq) jongeren en jongvolwassenen kunnen te maken krijgen met minderheidsstressoren, zoals discriminatie en afwijzing vanwege hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Onderzoeken laten zien dat er een verband is tussen minderheidsstressoren en suïcidale gedachten en suïcidepogingen onder lhbtq-jongeren. Tot op heden sluit psychologische hulpverlening nog niet aan op de behoeften van lhbtq-personen met suïcidale gedachten. Het is van belang dat de hulpverlening aan lhbtq-personen inclusiever wordt en dat hulpverleners leren om suïcidaliteit te herkennen en bespreekbaar te maken.

Inleiding

Lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en queer (lhbtq) jongeren en jongvolwassenen kunnen te maken krijgen met negatieve ervaringen en zorgen rondom hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Deze ervaringen en zorgen veroorzaken stress, die we ook wel minderheidsstress noemen. Deze kan uitmonden in een minder goede psychische gezondheid, inclusief het hebben van suïcidale gedachten [13]. Lhbtq-personen hebben een hogere kans op suïcidale gedachten en het doen van een suïcidepoging dan heteroseksuele en cisgender personen. Nederlandse cijfers laten zien dat lhb-volwassenen vijf keer vaker suïcidale gedachten hebben gehad dan de algemene bevolking en vier keer vaker een suïcidepoging hebben gedaan [4]. Een ander onderzoek toonde aan dat er drie tot vier keer meer transgender personen zijn overleden aan suïcide dan personen uit de algemene bevolking. Dit betroffen transgender personen die bekend waren bij een genderkliniek [5].
Dit artikel gaat in op minderheidsstress en suïcidaliteit, en welke behoeften lhbtq-jongeren hebben ten aanzien van psychologische hulpverlening. We gebruiken daarbij de afkorting lhbtq, waarmee we alle jongeren bedoelen die hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit anders omschrijven en/of zich niet identificeren als hetero en/of cisgender. Zie tab. 1 voor een overzicht met beschrijvingen van termen gerelateerd aan seksuele oriëntatie en genderidentiteit. Seksuele oriëntatie gaat over tot wie iemand zich romantisch, emotioneel of seksueel aangetrokken voelt en genderidentiteit gaat over hoe iemand zich identificeert op het gebied van gender (bijvoorbeeld man, vrouw, non-binair of anders) [6]. De term ‘genderdivers’ wordt in dit artikel gebruikt als parapluterm voor personen die zich niet identificeren als cisgender persoon. Deze term is breed en er vallen bijvoorbeeld een non-binaire identiteit, en transgender identiteiten zoals trans man en trans vrouw onder. In dit artikel doelen we met suïcidaliteit op suïcidale gedachten en suïcidepogingen.
Tabel 1
Terminologie met betrekking tot seksuele oriëntatie en genderidentiteit [6]a
seksuele oriëntatie
beschrijving
lesbisch
romantische, emotionele of seksuele aantrekkingskracht van vrouw tot vrouw
homoseksueel
romantische, emotionele of seksuele aantrekkingskracht van man tot man
biseksueel
romantische, emotionele of seksuele aantrekkingskracht tot meerdere genders
queer
romantische, emotionele of seksuele aantrekkingskracht tot meerdere genders, en wordt ook gebruikt door personen die zich niet identificeren als heteroseksueel of cisgender
genderidentiteit
beschrijving
non-binair persoon
een persoon die zich niet (volledig) identificeert als man of vrouw, hier fluïde in is, of wiens genderidentiteit buiten de binaire verdeling van man of vrouw valt
trans man
een persoon bij wie het geslacht bij geboorte werd geregistreerd als vrouw, maar die man is
trans vrouw
een persoon bij wie het geslacht bij geboorte geregistreerd werd als man, maar die vrouw is
cisgender persoon
een persoon bij wie de genderidentiteit overeenkomt met het geslacht dat bij de geboorte geregistreerd werd
aHet betreft voorbeelden van termen die gebruikt worden om seksuele oriëntatie of genderidentiteit aan te duiden. Dit is geen uitputtende lijst. Personen bepalen zelf hoe zij zich identificeren. Dit kan verschillen over tijd

Theoretische achtergrond en onderzoek naar minderheidsstress en suïcidaliteit

Seksuele- en genderdiversiteit en minderheidsstress

Lhbtq-jongeren bewegen zich tijdens hun leven in verschillende contexten, zoals de omgeving waarin ze opgroeien, het gezin, de school en/of hun werkplek en de publieke omgeving. In deze contexten bestaan er normen en waarden over seksuele oriëntatie of genderdiversiteit. Die zijn vaak gebaseerd op de verwachting dat personen cisgender en heteroseksueel zijn en zich gedragen en uiten naar wat hier volgens de samenleving bij hoort. Op het moment dat personen zich niet conformeren aan de verwachtingen over seksualiteit, gender(rollen) en de uiting hiervan, kan dit resulteren in stigmatisering, discriminatie en geweld jegens lhbtq-personen [2, 3]. Vervolgens kunnen deze negatieve ervaringen of de zorgen over het niet voldoen aan deze verwachtingen resulteren in minderheidsstress.
Veel fysieke en mentale gezondheidsverschillen (waaronder ook suïcidaliteit) tussen lhbtq-personen en hetero en cisgender personen kunnen grotendeels verklaard worden door minderheidsstress die gerelateerd is aan seksuele oriëntatie of genderidentiteit [2, 3]. De minderheidsstressoren worden in minderheidsstressmodellen opgedeeld in distale (externe) factoren met een negatieve impact voor lhbtq-personen, zoals stigmatisering, afwijzing, pesten of geweld. Er zijn ook proximale (interne) factoren met een negatieve impact, zoals angst voor afwijzing, geïnternaliseerde homonegativiteit of transnegativiteit, het verbergen van seksuele oriëntatie of genderidentiteit, en het gevoel hebben anders te zijn. Geïnternaliseerde homo- of transnegativiteit is het (onbewust) internaliseren van vooroordelen, stigma’s en negatieve maatschappelijke opvattingen over seksuele oriëntatie of gender, waardoor iemand een negatief zelfbeeld ontwikkelt [2, 3].
Lhbtq-personen kunnen deels overlappende minderheidsstresservaringen hebben, maar zijn ook individuen met verschillende identiteiten en uiteenlopende, unieke ervaringen. Genderdiverse personen kunnen bijvoorbeeld (ook) unieke stressoren ervaren die gerelateerd zijn aan hun genderidentiteit of expressie. Bijvoorbeeld stress rond de ervaren incongruentie tussen lichaam en gender, en het niet erkennen van genderidentiteit door andere mensen. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan het niet gebruiken van iemands juiste voornaamwoord of gekozen naam [3].

Beschermende factoren

Naast risicofactoren worden ook beschermende factoren besproken in de minderheidsstressmodellen. Deze factoren kunnen de impact van minderheidsstress verzwakken of grotendeels oplossen. Beschermende factoren zijn bijvoorbeeld sociale steun van familie of vrienden, verbondenheid met de lhbtq-gemeenschap, coping en genderbevestigende (‘affirmatieve’) gezondheidszorg [2, 3]. Bij genderbevestigende gezondheidszorg valt te denken aan zorg in genderklinieken, hulpverleners die vaardigheden en kennis bezitten om genderdiverse personen te ondersteunen of mogelijkheden om de voornaam te veranderen [3].

Onderzoeken naar minderheidsstress en suïcidaliteit onder lhbtq-jongeren

Verschillende onderzoeken bevestigen de verbanden tussen minderheidsstress en suïcidaliteit [1, 7]. De resultaten van een recente meta-analyse lieten zien dat lhbtq-jongeren die een vorm van minderheidsstress hadden ervaren een hogere kans hadden op suïcidale gedachten en suïcidepogingen [1]. Deze meta-analyse toonde aan dat er een verband was tussen victimisatie (bijvoorbeeld geweld of intimidatie) en negatieve bejegening door familie vanwege seksuele oriëntatie of genderidentiteit, en een hogere kans op suïcidale gedachten en suïcidepogingen. Daarnaast kwam naar voren dat er een verband is tussen algemene victimisatie en pesten, en een hogere kans op suïcidale gedachten en suïcidepogingen.
Een andere recente meta-analyse, die specifiek de verbanden tussen minderheidsstress en suïcidaliteit onder transgender en genderdiverse personen onderzocht, vond verbanden tussen distale factoren (bijvoorbeeld victimisatie, geweld en discriminatie) en suïcidale gedachten en suïcidepogingen [7]. Verder werden er in deze meta-analyse verbanden gevonden tussen proximale factoren en suïcidale gedachten. Een hogere mate van geïnternaliseerde transnegativiteit, verwachte afwijzing en geheimhouding van genderidentiteit waren gerelateerd aan een hogere mate van suïcidale gedachten. Een hogere mate van verwachte afwijzing was gerelateerd aan suïcidepogingen. Tot slot kunnen ook subtielere vormen van afwijzing rond seksuele oriëntatie en genderidentiteit een rol spelen bij het ontstaan van suïcidaliteit. De resultaten van een onderzoek in de Verenigde Staten lieten zien dat het gebruik van de gekozen naam de kans op suïcidale gedachten onder genderdiverse jongeren kan verminderen [8].
Kortom, het ervaren van distale (bijvoorbeeld victimisatie) en proximale (bijvoorbeeld verwachte afwijzing) minderheidsstress is een risicofactor voor suïcidaliteit onder lhbtq-personen. Maar ook subtielere vormen van afwijzing (bijvoorbeeld het niet gebruiken van de juiste voornaamwoorden) spelen een rol bij suïcidaliteit onder lhbtq-jongeren.

Hulpverlening

Ervaringen en behoeften

Gezien de hogere kans op suïcidale gedachten bij lhbtq-jongeren is het belangrijk dat psychologische hulpverlening aansluit bij de behoeften van deze jongeren. Dergelijke hulpverlening lijkt momenteel nog niet te voldoen aan de behoeften van lhbtq-jongeren met suïcidale gedachten [9]. Een Nederlands onderzoek ging na welke ervaringen en behoeften met betrekking tot hulpverlening lhbtq-jongeren met suïcidale gedachten hebben. Er werden interviews gehouden met 23 lhbtq-jongvolwassenen met een geschiedenis van suïcidaliteit en 16 ouders van lhbtq-kinderen die worstelden met suïcidale gedachten. Daarnaast werden er twee focusgroepgesprekken gehouden met 14 hulpverleners en vrijwilligers die werk(t)en met lhbtq-jongeren met suïcidale gedachten. Met betrekking tot suïcidaliteit ervaarde een aantal lhbtq-jongvolwassenen dat hulpverleners niet altijd adequaat suïcidale gedachten uitvroegen of de suïcidale gedachten bagatelliseerden. Hulpverleners gaven aan dat zij behoefte hadden aan training in het herkennen en bespreken van suïcidale gedachten. Ook ouders gaven aan dat zij ondersteuning hadden gewild bij het bespreekbaar maken van en omgaan met de suïcidale gedachten van hun kind [9]. Met betrekking tot seksuele en genderdiversiteit gaf een aantal lhbtq-jongvolwassenen aan dat hulpverleners bepaalde aannamen hadden over seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Een biseksuele respondent vertelde dat haar hulpverlener dacht dat zij als biseksuele vrouw veel behoefte had aan fysiek contact, en dat er iets mis was met haar seksleven. Een andere ongelukkige aanname van een hulpverlener was dat het in Nederland ‘normaal’ gevonden wordt om je als vrouw aangetrokken te voelen tot andere vrouwen, terwijl het voor de jongvolwassene niet als ‘normaal’ voelde. Daarnaast gaven lhbtq-jongvolwassenen aan dat hulpverleners seksuele en genderdiversiteit niet altijd adequaat bespraken. Lhbtq-jongvolwassenen hadden het gevoel dat hulpverleners niet goed weten hoe het is om op te groeien als lhbtq-persoon en waar je mee te maken kan krijgen, en dat het ook in Nederland lastig kan zijn om als lhbtq-jongere op te groeien vanwege stigmatisering en afwijzing thuis, op school of op straat. Verder gaven genderdiverse jongvolwassenen en ook ouders van transgender kinderen aan dat ze een gebrek aan kennis ervaarden onder hulpverleners over genderdiversiteit en wat transgender zijn inhoudt. Ook hulpverleners vonden het nodig dat ze training moesten krijgen op het gebied van seksuele en genderdiversiteit [9].

Wat betekent dit voor de hulpverlening?

Om tegemoet te komen aan de behoeften van lhbtq-jongeren en jongvolwassenen is het nodig dat er in de hulpverlening meer aandacht wordt geschonken aan lhbtq-inclusief werken. Verder is het ook belangrijk dat hulpverleners zich ervan bewust zijn dat het niet om een homogene groep gaat en dat er verschillen zijn in behoeften en ervaringen van mensen met verschillende seksuele en genderidentiteiten. De vaardigheden en kennis van hulpverleners wat betreft minderheidsstress, (het bespreken van) seksuele en genderdiversiteit en inclusief taalgebruik dienen te worden vergroot via trainingen, cursussen of intervisie met collega’s die veel kennis hebben van en ervaring hebben met de doelgroep. Daarnaast is het nodig om de kennis en vaardigheden van hulpverleners met betrekking tot het herkennen van suïcidaliteit en het adequaat bespreken van suïcidaliteit te vergroten. Ook zou er in het curriculum van sociale en medische opleidingen aan het mbo, hbo en wo aandacht geschonken moeten worden aan lhbtq-inclusief hulpverlenen en het herkennen en bespreekbaar maken van suïcidaliteit.

Online interventie

Vanwege het hoge aantal lhbtq-jongeren dat last heeft van suïcidaliteit hebben onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Amsterdam dankzij financiering van ZonMW een online interventie ontwikkeld voor lhbtq-jongeren met suïcidale gedachten. Deze is gebaseerd op een bestaande face-to-face interventie die gericht was op homo- en biseksuele mannen in New York [10]. Er is gekozen voor een online interventie omdat de verwachting is dat deze laagdrempeliger is voor bijvoorbeeld lhbtq-jongeren die hun seksuele of genderidentiteit nog niet hebben gedeeld met hun omgeving of hun suïcidale gedachten nog met niemand hebben besproken. De interventie is aangepast, zodat deze toepasbaar is bij lhbtq-jongeren in het algemeen en ook gericht is op suïcidale gedachten. De interventie is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie en bestaat uit acht chatsessies met een hulpverlener. De deelnemers leren omgaan met problemen rond seksuele oriëntatie en genderidentiteit, en het verminderen van suïcidale gedachten. De deelnemers gaan bijvoorbeeld onderzoeken welke ervaringen rond hun seksuele of genderidentiteit bijdragen aan stress, welke gedachten en gevoelens hierbij een rol spelen en hoe deze zich verhouden tot suïcidale gedachten. Verder wordt er onder andere gewerkt aan het identificeren van helpende en niet-helpende gedachten en het ontwikkelen van gezonde copingvaardigheden.
Voor deze interventie werd in 2021 en 2022 een pilotonderzoek uitgevoerd in samenwerking met hulpverleners van Praten Online. Het richtte zich op de uitvoerbaarheid van de interventie en op het in kaart brengen van de resultaten wat betreft het verminderen van suïcidale gedachten.

Conclusie

Lhbtq-personen, jongeren in het bijzonder, hebben een hogere kans op het ontwikkelen van suïcidale gedachten en het doen van een suïcidepoging. In Nederland sluit de hulpverlening nog niet voldoende aan op de behoeften van lhbtq-personen met suïcidale gedachten. Het is belangrijk dat hulpverleners beseffen dat lhbtq-jongeren te maken kunnen krijgen met minderheidsstress en dat minderheidsstress gerelateerd is aan een slechtere psychische gezondheid en het ontwikkelen van suïcidale gedachten. Op het gebied van seksuele en genderdiversiteit moet er vanaf de intake tot en met het behandelaanbod en de inhoud van therapiesessies aandacht geschonken worden aan lhbtq-inclusief handelen. Daarbij is het van belang dat er ook rekening gehouden wordt met de rol van minderheidsstress bij lhbtq-personen met suïcidale gedachten. Een hulpverlener moet in staat zijn om signalen rond suïcidaliteit te herkennen en suïcidaliteit bespreekbaar te maken, en moet weten hoe dit aanhaakt bij specifieke problemen van lhbtq-personen.
Dit artikel richt zich vooral op het behandelen van suïcidaliteit bij lhbtq-personen, maar volgens ons zou beter zijn om aan vroegpreventie van suïcidaliteit te doen door minderheidsstress bij lhbtq-personen te voorkomen. Hiervoor is het nodig dat er een verschuiving plaatsvindt in de normen en waarden rond seksuele en genderdiversiteit, en zouden heteroseksualiteit en een binaire verdeling van gender in de samenleving steeds minder als vanzelfsprekend beschouwd moeten worden. Gelukkig is er steeds meer aandacht voor seksuele en genderdiversiteit in bijvoorbeeld de media en op scholen, wat zou kunnen bijdragen aan een toenemende acceptatie van seksuele en genderdiversiteit. Daarnaast moeten distale factoren, zoals discriminatie, lhbtq-pestgedrag en afwijzing, afnemen om minderheidsstress te reduceren.

Dankbetuiging

De auteurs bedanken Laura Baams, die als onderzoeker betrokken was bij de onderzoeken naar suïcidepreventie onder lhbtq-jongeren, alsmede 113 Zelfmoordpreventie en Movisie. 113 Zelfmoordpreventie heeft meegedacht over de interventie voor lhbtq-jongeren met suïcidale gedachten. Movisie heeft een bijdrage geleverd aan het interviewonderzoek naar hulpbehoeften van lhbtq-jongeren met suïcidale gedachten. Ten slotte bedanken de auteurs alle deelnemers die aan het interviewonderzoek hebben meegewerkt.

Financiering

ZonMw. Projectnummer: 531 004005.
Open Access This article is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License, which permits use, sharing, adaptation, distribution and reproduction in any medium or format, as long as you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons licence, and indicate if changes were made. The images or other third party material in this article are included in the article’s Creative Commons licence, unless indicated otherwise in a credit line to the material. If material is not included in the article’s Creative Commons licence and your intended use is not permitted by statutory regulation or exceeds the permitted use, you will need to obtain permission directly from the copyright holder. To view a copy of this licence, visit http://​creativecommons.​org/​licenses/​by/​4.​0/​.

Onze productaanbevelingen

Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen

TSG, het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, is het enige Nederlandstalige tijdschrift dat multidisciplinaire informatie bevat op het gebied van de volksgezondheid en gezondheidszorg. Naast de multidisciplinaire oriëntatie is de combinatie van wetenschap, beleid en praktijk uniek.

BSL Academy SW-TP Saxion Parttime School jaarlicentie

BSL Academy SW-TP Saxion Parttime School half jaarlicentie

Toon meer producten
Literatuur
1.
go back to reference Lange J de, Baams L, Bergen DD van, Bos HMW, Bosker RJ. Minority stress and suicidal ideation and suicide attempts among LGBT adolescents and young adults: a meta-analysis. LGBT Health. 2022;9(4):222–37.CrossRefPubMed Lange J de, Baams L, Bergen DD van, Bos HMW, Bosker RJ. Minority stress and suicidal ideation and suicide attempts among LGBT adolescents and young adults: a meta-analysis. LGBT Health. 2022;9(4):222–37.CrossRefPubMed
2.
go back to reference Meyer IH. Prejudice, social stress, and mental health in lesbian, gay, and bisexual populations: conceptual issues and research evidence. Psychol Bull. 2003;129:674–97.CrossRefPubMedPubMedCentral Meyer IH. Prejudice, social stress, and mental health in lesbian, gay, and bisexual populations: conceptual issues and research evidence. Psychol Bull. 2003;129:674–97.CrossRefPubMedPubMedCentral
3.
go back to reference Toomey RB. Advancing research on minority stress and resilience in trans children and adolescents in the 21st century. Child Dev Perspect. 2021;15:96–102.CrossRef Toomey RB. Advancing research on minority stress and resilience in trans children and adolescents in the 21st century. Child Dev Perspect. 2021;15:96–102.CrossRef
5.
go back to reference Wiepjes CM, Heijer M den, Bremmer MA, Nota NM, Blok CJM de, Coumou BJG, et al. Trends in suicide death risk in transgender people: results from the Amsterdam Cohort of Gender Dysphoria study (1972–2017). Acta Psychiatr Scand. 2020;141:486–91.CrossRefPubMedPubMedCentral Wiepjes CM, Heijer M den, Bremmer MA, Nota NM, Blok CJM de, Coumou BJG, et al. Trends in suicide death risk in transgender people: results from the Amsterdam Cohort of Gender Dysphoria study (1972–2017). Acta Psychiatr Scand. 2020;141:486–91.CrossRefPubMedPubMedCentral
7.
go back to reference Pellicane MJ, Ciesla JA. Associations between minority stress, depression, and suicidal ideation and attempts in transgender and gender diverse (TGD) individuals: systematic review and meta-analysis. Clin Psychol Rev. 2022;91:102113.CrossRefPubMed Pellicane MJ, Ciesla JA. Associations between minority stress, depression, and suicidal ideation and attempts in transgender and gender diverse (TGD) individuals: systematic review and meta-analysis. Clin Psychol Rev. 2022;91:102113.CrossRefPubMed
8.
go back to reference Russell ST, Pollitt AM, Li G, Grossman AH. Chosen name use is linked to reduced depressive symptoms, suicidal ideation, and suicidal behavior among transgender youth. J Adolesc Health. 2018;63:503–5.CrossRefPubMedPubMedCentral Russell ST, Pollitt AM, Li G, Grossman AH. Chosen name use is linked to reduced depressive symptoms, suicidal ideation, and suicidal behavior among transgender youth. J Adolesc Health. 2018;63:503–5.CrossRefPubMedPubMedCentral
9.
go back to reference Lange J de, Bergen DD van, Baams L, Timmerman MC, Bos HMW. Experiences and needs of sexual and gender minority young adults with a history of suicidal ideation regarding formal and informal mental healthcare. Sex Res Social Policy. 2022;19:1829–41.CrossRef Lange J de, Bergen DD van, Baams L, Timmerman MC, Bos HMW. Experiences and needs of sexual and gender minority young adults with a history of suicidal ideation regarding formal and informal mental healthcare. Sex Res Social Policy. 2022;19:1829–41.CrossRef
10.
go back to reference Pachankis JE, Hatzenbuehler ML, Rendina HJ, Safren SA, Parsons JT. LGB-affirmative cognitive-behavioral therapy for young adult gay and bisexual men: a randomized controlled trial of a transdiagnostic minority stress approach. J Consult Clin Psychol. 2015;83:875–86.CrossRefPubMedPubMedCentral Pachankis JE, Hatzenbuehler ML, Rendina HJ, Safren SA, Parsons JT. LGB-affirmative cognitive-behavioral therapy for young adult gay and bisexual men: a randomized controlled trial of a transdiagnostic minority stress approach. J Consult Clin Psychol. 2015;83:875–86.CrossRefPubMedPubMedCentral
Metagegevens
Titel
Lhbtq-jongeren en suïcidaliteit: ontstaan en hulpbehoeften
Auteurs
Jennifer de Lange
Diana van Bergen
Roel Bosker
Henny Bos
Publicatiedatum
01-05-2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen / Uitgave bijlage 1/2023
Print ISSN: 1388-7491
Elektronisch ISSN: 1876-8776
DOI
https://doi.org/10.1007/s12508-023-00395-w

Andere artikelen bijlage 1/2023

TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen 1/2023 Naar de uitgave