Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:

20-03-2018

Problematische schulden in de spreekkamer, over de doorwerking van geldzorgen op gezondheid

Auteurs: Drs. A. van der Veer, Dr. N. Jungmann

Gepubliceerd in: Bijblijven | Uitgave 3-4/2018

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

Mensen met financiële problemen hebben vaak een ongezondere leefstijl en vaker lichamelijke en psychische klachten dan mensen zonder geldzorgen. Dat is zorgwekkend, want financiële problemen komen veel voor. Eén op de vijf Nederlandse huishoudens heeft risicovolle of problematische schulden. Huisartsen die alert zijn op de doorwerking van financiële problemen realiseren zich dat het oplossen van de schulden soms de belangrijkste stap is om (op de lange termijn) de klachten op te lossen of te verminderen. Meer aandacht voor problematische schulden in de spreekkamer begint met meer kennis bij huisartsen over de invloed van geldzorgen op gezondheid en bij een warm netwerk om patiënten over te dragen aan partijen die de financiële problemen kunnen helpen oplossen.

Financiële problemen komen veel voor

Huisartsen ontmoeten regelmatig patiënten met financiële problemen. Volgens het door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gehanteerde ‘niet veel maar toereikend’-criterium is naar schatting 8 % van de mensen arm [1]. Een aanmerkelijk grotere groep van bijna 20 % heeft risicovolle of problematische schulden (1,4 miljoen huishoudens) [2]. Voor een groot deel van deze groep geldt dat ze hun financiële problemen alleen kunnen oplossen als zij professionele ondersteuning krijgen in de vorm van schuldhulpverlening. Dit klinkt misschien hoopvol, maar meer dan de helft van de huishoudens die schuldhulpverlening nodig hebben, lukt het niet om hun weg naar deze voorziening te vinden [2, 3].
Financiële problemen vormen zelden een directe aanleiding voor een afspraak bij de huisarts. Gezien de groeiende hoeveelheid onderzoeken waarin de invloed van financiële problematiek op gezondheid wordt beschreven, zijn geldzorgen echter waarschijnlijk vaker een indirecte reden dan veel huisartsen vermoeden. In deze bijdrage is beschreven wat er bekend is over de relatie tussen financiële problemen en gezondheid, wat grotere aandacht voor financiële problematiek mogelijk aan gezondheidsimpact kan hebben en hoe huisartsen aandacht voor financiële problemen als veroorzaker of verergerende factor kunnen meenemen in hun aanpak.

Financiële problemen beïnvloeden zowel leefstijl, psychische als fysieke gezondheid

Geldzorgen hebben allerlei manieren invloed op leefstijl en gezondheid. De beschikbare onderzoeken lijken te impliceren dat geldzorgen in de eerste plaats vooral onze leefstijl beïnvloeden en ons psychisch welbevinden en daarvan afgeleid onze fysieke gezondheid [4].

Geldzorgen en leefstijl

Wie veel geldzorgen heeft, leeft gemiddeld genomen aanmerkelijk ongezonder. Uit Nederlands onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat laagopgeleide mensen met risicovolle schulden vaker te weinig fruit eten (85 % vs. 69 %), vaker roken (42 % vs. 26 %), vaker te weinig bewegen (40 % vs. 32 %) en vaker slecht ontbijten (34 % vs. 14 %) dan laagopgeleide mensen zonder risicovolle schulden [5]. Ook hoogopgeleide mensen mét een risicovolle schuld hebben een minder gezonde leefstijl dan hoogopgeleide mensen zonder een risicovolle schuld, maar bij hen zijn de verschillen kleiner. Duits onderzoek voegt aan deze inzichten toe dat mensen meer lijken te roken als de zorgen over de schulden toenemen [6]. De verklaring voor een ongezondere leefstijl lijkt onder meer te zijn dat schulden een wissel trekken op de mate waarin we in staat zijn ons gedrag te sturen (zelfregulatie) [7].

Geldzorgen en psychische problemen

Er lijkt ook een verband te zijn tussen financiële problemen en psychische klachten. Een systematisch literatuuroverzicht van 33 peer-reviewed studies toonde aan dat mensen met schulden vaker piekeren, vaker in een sociaal isolement leven, vaker last hebben van angststoornissen [8], vaker nadenken over suïcide en vaker aan depressie lijden dan mensen zonder schulden [4, 9].
Door sommige wetenschappers wordt er zelfs gewezen op de invloed van financiële problemen op het besluit van mensen om suïcide te plegen. Een studie onder Engelse volwassenen naar het voorkomen van psychiatrische aandoeningen bracht aan het licht dat schulden aan suïcidale gedachten zijn gerelateerd. Volwassenen met schulden dachten het voorgaande jaar twee keer zo vaak aan suïcide als mensen zonder schulden, ongeacht hun economische omstandigheden, levensstijl of de samenstelling van het huishouden. Daarbij speelde het gevoel van hopeloosheid een mediërende rol [10, 11]. Sinds de economische crisis in 2008 begon, nam het percentage mensen dat suïcide pleegde met ruim 30 % toe [12, 13].
De mate waarin financiële problemen invloed hebben op het psychisch welbevinden lijkt overigens, en niet verwonderlijk, samen te hangen met het geloof in eigen kunnen (self-efficacy) en de mate waarin mensen denken dat ze hun situatie op enigerlei wijze kunnen oplossen [14].

Geldzorgen en fysieke problemen

Mensen met financiële problemen hebben ook vaker fysieke klachten [15]. Uit een Duitse studie blijkt bijvoorbeeld dat mensen met financiële problemen aanmerkelijk vaker lage rugklachten hebben [16] en dat overgewicht en obesitas bij deze groep aanmerkelijk vaker voorkomt [17]. Er zijn veel redenen om aan te nemen dat er bij de fysieke klachten een relatie is met de aanhoudende stress die geldzorgen vaak met zich meebrengen [18].

Er kan winst worden geboekt als de huisarts meer oog heeft voor financiële problemen

Aanhoudende geldzorgen dragen eraan bij dat mensen bij de dag gaan leven, minder doordachte beslissingen nemen en dat ze de belangen van vandaag (geld uitsparen) voorrang geven boven het grotere belang van morgen (voorkomen dat een situatie escaleert) [19]. Bij gezondheidsproblemen kan deze dynamiek bijdragen aan onomkeerbare schade of onnodig hoge kosten. Er is alle reden om aan te nemen dat het met de patiënt doornemen van de risico’s op de langere termijn, en mogelijk zelfs de financiële consequenties daarvan, de kans vergroot dat iemand het advies van de huisarts opvolgt [2022].
Door de financiële mogelijkheden en overwegingen van patiënten te betrekken bij het opstellen van een behandelplan wordt voorkomen dat iemand de deur uitgaat met een recept dat hij of zij toch niet afhaalt vanwege het bij te betalen bedrag. Of een verwijzing die iemand niet gaat opvolgen vanwege het eigen risico [23]. Om onnodige herhaalbezoeken zoveel mogelijk te voorkomen, hebben huisartsen er belang bij om al bij het uitschrijven van het recept of de verwijzing te polsen in hoeverre de patiënt denkt daarvan gebruik te gaan maken. Wanneer in die fase al duidelijk wordt dat iemand er vanwege de kosten geen gebruik van gaat maken, is het zinvoller om direct na te denken over een plan B dan om te wachten tot de patiënt op een later moment weer terugkomt met dezelfde klacht.
Daarbij is het de moeite waard om aandacht te hebben voor de invloed van de eigen perceptie. Belgische artsen zijn bijvoorbeeld geneigd om mensen die in armoede leven langer zelf te behandelen en bij hen vaker in te zetten op kortetermijnoplossingen [24]. Huisartsen blijken in die situaties zowel paternalistisch als empathisch te zijn in hun houding, wat soms leidt tot minder hoge verwachtingen van de bereidheid van de patiënt om iets aan de gezondheid te doen [24]. Deze houding kan onbedoeld negatief uitwerken op de langetermijn gezondheidsperspectieven van de patiënt. Het is de moeite waard om te onderzoeken of er in Nederland – met de beste bedoelingen – sprake is van vergelijkbare patronen.
Schuldenproblematiek heeft niet alleen invloed op het gedrag van de huisarts. Ook op de patiënt heeft het invloed. Schulden zijn nog altijd een onderwerp van schaamte. Enerzijds willen mensen graag dat er rekening mee wordt gehouden, maar anderzijds durven ze het vaak niet actief in te brengen in het proces waarin wordt afgewogen wat er moet gebeuren. Belgisch onderzoek toont aan dat patiënten ondanks de schaamte graag zouden willen dat huisartsen meer rekening houden met hun financiële mogelijkheden [25]. Een tweede punt van aandacht is dat patiënten die zorg mijden daar achteraf vaak een slecht gevoel over hebben. Zeventig procent van de mensen die vanwege de kosten zorg mijden, vindt achteraf dat ze geen goede beslissing hebben genomen [26].

Wat de huisarts concreet kan doen

Een huisarts is geen financiële dienstverlener. Toch is het de moeite waard om de vraag te stellen wat meer aandacht voor financiën kan opleveren. In de eerste plaats kan het blootleggen van financiën als onderliggende oorzaak van gezondheidsproblemen bijdragen aan een heel andere aanpak. Voor een deel van de patiënten ligt de echte oplossing voor de klachten bij de schuldhulpverlener en niet in de spreekkamer van de (huis)arts.
Concrete en eenvoudige zaken die huisartsen in het licht van het voorgaande kunnen oppakken zijn: het actiever informeren van patiënten over de kosten, alerter zijn op de invloed van financiële problemen op de gezondheid(sbeleving) en het actief verwijzen van patiënten naar de schuldhulpverlening.

Het informeren van de patiënt over kosten

Het gebruik van zorg is voor mensen met financiële problemen niet vanzelfsprekend. De kosten zijn voor 3 tot 5 % van de Nederlanders de belangrijkste reden om bij klachten geen gebruik te maken van zorg [26, 27]. Als wordt aangenomen dat dit met name mensen zijn met financiële problemen dan betekent dit dat één op de zes patiënten met geldzorgen om financiële redenen zorg mijdt. Het meest gemeden worden huisartsenbezoek, zorg bij een specialist in het ziekenhuis en medicijnen op recept. Patiënten mijden dus ook zorg waarvoor zij niet hoeven te betalen. Uitgaande van een gemiddelde praktijkgrootte van ruim 2.000 patiënten1 gaat het algauw om meer dan zestig financiële zorgmijders per praktijk. De stijging van het eigen risico lijkt hier ook een rol te spelen. In 2016 gaven meer mensen dan in het jaar daarvoor aan dat zij zorg hebben gemeden omdat ze geen geld hadden om het eigen risico te kunnen betalen [27]. Gemiddeld genomen weten mensen niet goed welke vormen van zorg onder het eigen risico vallen. De helft van de Nederlanders denkt bijvoorbeeld dat er voor een bezoek aan de huisarts kosten in rekening worden gebracht en driekwart denkt dat het eigen risico ook geldt voor kinderen onder de 18 jaar. Tachtig procent van de Nederlanders denkt dat voor kraamzorg het eigen risico geldt.
Uit een landelijke meldactie uit 2015 onder leden van patiëntenorganisaties bleek dat twee derde van de deelnemers het prettig vindt om geïnformeerd te worden over de kosten voorafgaand aan een behandeling. Dit had bij de helft van deze patiënten te maken met de gevolgen voor het eigen risico [28]. Patiënten die niet goed weten hoe hoog het eigen risico is, en dit te laag óf te hoog inschatten, mijden een consult vaker dan patiënten die een realistische inschatting maken [26].

Praktische adviezen

  • Hang in de wachtkamer een overzichtje op van de kosten.
  • Informeer patiënten over kosten van behandelingen of medicijnen en vraag of dat een belemmering vormt (denk aan de eigen bijdragen, het aanschaffen van zelfhulpmiddelen, het eigen risico bij verwijzing of labonderzoek, of de parkeerkosten bij het ziekenhuis); bedenk samen zo mogelijk alternatieven.
  • Leid praktijkondersteuners op om in gesprek te gaan en mensen desgewenst warm over te dragen aan financiële hulpverleners.

Alert zijn op de invloed van financiële problemen op de gezondheid(sbeleving)

Een tweede advies is om alert te zijn op de invloed van financiële problemen op de gezondheid(sbeleving). Zeker als patiënten bij herhaling terugkomen met klachten die in de literatuur ook aan geldproblemen worden gerelateerd (slapeloosheid, rugklachten, depressie etc.) kan het de moeite waard zijn om op enig moment respectvol te informeren naar de financiële situatie van de patiënt.

Praktische adviezen

  • Maak financiële problemen bespreekbaar door vragen te stellen als: ‘Ik ken verschillende patiënten die geldproblemen hebben en daar ziek van zijn. De klachten die jij hebt zouden ook kunnen komen door geldzorgen. Mag ik je vragen of jij die hebt?’
  • Vraag door als een patiënt dit wil bespreken: ‘Dus u heeft financiële problemen. Wat wilt u daarover aan mij vertellen?’

Het verwijzen van patiënten naar de schuldhulpverlening

Door een gezamenlijke aanpak binnen een warm netwerk is veel winst te behalen: het vergroten van financiële vaardigheden leidt tot een betere waardering van de eigen gezondheid en vermindert de kans op angsten of depressie [29]. Dit vraagt om samenwerking tussen zorgprofessionals, gemeentelijke schuldhulpverlening, het wijkteam, vrijwilligerswerk, maatschappelijk werk, onderwijs- en taalaanbod, bewegingsaanbod én huisartsen.

Praktische adviezen

  • Zorg voor laagdrempelige informatie over schuldhulpverlening in de wachtkamer, bijvoorbeeld door berichten op een videoscherm of folders over vrijwilligers die helpen met de financiële administratie.
  • Verwijs naar een wijkteam of afdeling Schuldhulpverlening, die de patiënt helpt de juiste ondersteuning te vinden. Dat kan een vrijwilliger zijn die helpt met administratie, maar ook een schuldregeling.
  • Betrek andere zorgprofessionals in de keten erbij na toestemming van de patiënt, bijvoorbeeld de apotheek, diëtist, tandarts, het maatschappelijk werk en de eerstelijns GGZ, maar ook specialisten, arbo-artsen en het wijkteam. Het wijkteam brengt op veel plaatsen schuldenproblematiek in kaart.
  • Voor wie meer gericht wil verwijzen is de gratis te downloaden handreiking ‘De eindjes aan elkaar knopen’ interessant [30]. Deze handreiking bevat een eenvoudig overzicht van voorzieningen waarnaar een huisarts kan verwijzen (inclusief een eenvoudig stroomschema welke situatie indiceert voor welke hulpverlening: vrijwilliger, schuldhulpverlener, juridisch loket of beschermingsbewindvoerder).

Conclusie

In de inleiding van deze bijdrage staat dat bijna 20 % van de Nederlandse huishoudens risicovolle of problematische schulden heeft. Meer dan de helft van de huishoudens met problematische schulden krijgt niet de ondersteuning die ze nodig hebben om hun geldzorgen op te lossen. Gezien de samenhang met gezondheidsproblemen mag voorzichtig worden aangenomen dat het percentage patiënten met financiële problemen dat huisartsen ontvangen misschien nog wel hoger ligt dan één op de vijf. Het ligt dus ook voor de hand dat er in de spreekkamer regelmatig mensen zitten die schuldhulpverlening nodig hebben, maar daar geen gebruik van maken. Huisartsen kunnen veel doen om deze groep patiënten te helpen door deze problematiek ter sprake te brengen en patiënten door te verwijzen.
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

DocsOnline – Vakinformatie voor huisartsen

Met DocsOnline blijft u op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in uw vak en bouwt u efficiënt aan uw vakkennis. U krijgt digitale toegang tot zo'n 30 boeken huisartsgeneeskunde en 3 vaktijdschriften. Alles om u nóg beter te maken in uw vak.

BSL Academy mbo Verzorging en Verpleegkunde

Bijblijven

Bijblijven geeft inzicht in de huidige stand van zaken over onderwerpen die u als huisarts in uw dagelijkse praktijk tegenkomt. Bijblijven verschijnt 10 keer per jaar, waarbij in elk nummer een ander thema centraal staat.

Voetnoten
1
Voor 2018 hanteert de NZa een normpraktijk van 2.095 patiënten per huisarts. Bron: https://​www.​lhv.​nl/​uw-beroep/​over-de-huisarts/​kerncijfers-huisartsenzorg.
 
Literatuur
1.
go back to reference SCP. Armoede in kaart. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau; 2016. SCP. Armoede in kaart. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau; 2016.
2.
go back to reference Westhof F, Ruig LS de, Kerckhaert A. Huishoudens in de rode cijfers 2015. Over schulden van Nederlandse huishoudens en preventiemogelijkheden. Zoetermeer: Panteia; 2015. Westhof F, Ruig LS de, Kerckhaert A. Huishoudens in de rode cijfers 2015. Over schulden van Nederlandse huishoudens en preventiemogelijkheden. Zoetermeer: Panteia; 2015.
3.
go back to reference Nationale Ombudsman. Burgerperspectief op schuldhulpverlening. Den Haag: Nationale Ombudsman; 2016. Nationale Ombudsman. Burgerperspectief op schuldhulpverlening. Den Haag: Nationale Ombudsman; 2016.
5.
go back to reference Rijnsoever MP van, Tromp E, Waterlander WE, Schütz FM, Steenhuis IHM. Verschillen in leefstijl en gezondheid tussen mensen met en zonder schulden. TSG. 2012;89(1):43.CrossRef Rijnsoever MP van, Tromp E, Waterlander WE, Schütz FM, Steenhuis IHM. Verschillen in leefstijl en gezondheid tussen mensen met en zonder schulden. TSG. 2012;89(1):43.CrossRef
8.
go back to reference McLaughlin KA, Nandi A, Keyes KM, Uddin M, Aiello AE, Galea S, Koenen KC. Home foreclosure and risk of psychiatric morbidity during the recent financial crisis. Psychol Med. 2012;42(7):1441–8.CrossRefPubMed McLaughlin KA, Nandi A, Keyes KM, Uddin M, Aiello AE, Galea S, Koenen KC. Home foreclosure and risk of psychiatric morbidity during the recent financial crisis. Psychol Med. 2012;42(7):1441–8.CrossRefPubMed
9.
go back to reference Drentea P, Lavrakas PJ. Over the limit: the association among health, race and debt. Soc Sci Med. 2000;50:517.CrossRefPubMed Drentea P, Lavrakas PJ. Over the limit: the association among health, race and debt. Soc Sci Med. 2000;50:517.CrossRefPubMed
12.
14.
go back to reference Selenko E, Batinic B. Beyond debt. A moderator analysis of the relationship between perceived financial strain and mental health. Soc Sci Med. 2011;73(12):1725–32.CrossRefPubMed Selenko E, Batinic B. Beyond debt. A moderator analysis of the relationship between perceived financial strain and mental health. Soc Sci Med. 2011;73(12):1725–32.CrossRefPubMed
15.
go back to reference Münster E, Rüger H, Ochsmann E, Alsmann C, Letzel S. Überschuldung und Gesundheit. Arbeitsmed Sozialmed Umweltmed. 2007;42(12):628–34. Münster E, Rüger H, Ochsmann E, Alsmann C, Letzel S. Überschuldung und Gesundheit. Arbeitsmed Sozialmed Umweltmed. 2007;42(12):628–34.
16.
go back to reference Ochsmann E, Rueger H, Letzel S, Drexler H, Münster E. Over-indebtedness and its association with the prevalence of back pain. BMC Public Health. 2009;9(451):1–8. Ochsmann E, Rueger H, Letzel S, Drexler H, Münster E. Over-indebtedness and its association with the prevalence of back pain. BMC Public Health. 2009;9(451):1–8.
17.
go back to reference Münster E, Rüger H, Ochsmann E, Letzel S, Toschke AM. Over-indebtedness as a marker of socioeconomic status and its association with obesity: a cross-sectional study. BMC Public Health. 2009;9(286):1–6. Münster E, Rüger H, Ochsmann E, Letzel S, Toschke AM. Over-indebtedness as a marker of socioeconomic status and its association with obesity: a cross-sectional study. BMC Public Health. 2009;9(286):1–6.
18.
go back to reference Dijk G van, Boer R de, Scheurink AJW, et al. Neurobiologie van vitaliteit: de rol van sociaal-economische status. Neuropraxis. 2016;20:184.CrossRef Dijk G van, Boer R de, Scheurink AJW, et al. Neurobiologie van vitaliteit: de rol van sociaal-economische status. Neuropraxis. 2016;20:184.CrossRef
19.
go back to reference Mullainathan S, Shafir E. Schaarste: Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Amsterdam: Maven; 2013. Mullainathan S, Shafir E. Schaarste: Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Amsterdam: Maven; 2013.
20.
go back to reference Jungmann N, Wesdorp LP. Mobility Mentoring. Hoe inzichten uit de hersenwetenschap leiden tot een betere aanpak van armoede en schulden. Den Haag/Utrecht: Platform31/Hogeschool Utrecht; 2017. Jungmann N, Wesdorp LP. Mobility Mentoring. Hoe inzichten uit de hersenwetenschap leiden tot een betere aanpak van armoede en schulden. Den Haag/Utrecht: Platform31/Hogeschool Utrecht; 2017.
21.
go back to reference Casanova L, Ringa V, Bloy G, Falcoff H, Rigal H. Factors associated with GPs’ knowledge of their patients’ socio-economic circumstances: a multilevel analyses. Fam Pract. 2015;32(6):652–8.PubMed Casanova L, Ringa V, Bloy G, Falcoff H, Rigal H. Factors associated with GPs’ knowledge of their patients’ socio-economic circumstances: a multilevel analyses. Fam Pract. 2015;32(6):652–8.PubMed
22.
go back to reference Chatelard S, Bodenmann P, Vaucher P, Herzig L, Bischoff T, et al. General practitioners can evaluate the material, social and health dimensions of patient social status. PLoS ONE. 2014;9(1):e84828.CrossRefPubMedPubMedCentral Chatelard S, Bodenmann P, Vaucher P, Herzig L, Bischoff T, et al. General practitioners can evaluate the material, social and health dimensions of patient social status. PLoS ONE. 2014;9(1):e84828.CrossRefPubMedPubMedCentral
23.
go back to reference Cappelle H, Roy K van, Willems S. Hoe kunnen huisartsen een beter zicht krijgen op de sociale determinanten van gezondheid bij hun patiënten? Antwerpen: Domus Medica; 2015. Cappelle H, Roy K van, Willems S. Hoe kunnen huisartsen een beter zicht krijgen op de sociale determinanten van gezondheid bij hun patiënten? Antwerpen: Domus Medica; 2015.
24.
go back to reference Willems S, Swinnen W, Maeseneer J de. The GP’s perception of poverty: a qualitative study. Fam Pract. 2005;22:177–83.CrossRefPubMed Willems S, Swinnen W, Maeseneer J de. The GP’s perception of poverty: a qualitative study. Fam Pract. 2005;22:177–83.CrossRefPubMed
25.
go back to reference Willems S, Roo L de, Anthierens S, Derese A, Maeseneer J de. Understanding inequity in the use of medical care: the perspective of people living in poverty. In: Willems S. The socio-economic gradient in health: a never-ending story? Proefschrift. Gent: Universiteit Gent; 2005. p. 84–110. Willems S, Roo L de, Anthierens S, Derese A, Maeseneer J de. Understanding inequity in the use of medical care: the perspective of people living in poverty. In: Willems S. The socio-economic gradient in health: a never-ending story? Proefschrift. Gent: Universiteit Gent; 2005. p. 84–110.
26.
go back to reference Esch TEM van, Brabers AEM, Dijk C van, Groenewegen PP, Jong JD de. Inzicht in zorgmijden: aard, omvang, redenen en achtergrondkenmerken. Utrecht: NIVEL; 2015. Esch TEM van, Brabers AEM, Dijk C van, Groenewegen PP, Jong JD de. Inzicht in zorgmijden: aard, omvang, redenen en achtergrondkenmerken. Utrecht: NIVEL; 2015.
27.
go back to reference TNS Kantar in opdracht van VGZ. Het eigen risico in de zorg. Amsterdam: TNS; 2016. TNS Kantar in opdracht van VGZ. Het eigen risico in de zorg. Amsterdam: TNS; 2016.
28.
go back to reference NPCF, Ieder(in), LPGGz. Meldactie inzicht in zorgkosten? Utrecht: NPCF; 2015. NPCF, Ieder(in), LPGGz. Meldactie inzicht in zorgkosten? Utrecht: NPCF; 2015.
29.
go back to reference Taylor M, Jenkins S, Sacker A. Financial capability and well-being: evidence from the BHPS. Paper financial service authority. 2009. Taylor M, Jenkins S, Sacker A. Financial capability and well-being: evidence from the BHPS. Paper financial service authority. 2009.
Metagegevens
Titel
Problematische schulden in de spreekkamer, over de doorwerking van geldzorgen op gezondheid
Auteurs
Drs. A. van der Veer
Dr. N. Jungmann
Publicatiedatum
20-03-2018
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Bijblijven / Uitgave 3-4/2018
Print ISSN: 0168-9428
Elektronisch ISSN: 1876-4916
DOI
https://doi.org/10.1007/s12414-018-0301-y