Financiële problemen komen veel voor
Huisartsen ontmoeten regelmatig patiënten met financiële problemen. Volgens het door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gehanteerde ‘niet veel maar toereikend’-criterium is naar schatting 8 % van de mensen arm [
1]. Een aanmerkelijk grotere groep van bijna 20 % heeft risicovolle of problematische schulden (1,4 miljoen huishoudens) [
2]. Voor een groot deel van deze groep geldt dat ze hun financiële problemen alleen kunnen oplossen als zij professionele ondersteuning krijgen in de vorm van schuldhulpverlening. Dit klinkt misschien hoopvol, maar meer dan de helft van de huishoudens die schuldhulpverlening nodig hebben, lukt het niet om hun weg naar deze voorziening te vinden [
2,
3].
Financiële problemen vormen zelden een directe aanleiding voor een afspraak bij de huisarts. Gezien de groeiende hoeveelheid onderzoeken waarin de invloed van financiële problematiek op gezondheid wordt beschreven, zijn geldzorgen echter waarschijnlijk vaker een indirecte reden dan veel huisartsen vermoeden. In deze bijdrage is beschreven wat er bekend is over de relatie tussen financiële problemen en gezondheid, wat grotere aandacht voor financiële problematiek mogelijk aan gezondheidsimpact kan hebben en hoe huisartsen aandacht voor financiële problemen als veroorzaker of verergerende factor kunnen meenemen in hun aanpak.
Financiële problemen beïnvloeden zowel leefstijl, psychische als fysieke gezondheid
Geldzorgen hebben allerlei manieren invloed op leefstijl en gezondheid. De beschikbare onderzoeken lijken te impliceren dat geldzorgen in de eerste plaats vooral onze leefstijl beïnvloeden en ons psychisch welbevinden en daarvan afgeleid onze fysieke gezondheid [
4].
Geldzorgen en leefstijl
Wie veel geldzorgen heeft, leeft gemiddeld genomen aanmerkelijk ongezonder. Uit Nederlands onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat laagopgeleide mensen met risicovolle schulden vaker te weinig fruit eten (85 % vs. 69 %), vaker roken (42 % vs. 26 %), vaker te weinig bewegen (40 % vs. 32 %) en vaker slecht ontbijten (34 % vs. 14 %) dan laagopgeleide mensen zonder risicovolle schulden [
5]. Ook hoogopgeleide mensen mét een risicovolle schuld hebben een minder gezonde leefstijl dan hoogopgeleide mensen zonder een risicovolle schuld, maar bij hen zijn de verschillen kleiner. Duits onderzoek voegt aan deze inzichten toe dat mensen meer lijken te roken als de zorgen over de schulden toenemen [
6]. De verklaring voor een ongezondere leefstijl lijkt onder meer te zijn dat schulden een wissel trekken op de mate waarin we in staat zijn ons gedrag te sturen (zelfregulatie) [
7].
Geldzorgen en psychische problemen
Er lijkt ook een verband te zijn tussen financiële problemen en psychische klachten. Een systematisch literatuuroverzicht van 33 peer-reviewed studies toonde aan dat mensen met schulden vaker piekeren, vaker in een sociaal isolement leven, vaker last hebben van angststoornissen [
8], vaker nadenken over suïcide en vaker aan depressie lijden dan mensen zonder schulden [
4,
9].
Door sommige wetenschappers wordt er zelfs gewezen op de invloed van financiële problemen op het besluit van mensen om suïcide te plegen. Een studie onder Engelse volwassenen naar het voorkomen van psychiatrische aandoeningen bracht aan het licht dat schulden aan suïcidale gedachten zijn gerelateerd. Volwassenen met schulden dachten het voorgaande jaar twee keer zo vaak aan suïcide als mensen zonder schulden, ongeacht hun economische omstandigheden, levensstijl of de samenstelling van het huishouden. Daarbij speelde het gevoel van hopeloosheid een mediërende rol [
10,
11]. Sinds de economische crisis in 2008 begon, nam het percentage mensen dat suïcide pleegde met ruim 30 % toe [
12,
13].
De mate waarin financiële problemen invloed hebben op het psychisch welbevinden lijkt overigens, en niet verwonderlijk, samen te hangen met het geloof in eigen kunnen (self-efficacy) en de mate waarin mensen denken dat ze hun situatie op enigerlei wijze kunnen oplossen [
14].
Geldzorgen en fysieke problemen
Mensen met financiële problemen hebben ook vaker fysieke klachten [
15]. Uit een Duitse studie blijkt bijvoorbeeld dat mensen met financiële problemen aanmerkelijk vaker lage rugklachten hebben [
16] en dat overgewicht en obesitas bij deze groep aanmerkelijk vaker voorkomt [
17]. Er zijn veel redenen om aan te nemen dat er bij de fysieke klachten een relatie is met de aanhoudende stress die geldzorgen vaak met zich meebrengen [
18].
Er kan winst worden geboekt als de huisarts meer oog heeft voor financiële problemen
Aanhoudende geldzorgen dragen eraan bij dat mensen bij de dag gaan leven, minder doordachte beslissingen nemen en dat ze de belangen van vandaag (geld uitsparen) voorrang geven boven het grotere belang van morgen (voorkomen dat een situatie escaleert) [
19]. Bij gezondheidsproblemen kan deze dynamiek bijdragen aan onomkeerbare schade of onnodig hoge kosten. Er is alle reden om aan te nemen dat het met de patiënt doornemen van de risico’s op de langere termijn, en mogelijk zelfs de financiële consequenties daarvan, de kans vergroot dat iemand het advies van de huisarts opvolgt [
20‐
22].
Door de financiële mogelijkheden en overwegingen van patiënten te betrekken bij het opstellen van een behandelplan wordt voorkomen dat iemand de deur uitgaat met een recept dat hij of zij toch niet afhaalt vanwege het bij te betalen bedrag. Of een verwijzing die iemand niet gaat opvolgen vanwege het eigen risico [
23]. Om onnodige herhaalbezoeken zoveel mogelijk te voorkomen, hebben huisartsen er belang bij om al bij het uitschrijven van het recept of de verwijzing te polsen in hoeverre de patiënt denkt daarvan gebruik te gaan maken. Wanneer in die fase al duidelijk wordt dat iemand er vanwege de kosten geen gebruik van gaat maken, is het zinvoller om direct na te denken over een plan B dan om te wachten tot de patiënt op een later moment weer terugkomt met dezelfde klacht.
Daarbij is het de moeite waard om aandacht te hebben voor de invloed van de eigen perceptie. Belgische artsen zijn bijvoorbeeld geneigd om mensen die in armoede leven langer zelf te behandelen en bij hen vaker in te zetten op kortetermijnoplossingen [
24]. Huisartsen blijken in die situaties zowel paternalistisch als empathisch te zijn in hun houding, wat soms leidt tot minder hoge verwachtingen van de bereidheid van de patiënt om iets aan de gezondheid te doen [
24]. Deze houding kan onbedoeld negatief uitwerken op de langetermijn gezondheidsperspectieven van de patiënt. Het is de moeite waard om te onderzoeken of er in Nederland – met de beste bedoelingen – sprake is van vergelijkbare patronen.
Schuldenproblematiek heeft niet alleen invloed op het gedrag van de huisarts. Ook op de patiënt heeft het invloed. Schulden zijn nog altijd een onderwerp van schaamte. Enerzijds willen mensen graag dat er rekening mee wordt gehouden, maar anderzijds durven ze het vaak niet actief in te brengen in het proces waarin wordt afgewogen wat er moet gebeuren. Belgisch onderzoek toont aan dat patiënten ondanks de schaamte graag zouden willen dat huisartsen meer rekening houden met hun financiële mogelijkheden [
25]. Een tweede punt van aandacht is dat patiënten die zorg mijden daar achteraf vaak een slecht gevoel over hebben. Zeventig procent van de mensen die vanwege de kosten zorg mijden, vindt achteraf dat ze geen goede beslissing hebben genomen [
26].
Wat de huisarts concreet kan doen
Een huisarts is geen financiële dienstverlener. Toch is het de moeite waard om de vraag te stellen wat meer aandacht voor financiën kan opleveren. In de eerste plaats kan het blootleggen van financiën als onderliggende oorzaak van gezondheidsproblemen bijdragen aan een heel andere aanpak. Voor een deel van de patiënten ligt de echte oplossing voor de klachten bij de schuldhulpverlener en niet in de spreekkamer van de (huis)arts.
Concrete en eenvoudige zaken die huisartsen in het licht van het voorgaande kunnen oppakken zijn: het actiever informeren van patiënten over de kosten, alerter zijn op de invloed van financiële problemen op de gezondheid(sbeleving) en het actief verwijzen van patiënten naar de schuldhulpverlening.
Het gebruik van zorg is voor mensen met financiële problemen niet vanzelfsprekend. De kosten zijn voor 3 tot 5 % van de Nederlanders de belangrijkste reden om bij klachten geen gebruik te maken van zorg [
26,
27]. Als wordt aangenomen dat dit met name mensen zijn met financiële problemen dan betekent dit dat één op de zes patiënten met geldzorgen om financiële redenen zorg mijdt. Het meest gemeden worden huisartsenbezoek, zorg bij een specialist in het ziekenhuis en medicijnen op recept. Patiënten mijden dus ook zorg waarvoor zij niet hoeven te betalen. Uitgaande van een gemiddelde praktijkgrootte van ruim 2.000 patiënten
1 gaat het algauw om meer dan zestig financiële zorgmijders per praktijk. De stijging van het eigen risico lijkt hier ook een rol te spelen. In 2016 gaven meer mensen dan in het jaar daarvoor aan dat zij zorg hebben gemeden omdat ze geen geld hadden om het eigen risico te kunnen betalen [
27]. Gemiddeld genomen weten mensen niet goed welke vormen van zorg onder het eigen risico vallen. De helft van de Nederlanders denkt bijvoorbeeld dat er voor een bezoek aan de huisarts kosten in rekening worden gebracht en driekwart denkt dat het eigen risico ook geldt voor kinderen onder de 18 jaar. Tachtig procent van de Nederlanders denkt dat voor kraamzorg het eigen risico geldt.
Uit een landelijke meldactie uit 2015 onder leden van patiëntenorganisaties bleek dat twee derde van de deelnemers het prettig vindt om geïnformeerd te worden over de kosten voorafgaand aan een behandeling. Dit had bij de helft van deze patiënten te maken met de gevolgen voor het eigen risico [
28]. Patiënten die niet goed weten hoe hoog het eigen risico is, en dit te laag óf te hoog inschatten, mijden een consult vaker dan patiënten die een realistische inschatting maken [
26].
Praktische adviezen
-
Hang in de wachtkamer een overzichtje op van de kosten.
-
Informeer patiënten over kosten van behandelingen of medicijnen en vraag of dat een belemmering vormt (denk aan de eigen bijdragen, het aanschaffen van zelfhulpmiddelen, het eigen risico bij verwijzing of labonderzoek, of de parkeerkosten bij het ziekenhuis); bedenk samen zo mogelijk alternatieven.
-
Leid praktijkondersteuners op om in gesprek te gaan en mensen desgewenst warm over te dragen aan financiële hulpverleners.
Alert zijn op de invloed van financiële problemen op de gezondheid(sbeleving)
Een tweede advies is om alert te zijn op de invloed van financiële problemen op de gezondheid(sbeleving). Zeker als patiënten bij herhaling terugkomen met klachten die in de literatuur ook aan geldproblemen worden gerelateerd (slapeloosheid, rugklachten, depressie etc.) kan het de moeite waard zijn om op enig moment respectvol te informeren naar de financiële situatie van de patiënt.
Praktische adviezen
-
Maak financiële problemen bespreekbaar door vragen te stellen als: ‘Ik ken verschillende patiënten die geldproblemen hebben en daar ziek van zijn. De klachten die jij hebt zouden ook kunnen komen door geldzorgen. Mag ik je vragen of jij die hebt?’
-
Vraag door als een patiënt dit wil bespreken: ‘Dus u heeft financiële problemen. Wat wilt u daarover aan mij vertellen?’
Het verwijzen van patiënten naar de schuldhulpverlening
Door een gezamenlijke aanpak binnen een warm netwerk is veel winst te behalen: het vergroten van financiële vaardigheden leidt tot een betere waardering van de eigen gezondheid en vermindert de kans op angsten of depressie [
29]. Dit vraagt om samenwerking tussen zorgprofessionals, gemeentelijke schuldhulpverlening, het wijkteam, vrijwilligerswerk, maatschappelijk werk, onderwijs- en taalaanbod, bewegingsaanbod én huisartsen.
Praktische adviezen
-
Zorg voor laagdrempelige informatie over schuldhulpverlening in de wachtkamer, bijvoorbeeld door berichten op een videoscherm of folders over vrijwilligers die helpen met de financiële administratie.
-
Verwijs naar een wijkteam of afdeling Schuldhulpverlening, die de patiënt helpt de juiste ondersteuning te vinden. Dat kan een vrijwilliger zijn die helpt met administratie, maar ook een schuldregeling.
-
Betrek andere zorgprofessionals in de keten erbij na toestemming van de patiënt, bijvoorbeeld de apotheek, diëtist, tandarts, het maatschappelijk werk en de eerstelijns GGZ, maar ook specialisten, arbo-artsen en het wijkteam. Het wijkteam brengt op veel plaatsen schuldenproblematiek in kaart.
-
Voor wie meer gericht wil verwijzen is de gratis te downloaden handreiking ‘De eindjes aan elkaar knopen’ interessant [
30]. Deze handreiking bevat een eenvoudig overzicht van voorzieningen waarnaar een huisarts kan verwijzen (inclusief een eenvoudig stroomschema welke situatie indiceert voor welke hulpverlening: vrijwilliger, schuldhulpverlener, juridisch loket of beschermingsbewindvoerder).
Conclusie
In de inleiding van deze bijdrage staat dat bijna 20 % van de Nederlandse huishoudens risicovolle of problematische schulden heeft. Meer dan de helft van de huishoudens met problematische schulden krijgt niet de ondersteuning die ze nodig hebben om hun geldzorgen op te lossen. Gezien de samenhang met gezondheidsproblemen mag voorzichtig worden aangenomen dat het percentage patiënten met financiële problemen dat huisartsen ontvangen misschien nog wel hoger ligt dan één op de vijf. Het ligt dus ook voor de hand dat er in de spreekkamer regelmatig mensen zitten die schuldhulpverlening nodig hebben, maar daar geen gebruik van maken. Huisartsen kunnen veel doen om deze groep patiënten te helpen door deze problematiek ter sprake te brengen en patiënten door te verwijzen.