Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Bijblijven 3-4/2018

26-03-2018

Zelfmanagementvaardigheden bij laagopgeleide diabetespatiënten in de huisartsenpraktijk

Auteur: Drs. Hester E. van Bommel

Gepubliceerd in: Bijblijven | Uitgave 3-4/2018

Samenvatting

In westerse landen komt diabetes type 2 meer voor onder mensen met een lage sociaaleconomische status. Velen van hen hebben beperkte gezondheidsvaardigheden en daardoor te weinig kennis over de ziekte en inadequaat zelfmanagement. Het is van belang dat deze patiënten met diabetes beter geïnformeerd en begeleid worden. Om het vaardigheidsniveau van de diabetespatiënt te vergroten en de coachende vaardigheden van de zorgverlener te ondersteunen, heeft Pharos de interventie ‘Ik heb diabetes, wat kan ik doen?’ ontwikkeld. De eerste resultaten zijn positief.

Achtergrond en inleiding

Diabetespatiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden hebben moeite met het aflezen en interpreteren van bloedglucosewaarden, het berekenen van de koolhydraten, tijdig aan de bel trekken bij complicaties, gezond eten en bewegen et cetera. Patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden lukt het onvoldoende om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheidgerelateerde beslissingen [1]. De patiënt vindt het bijvoorbeeld lastig om klachten in een chronologische volgorde te plaatsen, om verbanden te leggen (oorzaak-gevolg), evenals eigen doelen te benoemen en te realiseren. De groep mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden bestaat vooral uit mensen met een laag opleidingsniveau, lage sociaaleconomische status (SES) en groepen niet-westerse migranten (in het bijzonder uit de eerste generatie). Dit zijn ook de groepen waarbij er een verhoogde kans is op een chronische aandoening, zoals diabetes type 2. Mensen met een lage opleiding of een niet-westerse achtergrond hebben twee tot vijf keer zoveel kans op diabetes als autochtone Nederlanders [2]. Zelfmanagement is essentieel bij goede diabeteszorg, maar juist bij deze patiëntengroep is zelfmanagement een groot probleem. Huidige interventies gericht op deze groep zijn veelal kortdurend, eenmalig en bieden geen langdurige handvatten voor de patiënt. Pharos heeft een praktische interventie ontwikkeld voor de huisartsenpraktijk en de beperkt gezondheidsvaardige diabetespatiënt die behoefte heeft aan eenvoudig beeldmateriaal en uitleg rondom zijn ziekte.
Hierna wordt toegelicht wat de impact is van beperkte gezondheidsvaardigheden. Welke barrières ervaren deze diabetespatiënten? In de paragraaf die volgt is een korte beschrijving opgenomen van de interventie en de evaluatie. Ten slotte worden inzichten gedeeld.

Diabetes en complicaties bij patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

In westerse landen komt diabetes (type 2) meer voor onder migranten en mensen met een lage sociaaleconomische status (SES) of beperkte gezondheidsvaardigheden dan onder de autochtone bevolking en mensen met hogere SES of voldoende gezondheidsvaardigheden. Ook zien we onder deze groepen meer complicaties en hogere sterfte als gevolg van diabetes [39].

Op welke manier beïnvloeden gezondheidsvaardigheden de gezondheid?

De (beperkte) literatuur [10] laat zien dat beperkte gezondheidsvaardigheden de gezondheid beïnvloeden. Dit heeft betrekking op de toegang tot en het gebruik van de gezondheidszorg. Mensen gaan bijvoorbeeld vaker naar de huisarts of medisch specialist dan nodig is voor hun gezondheidstoestand en ze maken minder gebruik van preventieve programma’s. Verder beïnvloeden beperkte gezondheidsvaardigheden de interactie tussen zorgverlener en patiënt, zoals het gebrek aan kennis bij de patiënt over een ziekte en de behandeling of bij het gebruik van vakjargon door de zorgprofessional. Beperkte gezondheidsvaardigheden beïnvloeden tevens adequate omgang met ziekte en gezondheid en het nemen van beslissingen met betrekking tot de behandeling hiervan. Als laatste laat de literatuur zien dat beperkte gezondheidsvaardigheden tot problemen leiden op het gebied van zelfmanagement [11].
Gezondheidsvaardigheden hangen nauw samen met geletterdheid. In een internationaal onderzoek naar geletterdheid [12] wordt geletterdheid beschouwd als een combinatie van de vaardigheden lezen, schrijven, rekenen, spreken en spraakbegrip. Geletterdheid is contextspecifiek. Dit betekent dat een persoon adequaat geletterd kan zijn binnen een bekende omgeving, maar laaggeletterd kan zijn in een tot dan toe onbekende context, zoals een digitale omgeving, de financiële wereld of de gezondheidszorg [10].

Nederlandse situatie en prevalentie diabetes

Van de bevolking in Nederland:
  • heeft 29 % een onvoldoende of problematisch (resp. 1,8 % en 26,9 %) niveau wat betreft gezondheidsvaardigheden [13];
  • zijn 2,5 miljoen mensen laaggeletterd. Zij hebben moeite met lezen, schrijven en rekenen op een basaal niveau [14]. Van hen is twee derde van autochtone afkomst [15].
In Nederland komt type 2-diabetes in verhouding meer voor bij eerstegeneratie mensen met een migrantenachtergrond dan bij autochtone Nederlanders, en bij de niet-westerse eerstegeneratie migranten meer dan bij de westerse eerste generatie [16].
Prevalentie van diabetes type 2 is bij mensen met een Turkse afkomst ongeveer twee keer zo hoog, bij mensen met een Marokkaanse afkomst tweeënhalf tot drie keer zo hoog en bij Hindoestanen drie tot ruim vier keer zo hoog als bij autochtone Nederlanders [2]. Turkse en Marokkaanse mannen hebben een meer dan twee keer zo groot risico op een HbA1c-waarde hoger dan 70 mmol/mol als autochtone Nederlanders, terwijl ze dezelfde zorg volgens de richtlijnen krijgen. Leefstijl, SES en genetische factoren spelen hierbij een belangrijke rol [17].
Tab. 1 laat zien dat diabetesprevalentie ook in Nederland hoger is bij laagopgeleide mensen dan onder mensen met een hoger opleidingsniveau.
Tabel 1
Diabetes in Nederland in 2016 naar hoogst behaalde onderwijsniveau bij personen ouder dan 25 jaar
 
diabetes
totaal
type 1
type 2
onderwijsniveau
%
%
%
basisonderwijs
14,4
1,8
12,5
vmbo, mbo1, avo
11,3
1,7
 9,3
havo, vwo, mbo
 5,3
0,9
 4,4
hbo, wo bachelor
 3,5
0,5
 3,1
wo, master, doctor
 3,2
0,3
 2,9
onbekend
 8,3
0,7
 7,6
© Centraal Bureau voor de Statistiek [16]

Zelfzorg of zelfmanagement is essentieel bij goede diabeteszorg

Leven met een chronische ziekte als diabetes vraagt veel eigen inzet om de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden. Regie over eigen zorg en zelfmanagement zijn onlosmakelijk verbonden met het leven van een chronisch zieke [18]. Er zijn veel definities van zelfmanagement in omloop. Het Chronic Care Model (CCM) beschrijft zelfmanagement als het individuele vermogen van de mens met een chronische ziekte om goed om te gaan met symptomen, behandeling, lichamelijke en sociale consequenties en leefstijlaanpassingen inherent aan leven met een chronische ziekte.
Het bevorderen van zelfmanagement is een cruciale taak in de diabeteszorg, omdat het leidt tot betere glykemische controle, betere metabolische waarden en een betere controle van gewicht, de belangrijkste voorspellers van complicaties [7, 19]. Voor mensen met diabetes type 1 is, vanwege hun insulineafhankelijkheid, zelfzorg een noodzaak en geen vrijblijvende optie meer. Voor mensen met diabetes type 2 geldt dit in iets mindere mate [18].
Zelfmanagement is bij diabetes een complex proces, waar verschillende zaken onder kunnen vallen zoals dieet, beweging en rust, huidverzorging, insulineadministratie, zelf-monitoren en berekenen van koolhydraten en insulinedosis, het aflezen van bloedglucosewaarden, het adequaat gebruik van de gezondheidszorg [5, 7, 19, 21] en het vermogen om problemen op te lossen [22]. Het vereist een mix van cognitieve, praktische en sociale vaardigheden [20]. Het gaat volgens Moser et al. [20] om dagelijkse activiteiten, zoals het toedienen van insuline, plotselinge activiteiten wanneer het bloedsuikerniveau ineens verandert en preventieve activiteiten gericht op het voorkomen van ergere complicaties. Gebrek aan bewustzijn van het belang van het meten van bloedglucosewaarden kan ook een reden zijn voor het niet goed zelf monitoren van de bloedglucose [23]. Diabetes is dus onlosmakelijk verbonden met zelfmanagement en stelt hoge eisen aan patiënten: ziekte-inzicht, vooruitkijken en het hebben van inzicht in de lange termijn zijn hierin essentieel [18]. Juist deze vaardigheden en inzichten zijn een probleem voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Hierdoor vraagt ondersteuning van zelfmanagement meer aandacht bij lagere SES-groepen [21].
Culturele opvattingen bemoeilijken ook het opvolgen van leefstijladviezen [24]. Leefstijladviezen zijn gericht op aanpassing in gedrag, maar vanwege sociale en culturele druk kan het moeilijk zijn om dit ook toe te passen. Afslaan van voedsel kan bijvoorbeeld als zeer beledigend worden ervaren, waar niet alleen de persoon zelf, maar ook diens familie op aangesproken wordt [24, 25].

Interventies gericht op het verbeteren van zelfmanagement onder deze groepen

Interventies gericht op het verbeteren van zelfmanagement dragen bij aan verbetering van glykemische controle en preventie van diabetesgerelateerde complicaties [25]. Positieve waarden zijn aangetoond voor bloedwaarden, lichaamsgewicht, ziektespecifieke kennis, medicatiegebruik en minder ongeplande huisartsbezoeken [3, 19].
Er zijn indicaties dat de huidige interventies, bedoeld voor de algehele diabetespopulatie, minder geschikt zijn voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden en moeten worden aangepast aan de barrières en belemmeringen waar zij tegenaan lopen [26]. Dergelijke aangepaste interventies kunnen een verbetering laten zien in diabetesuitkomsten [3, 5]. Een stimulerende omgeving is erg belangrijk om mensen met diabetes goed te kunnen motiveren tot zelfmanagement en een gezonde leefstijl. Dit geldt voor de fysieke omgeving, maar ook voor de sociale omgeving [18]. Om leefstijlveranderingen op lange termijn vol te kunnen houden is dergelijke sociale en morele ondersteuning essentieel [26, 27]. Zorgverleners, met name diabetesverpleegkundigen of praktijkondersteuners, spelen een ondersteunende en coachende rol in het stimuleren van zelfmanagement van de patiënt [19, 20].
Om die reden is de interventie van Pharos zowel gericht op diabetespatiënten met beperkte gezondheidsvaardigen als op de zorgprofessionals in de eerste lijn, met name POH’s en diabetesverpleegkundigen.

‘Ik heb diabetes, wat kan ik doen?’

In nauwe samenwerking met diabetes zorgprofessionals en diabetespatiënten met beperkte gezondheidsvaardigen heeft Pharos een interventie ontwikkeld genaamd ‘Ik heb diabetes, wat kan ik doen?’. Deze interventie bestaat uit een praktisch handboek voor diabetespatiënten met daarin korte teksten in eenvoudig Nederlands, ondersteund door heldere afbeeldingen (fig. 1). Er hoort een handleiding bij voor zorgprofessionals hoe ze dit handboek kunnen gebruiken. In de handleiding staan communicatietips om in te zetten bij patiënten met beperkte gezondheidsvaardigen. Ook is er een training ontwikkeld gericht op coachende vaardigheden van de zorgprofessionals. Voor meer informatie zie het kader.

Project in het kort; ‘Ik heb diabetes, wat kan ik doen?’

Financieel mogelijk gemaakt door Zilverenkruis Achmea.
Doel
Het bevorderen van diabeteszelfmanagement van beperkt gezondheidsvaardige patiënten door het ontwikkelen van praktisch en toegankelijk voorlichtingsmateriaal dat de eigen regie versterkt en kennis en vaardigheden vergroot van deze patiënten. Daarbij wordt bewustwording gecreëerd bij de familie van de patiënt over de impact van diabetes op het dagelijks leven, waardoor er meer steun en begrip bij de familie komt voor het aannemen van een gezondere leefstijl. De handleiding en training ondersteunen de diabeteszorgverlener in diens coachende rol.
Doelgroepen
Primair: laagopgeleide en beperkt gezondheidsvaardige diabetes (type 2-)patiënten, veelal woonachtig in achterstandswijken die in de eerste lijn in behandeling zijn. Secundair: eerstelijnszorg zorgverleners met diabetespatiënten.
Samenwerkingspartners
  • Stichting Voorlichters Gezondheid Rotterdam (SVG);
  • Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG);
  • Diabetesverpleegkundigen uit eerste lijn;
  • Expertgroep: vertegenwoordigers van de Diabetes Vereniging Nederland (DVN), Nederlandse Diabetes Federatie (NDF), Beroepsvereniging voor diabeteszorgverleners en praktijkondersteuners met aandachtsgebied diabetes (EADV), diabetespolikliniek in het Slotervaartziekenhuis.
Werkwijze
Eerst zijn de belemmeringen, barrières en behoeften in kaart gebracht onder beide doelgroepen met betrekking tot het verlenen of ontvangen van zorg voor diabetespatiënten. Vervolgens zijn de conceptmaterialen ontwikkeld en getest bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden. Het voorlichtingsmateriaal is getest op begrijpelijkheid en bruikbaarheid. Na deze testfase zijn aanpassingen doorgevoerd en is het concepthandboek voor de pilotfase opgeleverd. In negen huisartsenpraktijken en een ziekenhuis is het voorlichtingsmateriaal gedurende een half jaar gebruikt en getest. Dit gebruik is gemonitord en geëvalueerd alvorens de definitieve producten op te leveren en te implementeren in het land. De training ‘coachende vaardigheden’ is als pilot uitgevoerd onder tien zorgverleners die werkzaam zijn als POH, praktijkverpleegkundige of diabetesverpleegkundige. Deze training is vervolgens geëvalueerd en bijgesteld.
De interventie bestaat uit de volgende eindproducten
Een handboek Ik heb diabetes, wat kan ik doen? voor diabetespatiënten die behoefte hebben aan eenvoudige uitleg over diabetes. Dit zijn voornamelijk patiënten die beperkt gezondheidsvaardig zijn, migranten, ouderen en lager opgeleiden. Het handboek wordt eigendom van de patiënt en moet bij elk consult door de patiënt meegenomen worden. Het handboek is onderverdeeld in drie delen: Wat is diabetes? Wat kunt u zelf doen? En: Met welke zorgverleners heeft u nog meer te maken? Aangevuld met een lijst met moeilijke woorden, schema’s zoals een zevenpuntscurve en een sectie veelgestelde vragen en antwoorden.
Het handboek bevat eenvoudige korte teksten, ondersteund door een of meerdere afbeeldingen. Het is ook digitaal beschikbaar als een e‑book voor de zorgverlener, zodat dit tijdens het consult op een computer of tablet gebruikt kan worden ter ondersteuning van de uitleg.
Handleiding voor zorgverleners hoe dit handboek te gebruiken bij hun patiënten, met praktische tips voor de communicatie met patiënten die beperkt gezondheidsvaardig zijn.
Training ‘Zorg in eigen hand, Coachende vaardigheden bij patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden met een chronische aandoening’. De training bestaat uit twee dagdelen en wordt in samenwerking met een trainingsacteur gegeven. Na deze training is de zorgprofessional in staat de patiënt te motiveren en te begeleiden naar betere zelfzorg.

Uitkomsten evaluatie

Het diabeteshandboek en de handleiding zijn in de pilotfase van het project gemonitord en geëvalueerd door zowel zorgverleners als diabetespatiënten. In totaal hebben 10 zorgverleners en 23 patiënten het handboek ontvangen. De zorgverleners hebben ook de bijbehorende handleiding gekregen. Gedurende een half jaar is het handboek in de praktijk gebruikt. Uiteindelijk zijn er tien zorgverleners en negen patiënten geïnterviewd. Aanvullend hierop zijn twee taalambassadeurs met diabetes type 2 geïnterviewd over het handboek en zijn 71 korte vragenlijsten ingevuld door zorgverleners die deelnamen aan een bijeenkomst over diabetes bij Stichting Voorlichters Gezondheid, waar ze het handboek en de handleiding konden doornemen.
De training ‘Zorg in eigen hand’ is door tien zorgverleners geëvalueerd aan de hand van een vragenlijst. Op basis van deze gegevens zijn we meer te weten gekomen over de tevredenheid, bruikbaarheid en begrijpelijkheid van het handboek, de handleiding en de training.

Handboek

Op basis van de pilot kunnen we concluderen dat het diabeteshandboek een goede ondersteunende tool is voor zowel de patiënt als de zorgverlener. Eenvoudige teksten ondersteund door afbeeldingen zijn door beide doelgroepen goed ontvangen. Wanneer we specifiek kijken naar kennis, vaardigheden en eigen regie, kunnen we daar alleen nog maar voorzichtige conclusies aan verbinden. Er is een positief effect merkbaar, zowel bij de patiënt als de zorgverlener. Dit uit zich doordat de patiënt meer vragen stelt, patiënten vooraf een vragenlijstje maken en er meer een gesprek ontstaat met wederzijdse inbreng van patiënt en zorgverlener. Deze ontwikkeling ontstaat vooral bij die patiënten bij wie de zorgverlener het handboek (onderwerpen) doorneemt met de patiënt.
Eén mevrouw neemt nu minder suiker in haar thee en de meneer is meer aan het bewegen en gezonder aan het eten. De mevrouw heeft voorin haar boekje een heel lijstje met vragen. Ze had het samen met haar zus gelezen en samen hebben ze allemaal vragen opgeschreven, dat is toch mooi! (POH)
Een aantal patiënten heeft tips en adviezen uit het handboek opgevolgd. Zoals meer bewegen, gezonder eten en geen of minder suiker nuttigen in de thee (fig. 2). Dit duidt op een begin richting beter zelfmanagement. De bewustwording bij familie en naasten is bij een aantal patiënten duidelijk positief naar voren gekomen.
Ik was eerst niet zo fit bezig, nu ben ik meer gaan bewegen. Ik ben lid geworden van fitness club hier achter mijn huis. Mijn kinderen ook. En ik haal elke avond mijn buurman op om te wandelen, hij heeft ook diabetes. Ik ga ook lopend boodschappen doen. Ik heb ook een lijstje gemaakt wat ik kan eten in de middag en de avond. We hebben ook nog dingen opgezocht op internet om te weten in welke voeding suiker zit en hoe we dit anders kunnen doen. (patiënt)
De zorgverlener is zich bewuster geworden van zijn of haar taalgebruik en dat dit vaak onvoldoende aansluit bij de patiënten. Door moeilijk taalgebruik hebben patiënten moeite met het begrijpen van de uitleg en de gegeven adviezen en blijkt dat het niet altijd gaat om desinteresse of doelbewuste therapieontrouw.
Het gebruik van afbeeldingen tijdens het consult is voor een aantal zorgverleners nieuw. Zij hebben tijd nodig om dit in hun handelingsrepertoire op te nemen. Veel zorgverleners vinden het wenselijk dit meer toe te passen.
Uit interviews met zorgverleners komt naar voren dat het voor veel van hen moeilijk is om een inschatting te maken welke patiënten laaggeletterd of beperkt gezondheidsvaardig zijn. Diabetespatiënten worden te snel gelabeld als ongemotiveerd of ongeïnteresseerd. Bij een groot deel van de zorgverleners is het duidelijk geworden, mede door de training, dat deze interpretatie niet altijd juist is en dat onbegrip de achterliggende oorzaak is.
Het handboek is erg handig voor in het consult. Het ontneemt ook een drempel in het gesprek met mij. Door te bladeren zie je onderwerpen die soms moeilijk bespreekbaar zijn, en nu staat het er al, bijvoorbeeld eten, of ongezond leven of andere klachten. (POH)

Handleiding

De handleiding is overzichtelijk, kort en biedt bruikbare (communicatie)tips en is daardoor ondersteunend voor de praktijk. Helaas is de handleiding niet altijd goed gelezen, waardoor belangrijke informatie voor de zorgverlener verloren ging. Bijvoorbeeld over het herkennen van beperkte gezondheidsvaardigheden; aandachtspunten in het taalgebruik; of het inbedden van het handboek in het consult met de diabetespatiënt.

Training ‘Zorg in eigen hand’

De training ‘Zorg in eigen hand’ is voor zorgverleners die coachende vaardigheden willen ontwikkelen gericht op patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden met een chronische aandoening. Uit de evaluatie blijkt dat voor zorgverleners die al meer weten over laaggeletterdheid en gezondheidsvaardigheden dit een verdiepende en aanvullende training is op de basistraining die Pharos aanbiedt ‘Effectief communiceren met laaggeletterden’.
Ik heb de teachback methode weer goed geoefend en ik doe daar weer wat mee. Ik praat nu ook simpeler en langzamer denk ik. (POH)
Voor de zorgverleners die minder basiskennis hebben, geeft de training ‘Zorg in eigen hand’ onvoldoende aansluiting. Zij missen de basiskennis van de gebruikte termen, hoe de communicatie daarop aan te passen en de gevolgen en impact hiervan op de gezondheid van hun patiënten.
De deelnemers aan de training hebben handvatten en goede voorbeelden gekregen voor het begeleiden en ondersteunen van patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden.
Ik ben er nu toch alerter op en probeer de patiënt minder snel in een hokje te stoppen van niet gemotiveerd of niet geïnteresseerd. (POH)
Extra aandacht en oefenen met beeldmateriaal in de training strekken tot aanbeveling. Dit moet een vast onderdeel zijn binnen deze scholing. Het verduidelijken van de boodschap aan de hand van afbeeldingen is voor veel zorgverleners een nieuwe manier van werken (fig. 3).
Doordat ik het boek doorblader, vertel ik misschien wel meer nu, anders vraag je toch ook of ze vragen hebben en dan komt er meestal niet zoveel. (POH)

Inzichten

Het materiaal (boek, handleiding, training) is bruikbaar, waardevol en ondersteunend voor zowel patiënt als zorgverlener. Deze constatering wordt bevestigd door de enorme belangstelling die er bestaat voor het materiaal. Of het materiaal echt gebruikt gaat worden en om het effect op gedragsverandering aan te tonen (van zowel professional als bij de patiënt) is vervolgonderzoek nodig.

Goede begeleiding

Belangrijk is dat het eenvoudige voorlichtingsmateriaal, het handboek, niet zonder uitleg van de zorgverlener wordt meegegeven aan de patiënt. Het gebruik en vergroten van de vaardigheden bij de diabetespatiënt, vallen of staan met de begeleiding van de zorgverlener. Wanneer de zorgverlener dit handboek bespreekt met de patiënt en de patiënt hierin begeleidt, zal de patiënt de adviezen gemakkelijker begrijpen en uiteindelijk ook toepassen. Wanneer de patiënt dit thuis zelf moet lezen en moet begrijpen wat hij moet doen, zal dit minder snel beklijven en zal hij dit minder snel toepassen. De kans is dan ook groot dat de patiënt het boek aan de kant legt en er niet meer in kijkt. Daarom zijn de begeleiding en herhaling hiervan door de zorgverlener van essentieel belang.

Bredere kijk

Voor patiënten met geringe gezondheidsvaardigheden is het niet eenvoudig om zelf de regie te voeren over hun eigen gezondheid. Diabetes type 2 is een complexe chronische aandoening die een groot beroep doet op vaardigheden (lezen, rekenen en toepassen) van de patiënt. Patiënten moeten inzicht hebben in hun ziekteproces, maar ook complicaties of klachten herkennen die te maken hebben met hun diabetes. Daarnaast moeten ze hierop dan ook gericht actie ondernemen. Dit handboek en het gebruik ervan in het consult kan bijdragen aan verbeteringen. Ook weten we van laagopgeleiden en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden dat er vaak nog meer speelt in hun leven, denk aan de financiële situatie, woonsituatie of arbeidsparticipatie. Het is daarom belangrijk als zorgverlener weet te hebben van iemands mogelijkheden om te werken aan zijn gezondheidssituatie. Tevreden zijn met kleine stapjes en dit positief bekrachtigen is vaak de sleutel tot meer zelfvertrouwen en uiteindelijk tot succes bij de patiënt.

Handelingsverlegenheid

Het inschatten van of vragen naar laaggeletterdheid of beperkte gezondheidsvaardigheden, het inzetten van de teachback methode of het gebruiken van afbeeldingen tijdens het consult is voor veel zorgverleners nieuw. Er is sprake van handelingsverlegenheid. Zorgverleners zijn bang om als betuttelend over te komen of mogelijk de plank mis te slaan bij het vragen naar laaggeletterdheid of inzetten van afbeeldingen. Extra aandacht hiervoor in trainingen is belangrijk. Door veel oefenen en toepassen in de praktijk, wordt het voor de zorgprofessionals ook steeds normaler en gemakkelijker om te doen. Op een respectvolle manier vragen, en achterhalen of de patiënt de uitleg of de gegeven adviezen begrepen heeft, is in ieders belang en hoeft niet veel extra tijd te kosten in het consult.
Overigens is eenvoudig taalgebruik door een hoogopgeleide zorgprofessional voor alle patiënten prettig en wenselijk. Dus ook voor patiënten die gezondheidsvaardig zijn. Eenvoudige communicatie, of het aanpassen van taalgebruik aan het taal- en kennisniveau van de patiënt klinkt eenvoudig, maar is in de praktijk vaak het tegenovergestelde. Toch is het belangrijk om hier voldoende aandacht voor te hebben, zodat iedereen dezelfde kwaliteit en toegankelijkheid van zorg ontvangt en gezondheidsverschillen verkleinen.
Meer informatie en materiaal

Onze productaanbevelingen

DocsOnline – Vakinformatie voor huisartsen

Met DocsOnline blijft u op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in uw vak en bouwt u efficiënt aan uw vakkennis. U krijgt digitale toegang tot zo'n 30 boeken huisartsgeneeskunde en 3 vaktijdschriften. Alles om u nóg beter te maken in uw vak.

BSL Academy mbo Verzorging en Verpleegkunde

Bijblijven

Bijblijven geeft inzicht in de huidige stand van zaken over onderwerpen die u als huisarts in uw dagelijkse praktijk tegenkomt. Bijblijven verschijnt 10 keer per jaar, waarbij in elk nummer een ander thema centraal staat.

Literatuur
1.
go back to reference Sørensen K, Van den Broucke S, Fullam J, Doyle G, Pelikan J, Slonska Z, Brand H. Health literacy and public health: a systematic review and integration of definitions and models. BMC Public Health. 2012;12(1):80.CrossRefPubMedPubMedCentral Sørensen K, Van den Broucke S, Fullam J, Doyle G, Pelikan J, Slonska Z, Brand H. Health literacy and public health: a systematic review and integration of definitions and models. BMC Public Health. 2012;12(1):80.CrossRefPubMedPubMedCentral
2.
go back to reference Uitewaal P. Diabetes mellitus. In: van den Muijsenbergh M, Oosterberg E, redactie. Zorg voor laaggeletterden, migranten en sociaal kwetsbaren in de huisartsenpraktijk. Utrecht: NHG/Pharo; 2016. pag. 243–8. Uitewaal P. Diabetes mellitus. In: van den Muijsenbergh M, Oosterberg E, redactie. Zorg voor laaggeletterden, migranten en sociaal kwetsbaren in de huisartsenpraktijk. Utrecht: NHG/Pharo; 2016. pag. 243–8.
3.
go back to reference Anderson D, Christison-Lagay J. Diabetes self-management in a community health center: improving health behaviors and clinical outcomes for underserved patients. Clin Diabetes. 2008;26(1):22–7.CrossRef Anderson D, Christison-Lagay J. Diabetes self-management in a community health center: improving health behaviors and clinical outcomes for underserved patients. Clin Diabetes. 2008;26(1):22–7.CrossRef
4.
go back to reference Espelt A, Borrell C, Roskam AJ, Rodríguez-Sanz M, Stirbu I, Dalmau-Bueno A, et al. Socioeconomic inequalities in diabetes mellitus across Europe at the beginning of the 21st century. Diabetologia. 2008;51:1971–9.CrossRefPubMed Espelt A, Borrell C, Roskam AJ, Rodríguez-Sanz M, Stirbu I, Dalmau-Bueno A, et al. Socioeconomic inequalities in diabetes mellitus across Europe at the beginning of the 21st century. Diabetologia. 2008;51:1971–9.CrossRefPubMed
5.
go back to reference Glazier RH, Bajcar J, Kennie NR, Willson K. A systematic review of interventions to improve diabetes care in socially disadvantaged populations. Diabetes Care. 2006;29:1675–88.CrossRefPubMed Glazier RH, Bajcar J, Kennie NR, Willson K. A systematic review of interventions to improve diabetes care in socially disadvantaged populations. Diabetes Care. 2006;29:1675–88.CrossRefPubMed
6.
go back to reference Hawthorne K, Robles Y, Cannings-John R, Edwards AGK. Culturally appropriate health education for type 2 diabetes in ethnic minority groups: a systematic and narrative review of randomized controlled trials. Diabet Med. 2010;27:613–23.CrossRefPubMed Hawthorne K, Robles Y, Cannings-John R, Edwards AGK. Culturally appropriate health education for type 2 diabetes in ethnic minority groups: a systematic and narrative review of randomized controlled trials. Diabet Med. 2010;27:613–23.CrossRefPubMed
7.
go back to reference Lanting LC, Joung IMA, Vogel I, Bootsma AH, Lamberts SWJ, Mackenbach JP. Ethnic differences in outcomes of diabetes care and the role of self-management behavior. Patient Educ Couns. 2008;72:146–54.CrossRefPubMed Lanting LC, Joung IMA, Vogel I, Bootsma AH, Lamberts SWJ, Mackenbach JP. Ethnic differences in outcomes of diabetes care and the role of self-management behavior. Patient Educ Couns. 2008;72:146–54.CrossRefPubMed
8.
go back to reference Oosterberg EH, Devillé WLJM, Brewster LM, Agyemang C, Muijsenbergh METC van den. Chronische ziekten bij allochtonen. Handvatten voor patiëntgerichte zorg bij diabetes, hypertensie en COPD. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5669.PubMed Oosterberg EH, Devillé WLJM, Brewster LM, Agyemang C, Muijsenbergh METC van den. Chronische ziekten bij allochtonen. Handvatten voor patiëntgerichte zorg bij diabetes, hypertensie en COPD. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A5669.PubMed
9.
go back to reference Twickler TB, Hoogstraaten E, Reuwer AQ, Singels L, Stronks K, Essink-Bot M. Laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden vragen om een antwoord in de zorg. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A250.PubMed Twickler TB, Hoogstraaten E, Reuwer AQ, Singels L, Stronks K, Essink-Bot M. Laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden vragen om een antwoord in de zorg. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A250.PubMed
10.
go back to reference Fransen MP, Stronks K, Essink-Bot ML. Gezondheidsvaardigheden: stand van zaken. Amsterdam: Afdeling Sociale Geneeskunde, AMC, Universiteit van Amsterdam; 2011. Fransen MP, Stronks K, Essink-Bot ML. Gezondheidsvaardigheden: stand van zaken. Amsterdam: Afdeling Sociale Geneeskunde, AMC, Universiteit van Amsterdam; 2011.
11.
go back to reference Heijmans M, Zwikker H, Heide I van der, Rademakers J. NIVEL Kennisvraag 2016: Zorg op maat. Hoe kunnen we de zorg beter laten aansluiten bij mensen met lage gezondheidsvaardigheden? Utrecht: NIVEL; 2016. Heijmans M, Zwikker H, Heide I van der, Rademakers J. NIVEL Kennisvraag 2016: Zorg op maat. Hoe kunnen we de zorg beter laten aansluiten bij mensen met lage gezondheidsvaardigheden? Utrecht: NIVEL; 2016.
12.
go back to reference Hamilton M, Barton D. The international adult literacy survey: What does it really measure? Int Rev Educ. 2000;46(5):377–89.CrossRef Hamilton M, Barton D. The international adult literacy survey: What does it really measure? Int Rev Educ. 2000;46(5):377–89.CrossRef
13.
go back to reference Sørensen K, Pelikan J, Röthlin F, Ganahl K, Slonska Z, Doyle G, et al. Health literacy in Europe: comparative results of the European health literacy survey (HLS-EU). Eur J Public Health. 2015;25(6):1053–8.CrossRefPubMedPubMedCentral Sørensen K, Pelikan J, Röthlin F, Ganahl K, Slonska Z, Doyle G, et al. Health literacy in Europe: comparative results of the European health literacy survey (HLS-EU). Eur J Public Health. 2015;25(6):1053–8.CrossRefPubMedPubMedCentral
15.
go back to reference Houtkoop W, Allen J, Buisman M, Fouarge D, Velden R van der. Kernvaardigheden in Nederland: Resultaten van de Adult Literacy and Life Skills Survey (ALL). Expertisecentrum Beroepsonderwijs. 2012. Houtkoop W, Allen J, Buisman M, Fouarge D, Velden R van der. Kernvaardigheden in Nederland: Resultaten van de Adult Literacy and Life Skills Survey (ALL). Expertisecentrum Beroepsonderwijs. 2012.
17.
go back to reference Ujcic-Voortman JK, Schram MT, Jacobs van der Bruggen MA, Verhoeff AP, Baan CA. Diabetes prevalence and risk factors among ethnic minorities. Eur J Public Health. 2009;19(5):511–5.CrossRefPubMed Ujcic-Voortman JK, Schram MT, Jacobs van der Bruggen MA, Verhoeff AP, Baan CA. Diabetes prevalence and risk factors among ethnic minorities. Eur J Public Health. 2009;19(5):511–5.CrossRefPubMed
18.
go back to reference Idenburg PJ, Schaik M van, Weerdt I de. Diagnose 2025: Over de toekomst van de Nederlandse diabeteszorg. Schiedam: Scriptum; 2012. pag. 426. Idenburg PJ, Schaik M van, Weerdt I de. Diagnose 2025: Over de toekomst van de Nederlandse diabeteszorg. Schiedam: Scriptum; 2012. pag. 426.
19.
go back to reference Beenakker A, Boer F de, Gamel C. Diabetesbegeleiding op maat. Verpleegkundigen over zelfmanagement bij Turkse en Marokkaanse patiënten. Cult Migr Gezondh. 2011;2:90–100. Beenakker A, Boer F de, Gamel C. Diabetesbegeleiding op maat. Verpleegkundigen over zelfmanagement bij Turkse en Marokkaanse patiënten. Cult Migr Gezondh. 2011;2:90–100.
20.
go back to reference Moser A, Bruggen H van der, Widdershoven G, Spreeuwenberg C. Self-management of type 2 diabetes mellitus: a qualitative investigation from the perspective of participants in a nurse-led, shared-care programme in the Netherlands. BMC Public Health. 2008;8:91.CrossRefPubMedPubMedCentral Moser A, Bruggen H van der, Widdershoven G, Spreeuwenberg C. Self-management of type 2 diabetes mellitus: a qualitative investigation from the perspective of participants in a nurse-led, shared-care programme in the Netherlands. BMC Public Health. 2008;8:91.CrossRefPubMedPubMedCentral
21.
go back to reference Deursen AJAM van, Dijk JAGM van. Trendrapport internetgebruik 2012. Een Nederlands en Europees perspectief. Enschede: Universiteit Twente; 2012. Deursen AJAM van, Dijk JAGM van. Trendrapport internetgebruik 2012. Een Nederlands en Europees perspectief. Enschede: Universiteit Twente; 2012.
22.
go back to reference Mulvaney SA. Improving patient problem solving to reduce barriers to diabetes self-management. Clin Diabetes. 2009;27(3):99–104.CrossRef Mulvaney SA. Improving patient problem solving to reduce barriers to diabetes self-management. Clin Diabetes. 2009;27(3):99–104.CrossRef
23.
go back to reference Norris SL, Lau J, Smith SJ, Schmid CH, Engelgau MM. Self-management education for adults with type 2 diabetes. A meta-analysis of the effect on glycemic control. Diabetes Care. 2002;25(7):1159–71.CrossRefPubMed Norris SL, Lau J, Smith SJ, Schmid CH, Engelgau MM. Self-management education for adults with type 2 diabetes. A meta-analysis of the effect on glycemic control. Diabetes Care. 2002;25(7):1159–71.CrossRefPubMed
24.
go back to reference Jansen YJFM, Uitewaal PJM, Wijsman-Grootendorst AR, Geelhoed-Duijvestijn PHLM. Sociale en culturele problemen bij het opvolgen van leefstijladviezen door allochtone diabetici. Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3117. Jansen YJFM, Uitewaal PJM, Wijsman-Grootendorst AR, Geelhoed-Duijvestijn PHLM. Sociale en culturele problemen bij het opvolgen van leefstijladviezen door allochtone diabetici. Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3117.
25.
go back to reference Vissenberg C, Nierkens V, Uitewaal PJM, Geraci D, Middelkoop BJC, Nijpels G, Stronks K. The DISC (diabetes in social context) study – evaluation of a culturally sensitive social network intervention for diabetic patients in lower socioeconomic groups: a study protocol. BMC Public Health. 2012;12(1):199.CrossRefPubMedPubMedCentral Vissenberg C, Nierkens V, Uitewaal PJM, Geraci D, Middelkoop BJC, Nijpels G, Stronks K. The DISC (diabetes in social context) study – evaluation of a culturally sensitive social network intervention for diabetic patients in lower socioeconomic groups: a study protocol. BMC Public Health. 2012;12(1):199.CrossRefPubMedPubMedCentral
26.
go back to reference Ursum J, Rijken M, Heijmans M, Cardol M, Schellevis F. Overzichtsstudies: Zorg voor chronisch zieken. Organisatie van zorg, zelfmanagement, zelfredzaamheid en participatie. Utrecht: NIVEL; 2011. Ursum J, Rijken M, Heijmans M, Cardol M, Schellevis F. Overzichtsstudies: Zorg voor chronisch zieken. Organisatie van zorg, zelfmanagement, zelfredzaamheid en participatie. Utrecht: NIVEL; 2011.
27.
go back to reference Nielen M, Verheij R, Bakker D de, Devillé W. Vooronderzoek verbetering kwaliteit huisartsenzorg in achterstandsgebieden grote steden. Utrecht: NIVEL; 2007. Nielen M, Verheij R, Bakker D de, Devillé W. Vooronderzoek verbetering kwaliteit huisartsenzorg in achterstandsgebieden grote steden. Utrecht: NIVEL; 2007.
Metagegevens
Titel
Zelfmanagementvaardigheden bij laagopgeleide diabetespatiënten in de huisartsenpraktijk
Auteur
Drs. Hester E. van Bommel
Publicatiedatum
26-03-2018
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Bijblijven / Uitgave 3-4/2018
Print ISSN: 0168-9428
Elektronisch ISSN: 1876-4916
DOI
https://doi.org/10.1007/s12414-018-0302-x

Andere artikelen Uitgave 3-4/2018

Bijblijven 3-4/2018 Naar de uitgave