Skip to main content
Top

2019 | Boek

Hulp bij armoede

Bouwstenen voor effectieve hulpverlening bij armoede en schulden

Redacteuren: Roeland van Geuns, Lisette Desain, Rianne van der Weijden

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit boek bevat de resultaten en kennis van zes jaar onderzoek door het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam. Het geeft antwoord op de vragen: hoe motiveer je mensen om hun gedrag onder de loep te nemen en te veranderen? En: hoe sluit je zo goed mogelijk aan bij de vaardigheden en wensen van de klant? Het boek richt zich op professionals en beleidsmedewerkers op de terreinen van Armoede en Schulden, zoals schuldhulpverlening en maatschappelijk werk. Daarnaast is het bestemd voor studenten van de opleidingen Sociaal Juridische Dienstverlening, Sociaal Pedagogisch Werk, Maatschappelijk werk en Dienstverlening en Toegepaste Psychologie.

Hulp bij armoede: Bouwstenen effectief armoedebeleid en schuldhulpverlening geeft de actuele stand van zaken rondom het onderwerp. Gezien vanuit de wetenschap, de beroepspraktijk en de innovatie. In de praktijk krijgen social professionals uiteenlopende vragen over schulden en financiën. Daarnaast zien zij mensen die hun financiële situatie en vaardigheden niet problematiseren, terwijl daar vanuit professioneel oogpunt wel reden voor is. U leest - aan de hand van voorbeelden uit de praktijk - welke bouwstenen die social professionals kunnen gebruiken om gezond financieel gedrag te bevorderen en armoede en schulden terug te dringen. Het boek illustreert hoe interventies opgezet kunnen worden, waaraan ze zouden moeten voldoen en welke resultaten daarmee geboekt worden.

Hulp bij armoede is opgebouwd uit verschillende artikelen. Elk artikel wordt ingeleid met een casus, zodat de lezer weet om wat voor soort klant het gaat en hoe de theorie aansluit bij de dagelijkse praktijk.

Verschillende auteurs werkten mee aan deze bundel. De hoofdredactie van Hulp bij armoede bestaat uit Roeland van Geuns, sinds 2012 werkzaam als lector Armoede Interventies en daarnaast als zelfstandig adviseur, Lisette Desain als senior-onderzoeker verbonden aan het lectoraat Armoede Interventies en Rianne van der Weijden als docent verbonden aan de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening en als docent-onderzoeker aan het lectoraat Armoede Interventies.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Inleiding en leeswijzer

Voorwerk
1. Armoede, schulden en financieel gedrag
Samenvatting
In het eerste hoofdstuk laten we zien hoe armoede en schulden er in Nederland in 2018 uitzien, zowel naar omvang als naar aard en verscheidenheid. Ook laten we zien hoe er vanuit onderzoek en beleid tegenaan gekeken wordt. Wat zijn de actuele inzichten ten aanzien van ontstaan en gevolgen van armoede, waar komen schulden vandaan en welke gevolgen hebben ze? Ten slotte geven we een globaal beeld van de oplossingsrichtingen die momenteel dominant zijn. Daarbij laten we zien dat deze zowel curatief als preventief zijn en zowel gezocht worden in het systeem als in de uitvoering. Daarbinnen spelen de professionals een cruciale rol. Zij zijn samen met beleidsmedewerkers en hbo-studenten de beoogde lezersgroepen van dit boek.
R. C. van Geuns, T. E. Madern
2. Leeswijzer
Samenvatting
In dit hoofdstuk geven we een leeswijzer voor dit boek. Het boek is opgedeeld in vijf delen: deel I Inleiding en leeswijzer; deel II: Kennis in het werkveld en onderwijs vergroten; deel III: Professionaliteit van uitvoerders in de beroepspraktijk versterken; deel IV: Innovatie in de praktijk stimuleren; en deel V: Slotbeschouwing en conclusies.
R. C. van Geuns, E. J. P. Desain, R. van der Weijden

Kennis in het werkveld en onderwijs vergroten

Voorwerk
3. Het effect van armoede op de ontwikkeling van het kinderbrein
Samenvatting
Een groot aantal kinderen in Nederland leeft in armoede. Opgroeien in armoede heeft een negatief effect op de emotionele en cognitieve ontwikkeling van een kind. Neurowetenschappelijk onderzoek laat zien dat de hersenen van kinderen in armoede zich vaak anders ontwikkelen dan de hersenen van kinderen die niet in armoede opgroeien. De verschillen zijn het grootst in hersengebieden die betrokken zijn bij het geheugen, de taal en zelfcontrole. Met name de hippocampus, een geheugengebied, blijkt kleiner te zijn bij arme kinderen. De ontwikkeling van de hippocampus wordt echter ook beïnvloed door de hoeveelheid aandacht die ouders aan hun kinderen geven. Als arme ouders veel aandacht aan hun kinderen geven, dan is de hippocampus van deze kinderen namelijk net zo groot als de hippocampus van kinderen die opgroeien in rijkere gezinnen. Deze resultaten onderstrepen het belang van aandacht voor een gunstige ontwikkeling van het kinderbrein. Ook bieden deze resultaten belangrijke aanknopingspunten voor interventies.
M. Stallen
4. Werken met motiverende gespreksvoering in de schuldhulpverlening
Samenvatting
Een belangrijk doel van de schuldhulpverlening is de (financiële) zelfredzaamheid van mensen te vergroten. Vaak gebeurt dat door het verstrekken van informatie en door training van financiële vaardigheden. Gedrag wordt echter vaak maar voor een klein deel beïnvloed door kennis en vaardigheden en in grotere mate door motivatie en praktische belemmeringen (zoals ingewikkelde procedures of slechte bereikbaarheid van diensten). Om de effectiviteit van de schuldhulpverlening te verhogen, is het dus belangrijk aandacht te hebben voor de motivatie van cliënten. Deze kan vergroot worden door ‘motiverende gespreksvoering’. Deze gesprekstechniek helpt een cliënt zijn motivatie te veranderen en deze te versterken. Dit gebeurt onder andere door de cliënt te helpen tegenstrijdigheden in zijn gevoelens te herkennen en deze op te lossen.
J. G. Goosen, J. van der Laan
5. Hulpverlening op maat: hoe pak je dat aan?
Samenvatting
Om integraal te werken en maatwerk te leveren, is het belangrijk als hulpverlener eerst de cliënt te leren kennen. Dat kan met behulp van een instrument uit de methode Assetbuilding of uit Mobility Mentoring®. Met behulp van beide instrumenten kan een hulpverlener de (on)mogelijkheden van de cliënt op diverse leefgebieden in kaart brengen. De twee methoden gaan ervan uit dat problemen in samenhang moeten worden opgelost. Problemen kunnen elkaar in de weg staan, maar een stap in de richting van de oplossing van het ene probleem kan ook een positieve invloed hebben op de oplossing van een ander probleem. Het is belangrijk dat de bij de verschillende problemen betrokken hulpverleners samenwerken. Volgens Assetbuilding is het onder andere belangrijk om informatie over door de cliënt behaalde successen te delen en te gebruiken voor het bevorderen van het zelfvertrouwen van de cliënt.
R. van der Weijden
6. Klantgericht werken in de schuldhulpverlening
In hoeverre staat de schuldenaar centraal?
Samenvatting
De schuldhulpverlening in Nederland heeft de laatste jaren mede door de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) een grote verbeterslag gemaakt. Toch laat de klantgerichtheid binnen de schuldhulpverlening nog te wensen over. Onder andere op de volgende terreinen ‘het belang van cliënten als uitgangspunt nemen’, ‘actief bezig zijn met inventariseren van wensen en behoeften van cliënten’, ‘cliënten op de eerste plaats zetten en hun het gevoel geven dat ze belangrijk zijn’, ‘cliënten voorzien van juiste informatie’ en ‘inspelen op de veranderde vraag van cliënten’ kunnen nog belangrijke stappen gezet worden. Het is hierbij van belang dat alle processen (ook wel diensten) binnen de schuldhulpverlening afgestemd worden op de mogelijkheden, doelen en impliciete wensen van schuldenaren. De literatuur, de (wetenschappelijke) onderzoeken en de schuldenaar zelf zijn hierbij belangrijke bronnen van informatie. De weg naar een klantgerichte benadering van de schuldhulpverlening lijkt ingeslagen. De tijd is nu rijp om door te pakken richting een schuldhulpverlening waarin de schuldenaar echt centraal staat.
A. Vos
7. Goede dienstverlening start met een goede indeling
Samenvatting
Welke denkprocessen spelen een rol wanneer een schuldhulpverlener een mening moet vormen over zijn of haar cliënt tijdens een intakegesprek en hoe kan dit proces verbeterd worden? Onderzoek laat zien dat ons brein over het algemeen in staat is om de juiste beslissingen te nemen. Dit komt onder andere doordat we gebruikmaken van heuristieken, zogenoemde vuistregels die gebaseerd zijn op onze eerdere ervaringen. Wanneer we echter te veel steunen op onze ervaringen bestaat de kans dat we fouten maken. Zo blijkt uit een onderzoek van het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam dat (ervaren) schuldhulpverleners niet altijd een juist beeld hebben van hun cliënten. Het is belangrijk dat professionals zich hiervan bewust zijn en dat er gebruikgemaakt wordt van gevalideerde tools om het beeld te optimaliseren. Dat kan onder andere door klantsegmentatie. Een juiste klantsegmentatie zorgt ook voor meer klantgericht en efficiënt werken.
S. Telli

Professionaliteit van uitvoerders in de beroepspraktijk versterken

Voorwerk
8. Uit de schulden, aan het werk?
Hoe te bevorderen dat uitkeringsgerechtigden in een schuldregeling gaan werken?
Samenvatting
Het aantal bijstandsgerechtigden dat na de start van een minnelijke of wettelijke schuldregeling betaald werk vindt en de bijstandsuitkering beëindigt, is klein. Uit interviews blijkt dat betrokkenen vanuit zichzelf gemotiveerd zijn om te gaan werken. Zij weten echter niet goed hoe ze dat moeten aanpakken en zij ervaren een aantal belemmeringen, waardoor zij niet of slechts in beperkte mate ‘de daad bij het woord voegen’. Tegelijkertijd geven de meeste respondenten aan dat zij na de start van de regeling meer rust ervaren en minder stress en dat daarmee de omstandigheden om weer te gaan werken op zichzelf verbeterd zijn. In dit hoofdstuk wordt uitgewerkt hoe de ondersteuning voor deze groep effectiever zou kunnen worden gemaakt. Doel daarvan zou moeten zijn betrokkenen te ondersteunen bij het realiseren van hun wens om enerzijds zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over hun schuldensituatie, wat rust geeft, en om anderzijds zo snel mogelijk weer aan het werk te kunnen gaan.
J. van der Laan, R. C. van Geuns
9. Voorkomen is beter dan genezen
Op weg naar financiële zelfredzaamheid
Samenvatting
Het lectoraat Armoede Interventies deed in de periode 2015–2017 onderzoek naar de financiële zelfredzaamheid van bewoners van Amsterdam Nieuw-West. De uitgevoerde onderzoeksactiviteiten, bestaande uit bewonersenquêtes en samenwerking met lokale partners om het hulpaanbod te versterken, hadden als primaire doel de financiële zelfredzaamheid te verbeteren. We concludeerden dat er nog veel winst te behalen valt: veel bewoners lopen financiële risico’s en ontvangen niet altijd de hulp die zij nodig hebben. Tevens constateerden we dat het (volledig) financieel zelfredzaam maken van de bevolking een brug te ver is. Voordat dit gerealiseerd kan worden, dient er eerst aandacht te zijn voor bewustwording van bewoners ten aanzien van hun financiële situatie en het verbeteren van de toeleiding naar het hulpaanbod. In dit artikel vatten we de resultaten van het onderzoek samen en beschrijven we welke stappen nodig zijn voordat de financiële zelfredzaamheid van de bewoners vergroot kan worden.
R. J. Schoorl, R. C. van Geuns, E. J. P. Desain
10. Uitval of zelfregie? Het stopzetten van de schuldhulpvraag tussen het eerste en tweede contactmoment
Samenvatting
Binnen de schuldhulpverlening is de groep mensen die zich aanmeldt en vervolgens niet op de vervolgafspraak verschijnt, groot. In Amsterdam bedroeg deze initiële uitval in 2013 tussen de 30 en 50 %. Hoe ontwikkelt de schuldensituatie zich van deze groep ‘uitvallers’ en welke beweegredenen geven zij voor het stopzetten van de hulpvraag? Uit onderzoek van het lectoraat bleek dat bij 61 % van de 53 respondenten de schuld was toegenomen na het stopzetten van de hulpvraag. Bij een kwart van de respondenten was de schuld verminderd. De vier meest genoemde redenen waarom mensen uitvallen zijn: de voorwaarden die de schuldhulpverlening stelt, ‘te veel aan zijn hoofd hebben’, niet kunnen voldoen aan de verplichting van de budgetcursus en negatieve ideeën van het netwerk ten aanzien van de schuldhulpverlening. De resultaten van het onderzoek hebben mede geleid tot veranderingen in het proces van schuldhulpverlening in Amsterdam.
E. J. P. Desain, S. Vreugdenhil, R. C. van Geuns
11. Whatworks-principes als richtlijn voor effectievere lokale projecten op het gebied van armoede en schuldhulpverlening
Samenvatting
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van lokale projecten op het gebied van armoede en schuldhulpverlening. Vaak ontbreekt het gemeenten, instellingen en professionals aan de hiertoe noodzakelijke kennis. Op basis van principes voor effectieve interventies uit andere werkvelden heeft het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) de WhatWorks-principes specifiek ingevuld als toetsingsmodel voor effectieve interventies in de schuldhulpverlening en in de armoedebestrijding. Het model stimuleert projecten te kijken naar wat nodig is voor het realiseren van een optimaal resultaat. Sinds 2016 worden deze WhatWorks-principes jaarlijks naast lokale projecten gelegd die door de Stichting Van Schulden naar Kansen en Aegon gefinancierd worden, in het kader van het programma Van Schulden naar Kansen. Dit hoofdstuk gaat in op de eerste onderzoeksresultaten en benadrukt het belang van het werken met een WhatWorks-model: uiteindelijk zorgt dit toetsingsmodel bij degenen die het project uitvoeren behalve voor impact ook voor bewustwording van waar ze mee bezig zijn; alleen dat is al winst.
W. Goede, D. J. Mak

Innovatie in de praktijk stimuleren

Voorwerk
12. Sparen loont
De inzet van een maatje bij nazorg
Samenvatting
In de Amsterdamse pilot ‘Sparen Loont!’ kregen schuldenaren een maatje aan het eind van hun schuldsanering om hen te stimuleren (weer) te gaan sparen en nieuwe schulden te voorkomen. De pilot werd opgezet op basis van wetenschappelijke en praktijkkennis omtrent de betrokken groep en haar gedrag. Tijdens de pilot bleek echter dat vrijwel alle deelnemers zich dermate onzeker en onveilig voelden over hun inkomenssituatie dat er eerst andere dingen moesten gebeuren voordat zij aan sparen konden gaan denken. Er is behoefte aan steun tijdens en/of vlak na een schuldsaneringstraject. Niet alleen hulp bij het omgaan met geld en het op orde brengen van de financiële situatie, maar ook hulp in de vorm van morele steun. Het accent is in de pilot daarom verschoven van sparen naar hoe nazorg na schuldsanering vorm en inhoud zou moeten krijgen. De inzet van een maatje is gezien de reacties van de deelnemers, een welkome en zinvolle manier van nazorg.
R. van der Weijden, J. van der Wolk
13. Innovatie in de praktijk: een ontzorgcontract voor ‘ontredderden’
Ervaringen in een pilot voor huurders met schulden in Amsterdam
Samenvatting
Hoe pak je het ingewikkelde probleem van steeds weer terugkerende, forse betalingsachterstanden bij huurders in de praktijk aan? De Amsterdamse woningcorporatie Ymere zocht samen met twee Amsterdamse schuldhulporganisaties en de gemeente Amsterdam naar een innovatieve aanpak voor huurschulden. Het idee: ontredderde huurders met schulden niet ontruimen, maar juist eerst ontzorgen en daarna werken aan financiële zelfredzaamheid. Wat werkte in deze pilot en wat niet? De pilot heeft duidelijk gemaakt voor wie het ontzorgcontract wel kan werken. Voor sommige ‘ontredderde’ schuldenaren is het een opstap om hun leven weer op de rit te krijgen en op termijn de financiën weer zelf te gaan doen. Voor andere schuldenaren zal dit altijd een stap te ver blijven. De pilot heeft ook laten zien in welke vorm een ontzorgcontract kan werken. Namelijk door intensieve begeleiding in een combinatie van schuldhulp- en maatschappelijke dienstverlening.
J. van der Wolk

Slotbeschouwing en conclusies

Voorwerk
14. Conclusies en uitdagingen
Samenvatting
In het laatste hoofdstuk van dit boek brengen we de uitkomsten samen van een deel van de onderzoeken die het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam gedurende de eerste zes jaar uitvoerde. De lessen die we trekken hebben in de eerst plaats betrekking op de mensen die in armoede leven en met schulden te maken hebben. Duidelijk wordt dat veel van de betrokkenen op dit moment te laat hulp zoeken, vooral omdat ze hun eigen problemen onderschatten en hun eigen oplossingsvermogen overschatten. Daarnaast spelen schaamte en het ingewikkelde systeem, ook van de hulpverlening, een belangrijke rol. We laten verder zien, dat professionals die deze mensen proberen bij te staan hun werk weliswaar met overgave doen, maar tegelijkertijd vaak de inhoudelijke kennis en methodische vaardigheden ontberen om het werk echt effectief te doen. Ten slotte zien we dat de hulpverleningsorganisaties veel kunnen verbeteren aan de randvoorwaarden waarbinnen professionals werken en burgers hulp krijgen. Maar ook wanneer op deze terreinen vooruitgang wordt geboekt, zijn bredere en meer omvattende systeemveranderingen noodzakelijk, willen armoede en schuldenproblematiek fundamenteel verminderen.
R. C. van Geuns
Nawerk
Meer informatie
Titel
Hulp bij armoede
Redacteuren
Roeland van Geuns
Lisette Desain
Rianne van der Weijden
Copyright
2019
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2200-8
Print ISBN
978-90-368-2199-5
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2200-8