Top

Gepubliceerd in:

01-08-2015 | In de praktijk

Drie modellen om schizofrenie beter te begrijpen

Auteurs: Selwyn Renard, Marieke Pijnenborg, Rafaele Huntjens

Gepubliceerd in: Psychopraktijk | Uitgave 4/2015

Samenvatting

De recente discussie rond het al dan niet bestaan van schizofrenie zal niemand in de geestelijke gezondheidszorg zijn ontgaan. Als onderzoekers naar de classificatie en differentiaaldiagnostiek van schizofrenie-spectrumstoornissen en dissociatieve stoornissen hebben we deze discussie met interesse gevolgd. Deze discussie is niet nieuw.

Die woedt namelijk al jaren over het bredere vraagstuk wat psychopathologie precies is. Dit heeft geresulteerd in verschillende modellen van psychopathologie, waarvan de drie belangrijkste zijn: het categorische model, het dimensionele model en het netwerk model.

vorige artikel What’s in a name!

volgende artikel Houd eetstoornis NAO in de GGZ

Brown, T.A. & Barlow, D.H. (2005). Dimensional versus categorical classification of mental disorders in the fifth edition of the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders and beyond: comment on the special section. Journal of Abnormal Psychology, 114(4), 551-6.PubMedCrossRef

Johns, L.C. & van Os, J. (2001). The continuity of psychotic experiences in the general population. Clinical Psychology Review, 21(8), 112541.CrossRef

Ross, C.A., Miller, S.D., Reagor, P., Bjornson, L., Fraser, G.A. & Anderson, G. (1990). Schneiderian symptoms in multiple personality disorder and schizophrenia. Comprehensive Psychiatry, 31(2), 111-8.PubMedCrossRef

Schäfer, I., Harfst, T., Aderhold, V., Briken, P., Lehmann, M., Moritz, S., Read, J. & Naber, D. (2006). Childhood trauma and dissociation in female patients with schizophrenia spectrum disorders: an exploratory study. Journal of Nervous and Mental Disease, 194(2), 135-8.PubMedCrossRef

Şar, V., Yargiç, L.I. & Tutkun, H. (1996). Structured interview data on 35 cases of dissociative identity disorder in Turkey. American Journal of Psychiatry, 153(10), 1329-33.PubMedCrossRef

Hornstein, N.L. & Putnam, F.W. (1992). Clinical phenomenology of child and adolescent dissociative disorders. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 31(6), 1077-85.PubMedCrossRef

Ellason, J.W. & Ross, C.A. (1995). Positive and negative symptoms in dissociative identity disorder and schizophrenia: A comparative analysis. Journal of Nervous and Mental Disease, 183(4), 236-241.PubMedCrossRef

Read, J., van Os, J., Morrison, A.P. & Ross, C.A. (2005). Childhood trauma, psychosis and schizophrenia: a literature review with theoretical and clinical implications. Acta Psychiatrica Scandinavica, 112(5), 330-50.PubMedCrossRef

Spanos, N.P. (1994). Multiple Identity Enactment and Multiple Personality Disorder: A Sociocognitive Perspective. Psychological Bulletin, 116(1), 143-165.PubMedCrossRef

10.

Şar, V., Unal, S.N. & Ozturk, E. (2007). Frontal and occipital perfusion changes in dissociative identity disorder. Psychiatry Research, 156(3), 217-23.PubMedCrossRef

11.

Cramer, A.O.J., Waldorp, L.J., van der Maas, H.L.J. & Borsboom, D. (2010). Comorbidity: a network perspective. The Behavioral and Brain Sciences, 33(2-3), 137-50; discussion 150-93.PubMedCrossRef

Titel: Drie modellen om schizofrenie beter te begrijpen
Auteurs: Selwyn Renard
Marieke Pijnenborg
Rafaele Huntjens
Publicatiedatum: 01-08-2015
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in: Psychopraktijk / Uitgave 4/2015
Print ISSN: 1878-4844
Elektronisch ISSN: 2210-7754
DOI: https://doi.org/10.1007/s13170-015-0066-2

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen

Andere artikelen Uitgave 4/2015

Moeite met eenvoudige taken

Ondertussen … als Oekraïner op werkbezoek in Nederland (4)

Te Gek!?

What’s in a name!

Papierstapels en schuldeisers

Kees Korrelboom: ‘Psychotherapie is een kunde, geen kunst’