Samenvatting
Mede door inhoudelijke beroepsnormen wordt verplegen echt ‘verpleegkunde’: een vak dat professioneel wordt uitgeoefend en dat daarom ook specifieke normeringen kent. In dit hoofdstuk worden deze beroepsnormen op een rijtje gezet: dat begint met zaken die in eerste instantie helemaal niet zo veel met moraal of ethiek te maken lijken te hebben, maar wel degelijk een moreel effect blijken te hebben op de praktijk. Zaken die in dit kader aan de orde komen, zijn de verschillende definities van en de vakinhoudelijke visies op de verpleegkunde. Grote morele betekenis kan ook worden toegekend aan het beroepsprofiel. Vooral vanwege de daarmee samenhangende definiëring van gezondheid. Vervolgens wordt ook ingegaan op meer specifiek ethische normen zoals de beroepscode en de beroepseed. En op rechtvaardigheid als een bijzonder vraagstuk van de praktijk. Het hoofdstuk eindigt met de betekenis van tuchtnormen en de (niet altijd positieve) wijze waarop die doorwerken in de verpleegkundige beroepspraktijk.