‘Zakendoen met emoties’, besparen op verzuim?

Sinds het uitkomen van het proefschrift van bedrijfsarts Rob Hoedeman in 2010: ‘Severe medically unexplained physical symptoms in a sick-listed occupational health population’² is er binnen de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde steeds meer gestructureerde aandacht voor het begeleiden van werknemers die verzuimen met Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK). De multidisciplinaire richtlijn ‘somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten en somatoforme stoornissen’³, biedt bedrijfsartsen duidelijke handvatten voor het begeleiden van verzuimende werknemers met SOLK. Via de SCEGS (soma-cognitie-emotie-gedrag-sociaal) methode worden mogelijke oorzaken en onderhoudende factoren uitgevraagd.

Uit het proefschrift van Rob Hoedeman en latere literatuur blijkt dat verder onderzoek naar effectieve behandeling nodig is. In een Cochrane systematic review uit 2014: ‘Non-pharmalogical interventions for somatoform disorders and medically unexplained physical symptoms (MUPS) in adults, review’⁴ werden alleen geschikte randomized controlled trials gevonden die psychologische hulpverlening bij SOLK onderzochten. Gecombineerde psychologische therapieën hebben het beste effect, van de psychologische therapie werkt cognitieve gedragstherapie (CGT) beter dan andere losse behandelmethoden. Het advies vanuit deze Cochrane systematic review is verder onderzoek te doen naar psychologische behandeltrajecten, maar ook fysieke behandeltrajecten te gaan onderzoeken. In de zoektocht naar een verklaring voor SOLK en effectieve behandelingen stuitte ik op een artikel en het bovengenoemde boek van Marten Klaver.