Doelen van zorgstelsels (zie paragraaf 9.2.1):
-
rechtvaardigheid en toegankelijkheid: eerlijk verdeeld en (financieel) toegankelijk;
-
kwaliteit: effectief, veilig, menselijk;
-
doelmatigheid en betaalbaarheid: grootste gezondheidswinst per bestede euro.
Drie typen zorgstelsels (zie paragraaf 9.2.2):
-
sociaal verzekeringsstelsel (bismarckstelsel);
-
genationaliseerd stelsel (beveridgestelsel);
-
stelsel op basis van gereguleerde marktwerking (enthovenstelsel).
Nergens vind je ‘pure’ vormen van een type. Zorgstelsels zijn hybride. Nederland: zorgstelsel dat vertrouwt op ordenende werking van de markt (zie paragraaf 9.2.2).
Vier actoren spelen een rol in het zorgstelsel (zie paragraaf 9.2.3):
-
aanbieder van zorg;
-
vrager van zorg;
-
financier van zorg;
-
overheid.
Begrippen (zie paragraaf 9.3.1)
-
Behoefte (need): medische behoeften of (subjectieve) behoefte van patiënt.
-
Vraag (demand): het aanbod roept de vraag op. Hoe meer ziekenhuisbedden, hoe meer mensen er worden opgenomen.
-
Gebruik (use): niet elke behoefte leidt tot gebruik.
Toegankelijkheid van zorg: een situatie waarin ieder die een medisch gedefinieerde behoefte aan zorg heeft, feitelijk van deze zorg gebruik kan maken, binnen een redelijke termijn en tegen redelijke kosten (zie paragraaf 9.3.1).
Mogelijkheid tot zorggebruik hangt af van (zie paragraaf 9.3.2):
-
financiële toegankelijkheid:via private verzekeringen (sociaal verzekeringsstelsel) of via belastingen (genationaliseerd zorgstelsel);
-
geografische toegankelijkheid;
-
tijdige toegankelijkheid;
-
culturele toegankelijkheid.
Kwalitatief goede zorg: zorg die effectief is, geen onbedoelde schade veroorzaakt en patiëntgericht wordt verleend (zie paragraaf 9.4.2).
Kwaliteit van zorg te meten door medische dossiers en gegevens laboratoria en apotheken. Ook adverse events spelen een rol (fouten en bijna-fouten) (zie paragraaf 9.4.2).
Kwaliteit van de medische beroepsuitoefening (zie paragraaf 9.4.3):
Kwaliteit van zorginstellingen (zie paragraaf 9.4.4): landelijke standaarden.
Kwaliteit zorgstelsel (zie paragraaf 9.4.5): integrated care en disease management: afstemming tussen verschillende vormen van zorgverlening.
Betaalbaarheid zorg. Wat geeft een land uit aan zorg? Drie argumenten (zie paragraaf 9.5.1) zijn van belang.
-
Er zijn anderen dingen om geld aan uit te geven.
-
Collectieve uitgaven kunnen economische bedrijvigheid ongunstig beïnvloeden.
-
Doelmatigheid: kan er niet meer gezondheidswinst gerealiseerd worden voor hetzelfde geld?
Oorzaken stijgende zorguitgaven (zie paragraaf 9.5.2):
-
prijsstijgingen;
-
toename zorgvolume;
-
rol van het zorgstelsel.
Zorguitgaven beheersen. Kan door (zie paragraaf 9.5.3):
-
zorgverleners: geen overbodige diagnostiek of behandeling;
-
zorgverzekeraars: rol vergroten -> gereguleerde marktwerking;
-
verzekerden: verkleining verstrekkingenpakket, verhoging eigen betalingen.
Prestaties gezondheidszorg (zie paragraaf 9.6): gezondheidszorg leidt tot verbetering volksgezondheid. Huidige problemen: betaalbaarheid.
Uit recent onderzoek blijkt dat in Nederland ook zonder verhoging van zorguitgaven de levensverwachting kan stijgen, door vergroting van de doelmatigheid (zie paragraaf 9.6.2).