2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
9. Organisatie en financiering van de gezondheidszorg: een analytisch kader
Auteurs : K. Stronks, J.J. Polder, N.S. Klazinga
Gepubliceerd in: Volksgezondheid en gezondheidszorg
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
rechtvaardigheid en toegankelijkheid: eerlijk verdeeld en (financieel) toegankelijk;
-
kwaliteit: effectief, veilig, menselijk;
-
doelmatigheid en betaalbaarheid: grootste gezondheidswinst per bestede euro.
-
sociaal verzekeringsstelsel (bismarckstelsel);
-
genationaliseerd stelsel (beveridgestelsel);
-
stelsel op basis van gereguleerde marktwerking (enthovenstelsel).
-
aanbieder van zorg;
-
vrager van zorg;
-
financier van zorg;
-
overheid.
-
Behoefte (need): medische behoeften of (subjectieve) behoefte van patiënt.
-
Vraag (demand): het aanbod roept de vraag op. Hoe meer ziekenhuisbedden, hoe meer mensen er worden opgenomen.
-
Gebruik (use): niet elke behoefte leidt tot gebruik.
-
financiële toegankelijkheid:via private verzekeringen (sociaal verzekeringsstelsel) of via belastingen (genationaliseerd zorgstelsel);
-
geografische toegankelijkheid;
-
tijdige toegankelijkheid;
-
culturele toegankelijkheid.
-
onderwijs ;
-
kwaliteitsborging tijdens beroepsuitoefening (nascholing).
-
Er zijn anderen dingen om geld aan uit te geven.
-
Collectieve uitgaven kunnen economische bedrijvigheid ongunstig beïnvloeden.
-
Doelmatigheid: kan er niet meer gezondheidswinst gerealiseerd worden voor hetzelfde geld?
-
prijsstijgingen;
-
toename zorgvolume;
-
rol van het zorgstelsel.
-
zorgverleners: geen overbodige diagnostiek of behandeling;
-
zorgverzekeraars: rol vergroten -> gereguleerde marktwerking;
-
verzekerden: verkleining verstrekkingenpakket, verhoging eigen betalingen.