Skip to main content
Top

2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Ontwikkelen van bekwaamheden tijdens het werk

Auteur : Jeroen Onstenk

Gepubliceerd in: Handboek human resource development

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Veel van wat mensen moeten kennen en kunnen om hun werk goed te doen, leren ze niet in (beroeps)onderwijs of opleiding, maar tijdens het werken zelf, grotendeels op een informele manier (Borghans, Golsteyn & De Grip, 2006). Dan gaat het niet alleen om bedrijfsspecifieke kennis en vaardigheden, maar ook om de impliciete (

tacit

), gesitueerde aspecten van adequaat beroepsmatig handelen (Eraut, 2004; Onstenk, 1997; Young, 2000). Werkplekleren is niet alleen belangrijk in de beroepsopleiding, het begin van de loopbaan of bij (in)werken in een nieuwe functie, maar ook bij innoveren en leren in veranderende werksituaties (Hoeve, Jorna & Nieuwenhuis, 2006). Werken in teams aan complexe problemen stelt eisen aan wat werknemers kennen en kunnen, maar biedt ook interessante nieuwe leermogelijkheden (Tjepkema, 2002). Er wordt vaker gewerkt met complexe en kennisrijke systemen, die men eigenlijk niet anders dan op de werkplek zelf volledig kan leren bedienen. Denk aan het besturen van een complexe machine of het bewaken van een complex productieproces, maar ook aan het leren functioneren in vergaderingen of diagnosticeren van problemen. Tegelijkertijd maken juist aard en tempo van de veranderingen het vanzelfsprekende karakter van leren in werksituaties problematisch. Er is minder tijd om iets te leren. Het afbreukrisico is vaak groot. Om wat te leren van geautomatiseerde werkprocessen moet een collega bereid en in staat zijn om uit te leggen wat hij aan het doen is. Maar hoge werkdruk laat dat niet altijd toe.

Metagegevens
Titel
Ontwikkelen van bekwaamheden tijdens het werk
Auteur
Jeroen Onstenk
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8565-2_14