Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

12. Omgaan met fouten

Auteur : H.C.H. Coumou

Gepubliceerd in: Het geneeskundig proces

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

  • Fouten behoren tot de praktijk van alledag en komen voor in alle sectoren van het medisch bedrijf onder andere door de complexiteit van het moderne medisch handelen bij patiënten met steeds complexere aandoeningen. Het besef dat er een actief beleid moet worden gevoerd om fouten te voorkomen en dat gemaakte fouten zorgvuldig moeten worden afgehandeld is sterk gegroeid en geborgd in handelwijzen.
  • Soorten fouten worden ingedeeld: fouten in de arts-patiëntrelatie, medisch-inhoudelijke fouten en organisatorische fouten.
  • Bronnen van fouten in het handelen van alledag zijn vooral gelegen in het diagnostisch handelen, de werkdruk, emotioneel geladen contacten en communicatieproblemen, administratieve handelingen of disfunctioneren van de arts, wat meestal incidenteel is.
  • Structureel onverantwoord handelen komt bij 5% van de artsen voor. Dit betreft vooral medisch-technische beoordelingsfouten en een gebrek aan communicatieve vaardigheden. Fouten worden overigens nog te weinig gezien als een systeemprobleem en te veel als een individueel probleem.
  • Schending van het vertrouwen in een arts leidt tot (veel) leed bij de patiënt. Het handelen ná een fout is daarom cruciaal en bestaat uit (h)erkenning van de fout en vervolgens snel, zorgvuldig en ‘open’ handelen. De arts die een fout maakt, ondergaat óók hevige emoties, hij is de ‘second victim’.
  • Het voorkómen van een fout vraagt om een zorgvuldige analyse van oorzakelijke factoren na een fout. Ook het gerust kunnen melden van fouten, zonder erop te worden afgerekend, kan de kans op fouten verkleinen.
  • Bij studenten wordt met regelmaat niet-constructief kritisch gedrag vastgesteld. Het kan hierbij gaan om een karaktertrek. Onderzoek toont een relatie aan tussen professioneel gedrag in de studie en in de loopbaan.
  • Reflectie op het eigen handelen vindt plaats in intervisiegroepen van huisartsen. De medisch specialisten kennen een ander systeem van (zelf)evaluatie, het individueel functioneren medisch specialisten (IFMS).
  • Het patiëntveiligheidsbeleid heeft geleid tot een aanzienlijke daling van vermijdbare schade en potentieel vermijdbare sterfte. Een van de permanente aandachtsgebieden blijft de bevordering van de patiëntveiligheid op de operatiekamer omdat meer dan de helft van de vermijdbare patiëntschade is gerelateerd aan het operatieve proces
  • Wanneer een patiënt zich niet gehoord voelt na een fout, kan hij een klacht voorleggen aan de klachtenfunctionaris/klachtencommissie van de instelling waaraan de arts – of andere medische of paramedische zorgverlener – is verbonden. Is hij over de uitkomst niet tevreden, dan kan hij deze voorleggen aan een externe geschillencommissie, de tuchtrechter, de civiele rechter, of de strafrechter.
  • De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) houdt toezicht op de zorgaanbieders in Nederland, die wettelijk verantwoordelijk zijn voor kwalitatief goede en veilige zorg.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Literatuur
go back to reference Crul B, Meersbergen D van, Rijksen P. Dokters voor de rechter. Tien jaar tuchtuitspraken in Medisch Contact. Amsterdam: Reed Business, 2011. Crul B, Meersbergen D van, Rijksen P. Dokters voor de rechter. Tien jaar tuchtuitspraken in Medisch Contact. Amsterdam: Reed Business, 2011.
go back to reference Helmich E. Becoming a doctor: The early emotional and professional development of medical students [dissertatie]. Nijmegen, 2012. Helmich E. Becoming a doctor: The early emotional and professional development of medical students [dissertatie]. Nijmegen, 2012.
go back to reference Langelaan M, Bruijne MC de, Baines RJ, et al. Monitor zorggerelateerde schade 2011/2012: dossieronderzoek in Nederlandse ziekenhuizen. Amsterdam/Utrecht: EMGO+ Instituut/VUmc/NIVEL, 2013. Langelaan M, Bruijne MC de, Baines RJ, et al. Monitor zorggerelateerde schade 2011/2012: dossieronderzoek in Nederlandse ziekenhuizen. Amsterdam/Utrecht: EMGO+ Instituut/VUmc/NIVEL, 2013.
go back to reference Lutke Schipholt I. Horkerige student snel opsporen. Med Contact. 2010;65:2517-19. Lutke Schipholt I. Horkerige student snel opsporen. Med Contact. 2010;65:2517-19.
go back to reference Oomen RJA, Biesaart MCIH. Doorhalingen in het BIG-register. Overwegingen van het tuchtcollege in de periode 2006-2011. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:106-11. Oomen RJA, Biesaart MCIH. Doorhalingen in het BIG-register. Overwegingen van het tuchtcollege in de periode 2006-2011. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:106-11.
Metagegevens
Titel
Omgaan met fouten
Auteur
H.C.H. Coumou
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1092-0_12