2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
13. Patiënten met multimorbiditeit en polyfarmacie
Auteurs : A.W. Wind, R.J. van Marum
Gepubliceerd in: Het geneeskundig proces
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Multimorbiditeit: een patiënt lijdt aan meerdere chronische ziekten tegelijk.
-
Gevolgen multimorbiditeit:
-
minder goed functioneren, meer complicaties en polyfarmacie;
-
bemoeilijkte diagnostiek en behandeling:
-
komt het symptoom van de medicatie?
-
is het een verergering van een bestaande aandoening of is het een nieuwe aandoening?
-
de bekende problemen kunnen een andere ziekte maskeren,
-
de ene ziekte kan invloed hebben op (het beloop van) de andere ziekte,
-
behandelingen kunnen met elkaar interfereren.
-
in de richtlijnen wordt zelden rekening gehouden met multimorbiditeit.
-
-
-
Aandachtspunten bij multimorbiditeit:
-
de zorg voor deze patiëntencategorie is vaak niet evidence based omdat studies deze patiëntengroep niet includeren;
-
de zorg voor mensen met multimorbiditeit is persoonsgericht, passend, proactief en samenhangend;
-
maatwerk is nodig, de wensen van de patiënt zijn leidend. Goede voorlichting over mogelijke voor- en nadelen van diagnostiek of behandeling, waarna gezamenlijke besluitvorming.
-
het coördineren van de dagelijkse zorg kan een taak zijn voor de patiënt zelf of diens naaste(n) of zo nodig een zorgcoördinator of casemanager;
-
de regie ligt bij de patiënt/diens familie, in samenspraak met een generalist (huisarts, specialist ouderengeneeskunde, geriater of internist ouderengeneeskunde);
-
in het multidisciplinaire overleg (MDO) wordt gezamenlijk per patiënt een zorgplan opgesteld.
-
-
Polyfarmacie: het gelijktijdig en langdurig gebruik van vijf of meer geneesmiddelen.
-
Gevolgen polyfarmacie:
-
verhoogd risico op bijwerkingen (door veranderde farmacokinetiek bij veroudering (vooral lever- en nierfunctiestoornissen), verhoogde kans op interacties van geneesmiddelen met elkaar of met de ziekte);
-
meer kans op fouten (routinematige voortzetting, overbehandeling en onderbehandeling);
-
verminderde therapietrouw (streven naar zo min mogelijk innamemomenten);
-
ziekenhuisopname.
-
-
Probeer problemen bij polyfarmacie te voorkomen door:
-
afstemming: iedere arts houdt rekening met de door de patiënt gebruikte medicatie. Iedere arts licht de huisarts in als hij voorschrijft.
-
een actueel medicatieoverzicht: koppeling tussen het medicatiedossier bij de huisarts, de apotheek en het ziekenhuis. Eén openbare apotheek is verantwoordelijk voor het medicatiedossier. Uitgiftes door andere apotheken worden doorgegeven.
-
een jaarlijkse medicatiebeoordeling met farmaceutische anamnese, analyse en opstelling en uitvoering van het farmaceutisch behandelplan, door huisarts en apotheker, in overleg met de patiënt;
-
de patiënt een rol te geven als ervaringsdeskundige en te betrekken bij de besluitvorming. Een keuze voor de behandeling van de ene ziekte kan negatieve gevolgen hebben voor de andere. De behandelkeuze is dan ook een gezamenlijke afweging van prioriteiten.
-