Top

Gepubliceerd in:

2023 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Neurologie

Auteur : M. Groenendijk, MSc

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

Samenvatting

Neurologisch onderzoek op de PACU is gericht op het monitoren en vroegtijdig signaleren van postoperatieve complicaties waarbij direct handelen van belang is. Denk hierbij aan complicaties van zowel neurochirurgie als grote vaatchirurgie. Voorbeelden van complicaties die neurologische uitval kunnen veroorzaken zijn cerebraal oedeem, pneumencefalie, epilepsie, neurovasculaire schade en nabloeding. Het postoperatief neurologisch onderzoek is geen vervanging van een gedegen neurologisch onderzoek ten behoeve van diagnostiek zoals een neuroloog dit uitvoert. Kennis van neurologisch onderzoek is ook noodzakelijk bij het toepassen van anesthesiologische technieken om complicaties tijdig te herkennen. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan bijwerkingen van lokale anesthetica, anticholinerg syndroom en delier.

vorige hoofdstuk Monitoring en hemodynamische therapie

volgende hoofdstuk Nefrologie en elektrolyten

Fessem, J.M.K. van. (2017). Kwaliteit & veiligheid: Hoe te leren van calamiteiten? A&I; juni, nr. 2.

Guenther, U., et al. (2010). Validity and reliability of the CAM-ICU Flowsheet to diagnose delirium in surgical ICU patients. Journal of critical care, 25(1), 144–151.CrossRefPubMed

Hijdra, A., et al. (2016). Neurologie. Bohn Stafleu van Loghum.CrossRef

Jellema, K., et al. (2002). Koorts, grote ogen en verwardheid; het anticholinergisch syndroom. Nederlands tijdschrift voor geneeskunde, 146(46), 2173–2176.PubMed

Jong, T.O.H. de, et al. (2015). Fysische diagnostiek. Uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek. Bohn Stafleu van Loghum.CrossRef

Lange, J.J. de, et al. (2004). Richtlijn ‘Neuraxisblokkade en antistolling’. Nederlands tijdschrift voor geneeskunde, 148(31), 1528–1531.PubMed

Man-Hermsen de, I. & Slor, C.J. (2010). Postoperatief delier. A&I; juni, nr. 2.

Murphy, G.S. & Brull, S.J. (2010). Residual neuromuscular block: lessons unlearned. Part I: definitions, incidence, and adverse physiologic effects of residual neuromuscular block. Anesthesia and analgesia, 111(1), 120–128.

Noordzij. P.G., et al. (2021). Klinische Anesthesiologie. de Tijdstroom.

Ridder, W.P., et al. (2005). Fysostigmine als acute behandeling van een patiënt met het centraal anticholinerg syndroom na gebruik van cocaïne versneden met atropine. Nederlands tijdschrift voor geneeskunde, 149(30), 1701–1703.PubMed

Vugt, R. van. Complicaties van locoregionale anesthesie. A&I nascholingsartikel 2020; december, nr. 4.

Wilson, J., et al. (2012). Residual neuromuscular blockade in critical care. Critical care nurse, 32(3), e1–e10.CrossRefPubMed

www.nysora.com, Epidural Anesthesia and Analgesia.

https://richtlijnendatabase.nl, neuraxisblokkade en antistolling (2017).

Titel: Neurologie
Auteur: M. Groenendijk, MSc
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Boek: Handboek PACU
Print ISBN: 978-90-368-2842-0

Elektronisch ISBN: 978-90-368-2843-7

Copyright: 2023
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-368-2843-7_4

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen