Samenvatting
Afhankelijk van de uitgebreidheid van de ingreep onder locoregionale anesthesie, algehele anesthesie of een combinatie hiervan gaat de patiënt na een ingreep in de meeste gevallen naar de PACU en zelden naar de intensive care. Daarbij zijn er in een aantal ziekenhuizen vaak mogelijkheden voor het recoveren van patiënten op de PACU na een wat uitgebreidere ingreep. In principe is de monitoring op de PACU een naadloze voortzetting van de perioperatieve monitoring. Hierbij onderscheiden we de basale hemodynamische monitoring die bij elke patiënt wordt toegepast (ECG, hartritme, niet-invasieve bloeddruk, perifere zuurstofsaturatie en temperatuur) naast geavanceerde monitoring, zoals invasieve arteriële bloeddrukmeting, centraal veneuze drukmeting, cardiac-outputmetingen, enz., die bij specifieke (hemodynamische) problematiek wordt toegepast. De klinische presentatie van de patiënt in combinatie met de verkregen meetresultaten kunnen hemodynamische ondersteuning noodzakelijk maken. Die is gericht op het optimaliseren van de weefseldoorbloeding en -oxygenatie.