Samenvatting
Dit hoofdstuk behandelt machtsverschillen in organisaties en manieren om invloed uit te oefenen. Formele machthebbers zijn het bestuur, de directie, de ondernemingsraad. Bij groepsbeslissingen zijn diverse spelregels hanteerbaar, zoals meerderheidsbesluit, vetorecht, consensus. Informeel hebben ook anderen middelen om beslissingen te beïnvloeden en daarmee het lot van de organisatie mede te bepalen: specifieke bekwaamheden (gezag), relaties, informatievoorsprong, beheer van middelen, persoonlijke kwaliteiten. Om de kwaliteit en effectiviteit van beslissingen te beoordelen kunnen verschillende criteria worden toegepast: Is het besluit effectief? Wordt het besluit breed gesteund? Niet iedereen legt zich bij beslissingen van anderen neer. Dan ontstaan er conflicten. Conflicten kunnen nuttig, maar ook desastreus zijn. Sommigen vermijden conflicten, lopen er voor weg, anderen zoeken ze op. Conflicten genereren emoties. Conflicten zijn meestal oplosbaar. Dit hoofdstuk wijst op de rol van macht en invloed binnen een organisatie en de manier om daarmee om te gaan en eventuele conflicten op te lossen.