Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Psychotherapie 1/2009

01-02-2009 | Artikelen

Introductie bij het themagedeelte

‘Nut en onnut van de neurobiologie voor de psychotherapie’

Auteur: Max Lauteslager

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Psychotherapie | Uitgave 1/2009

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Voor mijn generatie bestond de biologie tot in de jaren ’80 eigenlijk niet, in elk geval niet als bron van kennis over de menselijke psychologie. De jaren ’70 van de vorige eeuw waren de hoogtijdagen van de tabula rasa-opvatting. Die was niet nieuw, want al zo’n 2300 jaar eerder opgedoken bij Aristoteles (384-322 v. Chr.). Bij de geboorte, zegt Aristoteles, is onze geest een onbeschreven blad, een tabula rasa. We weten nog niets en we kunnen nog niets. Letterlijk alles moet geleerd worden. Meer dan tweeduizend jaar later keert John Locke (1632-1704) zich tegen René Descartes (1596-1650), die de euvele moed had te
Voetnoten
1
Aan Kolk (2008) zijn voor het gemak ook, vrijwel letterlijk, de vorige twee alinea’s ontleend. De vrije vertaling van het citaat en de cursivering zijn van mij.
 
2
Stephen Jay Gould heeft voor dit verschijnsel ooit de veel mooiere term physics envy bedacht. Zie ook het artikel van Verhaeghe in dit nummer, in het bijzonder noot 5.
 
3
Naast journalisten zijn er ook ‘wetenschappers’ die het niet zo nauw nemen met de wetenschappelijke bewijsvoering en/of onderzoek aangrijpen om de uitkomsten ervan eindeloos op te rekken, te generaliseren en te extrapoleren. De lijst is lang, maar ik denk bijvoorbeeld aan de onnavolgbare psychotherapeute Martine Delfos, de psychiater René Kahn en de hersenwetenschapper Dick Swaab, voor wie alles begint (maar in zekere zin ook eindigt) in de baarmoeder. Zij allen bespelen het grote publiek virtuoos met hun populaire, simplificerende publicaties. In hún denken is het genetisch determinisme nog allerminst dood.
En dan zijn er natuurlijk de biologen, zoals Midas Dekkers en (in Vlaanderen) Dirk Draulans: nooit om een antwoord verlegen en fantasierijker in het verzinnen van ‘darwinistische’ oplossingen dan Rudyard Kipling in zijn Just so stories. Ach, laten we er maar op vertrouwen dat de echte wetenschappers uiteindelijk aan het langste eind trekken.
 
4
De evolutiepsychiatrie en de evolutionaire psychologie zijn ook biologische disciplines, maar de verschillen met respectievelijk de biologische psychiatrie en de cognitieve neurowetenschap zijn groot – ik kan daar in dit bestek helaas niet verder op ingaan (maar zie Adriaens, 2008, vooral hoofdstuk 3).
 
5
In zijn bijdrage aan dit nummer, ‘Geestdrift voor het brein als belichaming van een foute verdeeldheid’, vertelt Verhaeghe in een notendop de geschiedenis van die toevallige ontdekkingen.
 
Literatuur
go back to reference Adriaens, P.R. (2008). Het nut van waanzin. Essays over darwinisme en psychiatrie. Leuven: Acco. Adriaens, P.R. (2008). Het nut van waanzin. Essays over darwinisme en psychiatrie. Leuven: Acco.
go back to reference Habermas, J. (1968). Erkenntnis und Interesse. Frankfurt a.M.: Suhrkamp. Habermas, J. (1968). Erkenntnis und Interesse. Frankfurt a.M.: Suhrkamp.
go back to reference Healy, D. (2002). The creation of psychopharmacology. Cambridge, M.: Harvard University Press. Healy, D. (2002). The creation of psychopharmacology. Cambridge, M.: Harvard University Press.
go back to reference Hoofdakker, R.H. van den (1995). De mens als speelgoed. Houten/Utrecht: Bohn Stafleu Van Loghum/Kosmos-Z&K. Hoofdakker, R.H. van den (1995). De mens als speelgoed. Houten/Utrecht: Bohn Stafleu Van Loghum/Kosmos-Z&K.
go back to reference Jensma, F. (2009). Aangeboren slecht. NRC-Handelsblad (voorpagina en bijlage wetenschap, p. W06), 24 januari. Jensma, F. (2009). Aangeboren slecht. NRC-Handelsblad (voorpagina en bijlage wetenschap, p. W06), 24 januari.
go back to reference Kolk, H. (2008). Bewustzijn. Van filosofie naar hersenwetenschap. Amsterdam: Boom. Kolk, H. (2008). Bewustzijn. Van filosofie naar hersenwetenschap. Amsterdam: Boom.
go back to reference Kopland, R. (2003). Twee ambachten. Over psychiatrie en poëzie. Amsterdam: Van Oorschot. Kopland, R. (2003). Twee ambachten. Over psychiatrie en poëzie. Amsterdam: Van Oorschot.
go back to reference Kraan, H.F. (2006). De ongebroken macht van de psychiatrie door de ogen van Michel Foucault. Tijdschrift voor Psychiatrie, 48, 881-888. Kraan, H.F. (2006). De ongebroken macht van de psychiatrie door de ogen van Michel Foucault. Tijdschrift voor Psychiatrie, 48, 881-888.
go back to reference Lacan, J. (1966). Écrits. Parijs: Seuil. (Er is nu een goede Engelse vertaling van Bruce Fink: J. Lacan (2006), Écrits. The first complete edition in English. Londen/New York: Norton.) Lacan, J. (1966). Écrits. Parijs: Seuil. (Er is nu een goede Engelse vertaling van Bruce Fink: J. Lacan (2006), Écrits. The first complete edition in English. Londen/New York: Norton.)
go back to reference Lauteslager, M. (2003a). De hersenen van Ulrike Meinhof. 25 jaar biohysterie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 29, 272-293. Lauteslager, M. (2003a). De hersenen van Ulrike Meinhof. 25 jaar biohysterie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 29, 272-293.
go back to reference Lauteslager, M. (2003b). Wetenschap 'op basis van hersenstoornissen'. Tijdschrift voor Psychotherapie, 29, 501-511. Lauteslager, M. (2003b). Wetenschap 'op basis van hersenstoornissen'. Tijdschrift voor Psychotherapie, 29, 501-511.
go back to reference Lauteslager, M. (2006). Het evidence-beest heeft kuren. Gebruik en misbruik van EBP, RCT- en EST-methodologie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 32, 347-366. Lauteslager, M. (2006). Het evidence-beest heeft kuren. Gebruik en misbruik van EBP, RCT- en EST-methodologie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 32, 347-366.
go back to reference Lauteslager, M. (2007). Bioblabla en de onverbeterlijke biocriminologen. Deviant, 13 (juninummer), 8-11. Of: http://www.tijdschriftdeviant.nl/teksten/deviant53/04.pdf Lauteslager, M. (2007). Bioblabla en de onverbeterlijke biocriminologen. Deviant, 13 (juninummer), 8-11. Of: http://​www.​tijdschriftdevia​nt.​nl/​teksten/​deviant53/​04.​pdf
go back to reference Linschoten, J. (1957). A gentle force. Beschouwingen over het associatiebegrip. Groningen: Wolters. Linschoten, J. (1957). A gentle force. Beschouwingen over het associatiebegrip. Groningen: Wolters.
go back to reference Maanen, H. van (2002). Buikhuisen mag nog steeds niet. In H. van Maanen, Echte mannen willen niet naar Mars. Rafelranden van de wetenschap (pp. 45-52). Amsterdam: Prometheus. Maanen, H. van (2002). Buikhuisen mag nog steeds niet. In H. van Maanen, Echte mannen willen niet naar Mars. Rafelranden van de wetenschap (pp. 45-52). Amsterdam: Prometheus.
go back to reference Mooij, A. (2002). Psychoanalytisch gedachtegoed. Een modern perspectief. Amsterdam: Boom. Mooij, A. (2002). Psychoanalytisch gedachtegoed. Een modern perspectief. Amsterdam: Boom.
go back to reference Mooij, A. (2006). De psychische realiteit. Psychiatrie als geesteswetenschap (3e, herziene druk). Amsterdam: Boom. Mooij, A. (2006). De psychische realiteit. Psychiatrie als geesteswetenschap (3e, herziene druk). Amsterdam: Boom.
go back to reference Popma, A. (2006). Neurobiological factors of antisocial behavior in delinquent male adolescents. Academisch proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam. Popma, A. (2006). Neurobiological factors of antisocial behavior in delinquent male adolescents. Academisch proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam.
go back to reference Skolnick-Weisberg, D., Keil, F.C., Goodstein, J., Rawson, E., & Gray, J.R. (2008). The seductive allure of neuroscience explanations. Journal of Cognitive Science, 20, 470-477. Skolnick-Weisberg, D., Keil, F.C., Goodstein, J., Rawson, E., & Gray, J.R. (2008). The seductive allure of neuroscience explanations. Journal of Cognitive Science, 20, 470-477.
go back to reference Snijders, J.A., & Takens, R.J. (2007). Tijd voor de toekomst. ‘Nationaal psychotherapiedebat’ over groei, object en toekomst van de psychotherapie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 33, 347-371. Snijders, J.A., & Takens, R.J. (2007). Tijd voor de toekomst. ‘Nationaal psychotherapiedebat’ over groei, object en toekomst van de psychotherapie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 33, 347-371.
go back to reference Sulloway, F.J. (1979). Freud: Biologist of the mind. New York: Basic Books. Sulloway, F.J. (1979). Freud: Biologist of the mind. New York: Basic Books.
go back to reference Uttal, W.R. (2001). The new phrenology: The limits of localizing cognitive processes in the brain. Cambridge MA: MIT Press. Uttal, W.R. (2001). The new phrenology: The limits of localizing cognitive processes in the brain. Cambridge MA: MIT Press.
go back to reference Westen, D., & Gabbard, G.O. (2002). Developments in cognitive neuroscience. 1: Conflict, compromise, and connectionism. Journal of the American Psychoanalytical Association, 50, 54–98. Westen, D., & Gabbard, G.O. (2002). Developments in cognitive neuroscience. 1: Conflict, compromise, and connectionism. Journal of the American Psychoanalytical Association, 50, 54–98.
go back to reference Wijnen, F., & Verstraten, F. (red.) (2008). Het brein te kijk. Verkenning van de cognitieve neurowetenschap (4e, herziene druk). Amsterdam: Harcourt. Wijnen, F., & Verstraten, F. (red.) (2008). Het brein te kijk. Verkenning van de cognitieve neurowetenschap (4e, herziene druk). Amsterdam: Harcourt.
Metagegevens
Titel
Introductie bij het themagedeelte
‘Nut en onnut van de neurobiologie voor de psychotherapie’
Auteur
Max Lauteslager
Publicatiedatum
01-02-2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Tijdschrift voor Psychotherapie / Uitgave 1/2009
Print ISSN: 0165-1188
Elektronisch ISSN: 1876-5637
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03080467

Andere artikelen Uitgave 1/2009

Tijdschrift voor Psychotherapie 1/2009 Naar de uitgave

Bijeenkomsten

Bijeenkomsten