01-02-2015 | Beschouwing
Het einde van de gewone praktijkbloeddrukmeting?
Gepubliceerd in: TvPO | Uitgave 1/2015
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Meetfouten en het wittejasseneffect staan een betrouwbare bepaling van de bloeddruk in de spreekkamer in de weg. Daarom hebben de geprotocolliseerde thuismeting en de 24-uursmeting een plaats gekregen in het cardiovasculair risicomanagement. Nadelen zijn respectievelijk een beperkt zicht op de uitvoering en ongemak bij de patiënt. Een andere beperking is dat de risicotabellen voor cardiovasculair risicomanagement zijn gebaseerd op praktijkmetingen die men geheel volgens de richtlijn heeft uitgevoerd. Een seriële automatische 30-minutenbloeddrukmeting op de praktijk is een meting waarbij meetfouten en wittejasseneffect grotendeels zijn gereduceerd. De methode maakt gebruik van een 24-uursmeter die is ingesteld op een meetinterval van 5 minuten, waarbij de patiënt alleen in een ruimte zit. Bij validering van de methode blijkt de uitslag vergelijkbaar te zijn met de dagwaarde van een 24-uursmeting. Bovendien is de reproduceerbaarheid van een 30-minutenpraktijkbloeddrukmeting beter dan die van een praktijkmeting die geheel volgens de richtlijn wordt uitgevoerd. De 30-minutenpraktijkbloeddrukmeting zou een plaats kunnen krijgen naast de 24-uursmeting en de geprotocolliseerde thuismeting bij het achterhalen van een wittejasseneffect.