Inleiding: Sinds de transitie in de jeugdhulp wordt interdisciplinair samenwerken binnen de zorg voor jeugd steeds belangrijker. Op de Noord-Veluwe werd de Amerikaanse Index of Interdisciplinary Collaboration (IIC) vertaald om samenwerking binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te onderzoeken. Dit artikel beschrijft het proces van vertaling en validatie van de vragenlijst.
Methode: De IIC bestaat uit 42 vragen, verdeeld over vijf ‘componenten’. De vragenlijst werd vertaald naar het Nederlands, gevolgd door terugvertaling en aanpassing aan de CJG-context. Aangevuld met demografische items werd de vragenlijst verspreid onder alle 133 CJG-medewerkers van de regio Noord-Veluwe. Zij konden hun antwoorden geven op een vijfpuntslikertschaal. Constructvaliditeit en interne consistentie werden gemeten via een exploratieve factoranalyse (EFA) en Cronbach’s alfa.
Resultaten: Het responspercentage van de vragenlijst was 91 %. De EFA leverde acht factoren op, met een duidelijke clustering voor twee van de vijf componenten en een diffuse lading over meerdere factoren voor de overige drie. Alle componenten van de vertaalde IIC lieten een hoge (>0,70) Cronbach’s alfa zien, met uitzondering van Flexibiliteit (0,53).
Conclusie: De vertaalde IIC lijkt een bruikbaar en valide instrument om interdisciplinaire samenwerking in de zorg voor jeugd in Nederland te meten. De component Flexibiliteit behoeft verdere aanpassing. Voor een sterkere onderbouwing van de validiteit en bruikbaarheid is aanvullend onderzoek nodig, met meer en mogelijk andere respondenten.