Samenvatting
Om de feitelijke zorgverlening goed in kaart te brengen, zijn indicatoren nodig. Dit zijn meetgrootheden, die vaak de vorm van een proportie hebben. De noemer van een indicator beschrijft meestal de omvang van de doelgroep waarover een uitspraak wordt gedaan. In de teller wordt het aantal correcte of gewenste handelingen in deze doelgroep beschreven. Indicatoren kunnen de structuur, de processen (klinische en interpersoonlijke handelingen) of de uitkomsten van de zorg betreffen. Om tot valide indicatoren te komen moet systematische methoden worden toegepast. Voor het verzamelen van gegevens worden vaak patiëntdossiers of patiëntvragenlijsten gebruikt. Idealiter bestaat een systeem voor het continue meten van aspecten van kwaliteit van zorg, dat de basis is voor feedback aan zorgverleners en andere implementatiestrategieën.