Samenvatting
Dit hoofdstuk laat zien hoe een organisatie omgaat met haar financiën. Achtereenvolgens kom je volgende zaken tegen: begroting, budget, inkomsten, uitgaven, jaarrekening, balans en jaarverslag. Bij de inkomsten is de aanbesteding door de financier van belang (de gemeente in het sociale en zorgdomein), omdat de instelling concurreert met andere instellingen om een contract te krijgen. De jaarrekening laat zien wat de werkelijke jaarinkomsten en -uitgaven waren: Kloppen die met de begrote bedragen? Zijn er meevallers of tegenvallers? Naast de situatie van de lopende inkomsten en uitgaven is de vermogenspositie belangrijk: wat zijn de vorderingen, de schulden, de bezittingen? Mocht het eigen vermogen niet toereikend zijn om alle schulden te betalen, dan dreigt gevaar van faillissement; dat is al menige instelling overkomen. Dit hoofdstuk toont aan, dat het voor een organisatie en haar medewerkers van levensbelang is grip te hebben op de financiële positie van de organisatie.