Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie 8/2023

Open Access 01-09-2023 | Case Report

Case report. Hydronefrose veroorzaakt door hernia inguinalis

Auteurs: drs. Sophie M. Wijngaard, drs. Gert-Jan Boer, dr. Ewout F. W. Courrech Staal, drs. Marit J. Yska, drs. René A. Klaassen

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie | Uitgave 8/2023

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

Een hernia inguinalis is een veelvoorkomende aandoening. Een zeldzamer fenomeen is het herniëren van de ureter, hetgeen kan leiden tot hydronefrose. Bij een obese patiënt werd een hernia inguinalis gezien waarbij een herniatie van de linker ureter de oorzaak bleek te zijn van hydronefrose en bijkomende achteruitgang van de nierfunctie. Het risico van een Lichtenstein-procedure werd te groot beschouwd vanwege de centrale vetverdeling. Om de nierfunctie te behouden, werd een nefrostomiekatheter geplaatst en herstelde de nierfunctie gedeeltelijk. Patiënt startte met een gecombineerde leefstijlinterventie. Na gewichtsreductie onderging de patiënt alsnog een Lichtenstein-procedure. Hierna kon de nefrostomiekatheter worden verwijderd met behoud van nierfunctie.

Introductie

Een hernia inguinalis is een veelvoorkomende aandoening en komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, namelijk in de verhouding 8:1 [1]. Bij een symptomatische hernia inguinalis kan er gekozen worden voor operatief herstel door middel van een endoscopische (o.a. TEPP) of een open (Lichtenstein) procedure. De operatie-indicatie wordt gesteld door de chirurg, afhankelijk van de klachten waarmee de patiënt zich presenteert en de aanwezige comorbiditeit. De kans op het ontwikkelen van een complicatie gedurende watchful waiting bij een asymptomatische hernia inguinalis ligt tussen de 0,18 en 0,79% [2, 3]. Bij complicaties (zoals incarceratie of strangulatie) is acuut ingrijpen noodzakelijk (30-dagenmortaliteit circa 3%) [46].
De inhoud van de breukzak die ontstaat bij een hernia inguinalis kan verschillen. In veruit de meeste gevallen wordt er alleen peritoneaal vetweefsel gezien, maar ook omentum, dikke darm, dunne darm en blaas kunnen de breukzak in herniëren [7]. Een zeldzaam fenomeen is het herniëren van de ureter. Deze herniatie wordt relatief vaker gezien bij patiënten na een niertransplantatie, maar ook bij patiënten zonder transplantaat is dit eerder beschreven [810]. De volgende casus betreft een zeldzame oorzaak van hydronefrose.

Casus

Een 72-jarige patiënt werd recent in de eerste lijn behandeld voor een urineweginfectie met goed effect. Bij progressieve nierfunctieverslechtering werd echografisch onderzoek verricht, waarbij de linkszijdige hydronefrose aan het licht kwam. De ureter was niet tot aan de blaas te vervolgen.
Patiënt werd verwezen naar de polikliniek Urologie. Beeldvorming uit de medische voorgeschiedenis van de patiënt liet geen afwijkingen aan de nieren zien. In het bloedonderzoek werd onder andere een eGFR van 31 ml/min/1,73 m2 gevonden (tab. 1). Voordat de uroloog de patiënt beoordeelde, werd een CT met latefasecontrast verricht om de oorzaak van de linkszijdige hydronefrose te achterhalen en maligniteiten (in de hoge urinewegen of retroperitoneaal) uit te sluiten. Op deze CT-scan werd beiderzijds een forse hernia inguinalis gezien met beiderzijds herniatie van darmlissen en aan de linkerzijde ook herniatie van de ureter. De linkerureter was gedilateerd tot aan de hernia inguinalis (fig. 1 en 2). De linkernier kleurde verminderd aan en er was een vertraagde contrastuitscheiding.
Tabel 1
Beloop van de nierfunctie
moment
eGFR (ml/min/1,73 m2)
kreatinine (µmol/l)
1 jaar preoperatief
53
118
ten tijde van CT met latefasecontrast voor diagnostiek
31
183
preoperatief met NSK in situ
46
132
postoperatief zonder NSK
49
125
1 jaar postoperatief
45
133
NSK nefrostomiekatheter
Patiënt vertelde sedert 15 jaar een hernia inguinalis beiderzijds te hebben (fig. 3) die de laatste maanden opvallend was toegenomen. Een arts zou hem gezegd hebben dat de hernia pas behandeld diende te worden bij pijnklachten, welke patiënt nooit heeft gehad. Tot en met de uitslag van de CT- scan vond vanwege de COVID-pandemie het contact met patiënt telefonisch plaats. Zodoende was de lichaamsbouw van patiënt niet eerder opgemerkt door een arts. De patiënt had een BMI van 36 (1,65 m en 98 kg) met een centrale vetverdeling.
Bij het reponeren van een hernia inguinalis met grote breukzakinhoud stijgt logischerwijs de intra-abdominale druk, wat bij patiënten met obesitas een verhoogd risico geeft op cardiopulmonale complicaties [11]. In overleg met patiënt werd derhalve besloten om in de acute fase af te zien van een operatie. De ingreep zou mogelijk zijn bij 10 tot 15 kg gewichtsverlies. Gezien het verloop van de linker ureter bleek plaatsing van een JJ-stent niet haalbaar en daarom werd een nefrostomiekatheter aan de linkerzijde geplaatst. Hierop verbeterde de nierfunctie (tab. 1).
Onder begeleiding van de huisarts en een diëtist startte de patiënt met het optimaliseren van zijn leefstijl. Gedurende dit proces werd via de uroloog de nierfunctie vervolgd, die dankzij de nefrostomiekatheter stabiel bleef. Na vijf maanden werd de patiënt op de polikliniek chirurgie beoordeeld. Patiënt was 12 kg afgevallen en woog toen nog 86 kg (BMI 32). In overleg met de patiënt werd een operatie gepland.
Omdat de hernia inguinalis niet reponibel bleek, werd niet gekozen voor een endoscopische, maar voor een Lichtenstein-procedure, die onder algehele anesthesie aan de linkerzijde lege artis ongecompliceerd werd uitgevoerd. Behalve de ureter bevonden zich ook darmlissen in de breukzak. Deze werden na adhesiolyse teruggebracht in het abdomen (fig. 4). Tot slot werd een Prolenemat ingehecht van 10 × 6 cm.
Postoperatief werd een antegrade pyelografie verricht, waarop adequate afvloed van contrast naar de blaas zichtbaar was. De nefrostomiekatheter werd 24 uur afgedopt onder antibioticaprofylaxe. Bij stabiele nierfunctie, geen flankpijn, geen lekkage en geen ontwikkeling van koorts werd deze kathether vervolgens verwijderd. Patiënt kon na vier dagen zonder katheter met ontslag naar huis. Poliklinisch werd gedurende een jaar de nierfunctie gecontroleerd, welke stabiel bleef (tab. 1). Bovendien werd bij het laatste poliklinisch consult in maart 2023 geconstateerd dat er geen recidief hernia inguinalis aan de linkerzijde was opgetreden.

Beschouwing

Deze casus betreft een zeldzame oorzaak van postrenale nierinsufficiëntie door herniatie van de ureter bij een hernia inguinalis. Ter illustratie: een korte PubMed-search ‘inguinal hernia ureter NOT transplant’ geeft 135 hits sinds 1984, in de meeste gevallen een case report, maar daar zitten ook relatief veel casus tussen waarbij het gaat om een congenitale afwijking. Ondanks dat patiënt al 15 jaar wist van de forse hernia inguinalis beiderzijds, die tot dan toe asymptomatisch was, bestond er vanwege de nierfunctieverslechtering en linkszijdige hydronefrose een indicatie tot behandelen. Uiteraard zouden andere oorzaken ook bijgedragen kunnen hebben aan de nierfunctieverslechtering, zoals zijn hypertensie en diabetisch mellitus type II.
Bij eerdere casuïstiek werd de herniatie van de ureter pas vastgesteld tijdens operatief ingrijpen [9, 10] en ontstond er iatrogeen ureterletsel peroperatief. Het belang van het preoperatief stellen van de juiste diagnose is dus van groot belang.
Bij andere casuïstiek [8] was het niet mogelijk om endo-urologisch een JJ-stent te plaatsen vanwege het buried penis aspect, de lengte van de ureter en het tortueuze verloop hiervan. Deze bevindingen zijn consistent met de door ons beschreven casus. Om deze reden is er gekozen voor een nefrostomiekatheter.
Tot slot, een verhoogde BMI geeft een verhoogd risico op zowel chirurgische als anesthesiologische complicaties [11]. Zodoende dient timing van operatief ingrijpen in nauw overleg met operateurs, anesthesiologen en patiënt bepaald te worden. Deze casus laat zien dat – met een duidelijk omschreven behandelplan en de juiste motivatie van de patiënt – een succesvolle gecombineerde leefstijlinterventie met een gewichtsreductie van 12 kg mogelijk is. Door de gewichtsreductie kon uiteindelijk een ongecompliceerd Lichtenstein-procedure plaatsvinden en de nefrostromiekatheter worden verwijderd met behoud van nierfunctie.

Conclusie

Een hernia inguinalis met daarin herniatie van de ureter als oorzaak voor hydronefrose is een zeldzame bevinding. Het belang van goede diagnostiek van de oorzaak van hydronefrose is evident en is in dit geval middels CT met latefasecontrast verricht. Bij patiënten met obesitas en een hernia inguinalis dient gewichtsreductie preoperatief te worden overwogen om de kans op succes te vergroten en het complicatierisico te verkleinen.
Patiënt heeft toestemming gegeven voor anonieme publicatie van deze casus alsmede publicaties van de in de casus gebruikte afbeeldingen.
Open Access This article is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License, which permits use, sharing, adaptation, distribution and reproduction in any medium or format, as long as you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons licence, and indicate if changes were made. The images or other third party material in this article are included in the article’s Creative Commons licence, unless indicated otherwise in a credit line to the material. If material is not included in the article’s Creative Commons licence and your intended use is not permitted by statutory regulation or exceeds the permitted use, you will need to obtain permission directly from the copyright holder. To view a copy of this licence, visit http://​creativecommons.​org/​licenses/​by/​4.​0/​.
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

Tijdschrift voor Urologie

Het Tijdschrift voor Urologie is het enige peer-reviewed Nederlandstalige tijdschrift in het vakgebied. Het verschijnt 8 keer per jaar en bevat naast wetenschappelijke artikelen ook case-reports en de abstracts van de voor- en najaarsvergaderingen van de NVU.

Literatuur
1.
go back to reference Dabbas N, Adams K, Pearson K, et al. Frequency of abdominal wall hernias: is classical teaching out of date? JRSM Short Rep. 2011;2:1–6.CrossRef Dabbas N, Adams K, Pearson K, et al. Frequency of abdominal wall hernias: is classical teaching out of date? JRSM Short Rep. 2011;2:1–6.CrossRef
2.
go back to reference Fitzgibbons RJ, Giobbie-Hurder A, Gibbs JO, et al. Watchful waiting vs repair of inguinal hernia in minimally symptomatic men: a randomized clinical trial. JAMA. 2006;295:285–92.CrossRefPubMed Fitzgibbons RJ, Giobbie-Hurder A, Gibbs JO, et al. Watchful waiting vs repair of inguinal hernia in minimally symptomatic men: a randomized clinical trial. JAMA. 2006;295:285–92.CrossRefPubMed
3.
go back to reference O’Dwyer PJ, Norrie J, Alani A, et al. Observation or operation for patients with an asymptomatic inguinal hernia: a randomized clinical trial. Ann Surg. 2006;244:167–73.CrossRefPubMedPubMedCentral O’Dwyer PJ, Norrie J, Alani A, et al. Observation or operation for patients with an asymptomatic inguinal hernia: a randomized clinical trial. Ann Surg. 2006;244:167–73.CrossRefPubMedPubMedCentral
4.
go back to reference Arenal JJ, Rodríguez-Vielba P, Gallo E, et al. Hernias of the abdominal wall in patients over the age of 70 years. Eur J Surg. 2002;168:460–3.CrossRefPubMed Arenal JJ, Rodríguez-Vielba P, Gallo E, et al. Hernias of the abdominal wall in patients over the age of 70 years. Eur J Surg. 2002;168:460–3.CrossRefPubMed
5.
go back to reference Abi-Haidar Y, Sanchez V, Itani KMF. Risk factors and outcomes of acute versus elective groin hernia surgery. J Am Coll Surg. 2011;213:363–9.CrossRefPubMed Abi-Haidar Y, Sanchez V, Itani KMF. Risk factors and outcomes of acute versus elective groin hernia surgery. J Am Coll Surg. 2011;213:363–9.CrossRefPubMed
6.
go back to reference Koch A, Edwards A, Haapaniemi S, et al. Prospective evaluation of 6895 groin hernia repairs in women. Br J Surg. 2005;92:1553–8.CrossRefPubMed Koch A, Edwards A, Haapaniemi S, et al. Prospective evaluation of 6895 groin hernia repairs in women. Br J Surg. 2005;92:1553–8.CrossRefPubMed
7.
go back to reference Zollinger RM. An updated traditional classification of inguinal hernias. Hernia. 2004;8:318–22.CrossRefPubMed Zollinger RM. An updated traditional classification of inguinal hernias. Hernia. 2004;8:318–22.CrossRefPubMed
9.
go back to reference Sidiqi MM, Menezes G. Asymptomatic herniation of ureter in the routine inguinal hernia: a dangerous trap for general surgeons. Int J Surg Case Rep. 2018;49:244–6.CrossRefPubMedPubMedCentral Sidiqi MM, Menezes G. Asymptomatic herniation of ureter in the routine inguinal hernia: a dangerous trap for general surgeons. Int J Surg Case Rep. 2018;49:244–6.CrossRefPubMedPubMedCentral
10.
go back to reference Sayanthan B, Rathnasiri GH, Silva AD. Inguinal ureteral hernia. Ceylon Med J. 2016;61:201.CrossRefPubMed Sayanthan B, Rathnasiri GH, Silva AD. Inguinal ureteral hernia. Ceylon Med J. 2016;61:201.CrossRefPubMed
11.
go back to reference Owei L, Swendiman RA, Kelz RR, et al. Impact of body mass index on open ventral hernia repair: a retrospective review. Surgery. 2017;162:1320–9.CrossRefPubMed Owei L, Swendiman RA, Kelz RR, et al. Impact of body mass index on open ventral hernia repair: a retrospective review. Surgery. 2017;162:1320–9.CrossRefPubMed
Metagegevens
Titel
Case report. Hydronefrose veroorzaakt door hernia inguinalis
Auteurs
drs. Sophie M. Wijngaard
drs. Gert-Jan Boer
dr. Ewout F. W. Courrech Staal
drs. Marit J. Yska
drs. René A. Klaassen
Publicatiedatum
01-09-2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Tijdschrift voor Urologie / Uitgave 8/2023
Print ISSN: 2211-3037
Elektronisch ISSN: 2211-4718
DOI
https://doi.org/10.1007/s13629-023-00401-5

Andere artikelen Uitgave 8/2023

Tijdschrift voor Urologie 8/2023 Naar de uitgave