Samenvatting
De bewaking en behandeling van postoperatieve patiënten op de PACU kan bijzondere uitdagingen opleveren met betrekking tot de bloedstolling. Enerzijds kunnen patiënten postoperatief nabloeden als gevolg van de operatie of van aangeboren of verworven stollingsstoornissen; anderzijds hebben sommige patiënten vroegtijdige antistolling nodig om het risico van postoperatieve trombo-embolische complicaties zo klein mogelijk te houden. Er zijn ook steeds meer patiënten die permanent met anticoagulantia worden behandeld en deze therapie perioperatief zo kort mogelijk moeten onderbreken. Het behandelingsteam op de PACU moet daarom over de nodige kennis beschikken om een differentiële diagnose van postoperatieve bloedingen te kunnen stellen en op indicatie aanvullend stollingsonderzoek aanvragen. In dit hoofdstuk worden eerst de normale en de gestoorde hemostase beschreven. Vervolgens worden methoden voor stollingsdiagnostiek gepresenteerd die op een PACU kunnen worden gebruikt. Ten slotte worden de onderwerpen postoperatieve bloedingen die een transfusie vereisen en postoperatief (her)starten van tromboseprofylaxe of therapeutische antistolling besproken.