Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

20. Bijnieren

Auteurs : Ingrid Larmené, Ykje Frölich-Swart

Gepubliceerd in: Algemene chirurgie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In dit hoofdstuk de ligging van de bijnieren en hun werking (zie paragraaf 20.1, afbeelding 20.1) Hierin het produceren van de bijnierschorshormonen aldosteron en cortisol en de rol van de bijnierschorshormonen (corticosteroïden) bij de stofwisseling uitgelegd. Verder wordt de werking van het bijniermerg, dat de hormonen adrenaline en noradrenaline produceert, uitgelegd (zie paragraaf 20.1).
De pathologie is moeilijk te stellen. Het meest voorkomende aandoeningen zijn de goedaardige adenomen en de vergrotingen van de bijnieren met een verstoorde werking.
Uitleg wordt gegeven over (zie paragraaf 20.2):
  • de ziekte van Conn;
  • het syndroom van Cushing.
Onderzoeken die gedaan worden om tot een juiste diagnose te komen, worden beschreven in paragraaf 20.3.
De chirurgische aspecten bij het verwijderen van de bijnier zijn de mediane of de dorsale benadering, maar ook de retroperitoneale of transperitoneale benadering (zie paragraaf 20.4).
Tot slot wordt de prognose na een adrenalectomie besproken (zie paragraaf 20.5).
De meest voorkomende operaties aan de bijnieren zijn:
  • laparoscopische adrenalectomie of bijnierextirpatie met hierin de operatie-indicatie en het doel van de operatie (zie paragraaf 20.6). Hierna volgen de pre-, per- en postoperatieve fase waarbij in de peroperatieve fase uitleg wordt gegeven over de operatieprocedure bij een transperitoneale laparoscopische adrenalectomie, het inbrengen van de trocarts, de operatieprocedure bij een retroperitoneale laparoscopische adrenalectomie met specifiek het vrijprepareren van de bijnier (zie paragraaf 20.6.1, 20.6.2 en 20.6.3).
  • de laparotomische retroperitoneale bijnierextirpatie met hierin de operatie-indicatie en het doel van de operatie wordt beschreven (zie paragraaf 20.7). Hierna volgen de pre-, per- en postoperatieve fase met daarin specifieke aandacht voor de opstelling van het operatieteam en desinfectiezone (zie paragraaf 20.7, afbeelding 20.3) en in de peroperatieve fase de operatie procedure (zie paragraaf 20.7.1, 20.7.2 en 20.7.3).
Metagegevens
Titel
20 Bijnieren
Auteurs
Ingrid Larmené
Ykje Frölich-Swart
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1137-8_20