Samenvatting
In dit hoofdstuk komen behandelingen van stoornissen door het gebruik van psychoactieve stoffen aan de orde. Voor informatie inzake diagnostische criteria, epidemiologie en theorieën over etiologie wordt verwezen naar deel 1, hoofdstuk 3 van dit handboek (Schippers & Kaplan, 2000). In de tekst zullen begrippen als verslaving, afhankelijkheid en stoornis door het gebruik van een psychoactieve stof door elkaar worden gebruikt. In het algemeen wordt aangenomen dat verslaving de ernstigste vorm is van een stoornis door psychoactieve stoffen, met name door het optreden van ernstige craving of hunkering. De gespecialiseerde hulpverlening voor verslaafden wordt in dit hoofdstuk aangeduid als verslavingszorg, ambulant of intramuraal. Na een aantal algemene thema’s in de verslavingszorg (2.2) bespreken we de principes van de hulpverlening aan patiënten met stoornissen door alcohol (2.3) en door opiaten (2.4). Na een voorbeeld komen de indicatiestelling en de behandeling aan de orde in, achtereenvolgens, de eerste lijn (of de niet-categoriale sector) en de verslavingszorg. De bespreking van stoornissen door het gebruik van andere stoffen zoals stimulantia blijft beperkt tot het gebruik van cocaïne (2.5). Voor een samenvatting van de wetenschappelijke literatuur over behandelingen bij stoornissen door het gebruik van psychoactieve stoffen wordt verwezen naar een publicatie van de Nationale Drug Monitor (Rigter e.a., 2004).