01-04-2013
Wat weten de patiënt en zijn hulpverlener: de meerwaarde van een huisbezoek door de praktijkondersteuner bij de medicatiebeoordelingen van patiënten met polyfarmacie in de eerste lijn
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie | Uitgave 2/2013
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Achtergrond
Om polyfarmacie bij ouderen aan te pakken wordt een jaarlijkse beoordeling van de chronische medicatie aanbevolen. In de PIL-studie gebeurde dit door een geïntegreerde aanpak door huisarts, praktijkondersteuner, apotheker, specialist en patiënt. Hierbij werden alle patiënten thuis bezocht door de praktijkondersteuner.
Vraagstelling
Welke zelfzorgmedicatie gebruiken polyfarmacie patiënten? Kennen patiënten de indicaties van de voorge-schreven medicatie? In hoeverre komen medicatiegebruik volgens de patiënt, en volgens de registraties van huisartsen en apothekers met elkaar overeen?
Methode
Inclusiecriteria waren leeftijd 60 jaar of ouder, dagelijks gebruik van vijf of meer chronische geneesmiddelen, wilsbekwaamheid, en voldoende beheersing van het Nederlands. Alle patiënten werden thuis bezocht door de praktijkondersteuner, die het daadwerkelijk medicijngebruik inventariseerde.
Resultaten
Vijfhonderdvijftig patiënten van 60 jaar of ouder met polyfarmacie gebruikten in totaal 5576 medicijnen, waarvan 527 (9,4%) zelfzorgmedicatie. Patiënten kenden van 64% van de voorgeschreven geneesmiddelen de indicatie. Het aantal voorgeschreven geneesmiddelen dat een patiënt daadwerkelijk gebruikt komt niet overeen met wat bij huisarts en apotheker bekend is. Bij 60,4% van alle voorgeschreven medicatie was er volledige overeenstemming in voorschrift en gebruik bij huisarts, apotheker en patiënt. Op patiëntniveau was de overeenstemming 18,7%.
Conclusies
Inventarisatie van het medicatiegebruik door een praktijkondersteuner bij de patiënt thuis lijkt meerwaarde te hebben.