Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Voeding bij nierinsufficiëntie

Gepubliceerd in: Voedingsleer

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Bij nierinsufficiëntie kan een vocht- eiwit- kalium-, fosfaat- en natriumbeperkt dieet worden voorgeschreven. Bij een strenge vochtbeperking mag de patiënt slechts 500 ml boven zijn diurese (urine) gebruiken. De afbraakstof van eiwit is ureum. Als de nieren niet goed werken, hoopt die stof zich op in het lichaam en wordt er een eiwitbeperkt dieet voorgeschreven. Als de nieren niet goed werken, wordt er onvoldoende kalium uitgescheiden en wordt er een kaliumbeperkt dieet voorgeschreven. Als er een eiwitbeperkt dieet wordt gevolgd, krijgt de patiënt automatisch minder fosfaat binnen en hoeft hij geen fosfaatbeperkt dieet te volgen. Soms zijn wel fosfaatbinders nodig. De meeste nierpatiënten hebben een natriumbeperking omdat de nieren deze voedingsstof niet goed kunnen uitscheiden (zie paragraaf 10.2).Bij hemodialyse gaan veel aminozuren verloren. Daarom moet de hoeveelheid eiwit in de voeding verhoogd worden. Per dag mag de patiënt 800 ml vocht boven de diurese gebruiken. Natrium- en kaliumbeperking en fosfaatbinders blijven gehandhaafd. Omdat er tijdens het spoelen veel vitamines en mineralen verloren gaan, wordt vitaminesuppletie geadviseerd (zie paragraaf 10.3 en 10.4).Bij peritoneaaldialyse kan de patiënt soms wat aankomen doordat de glucose uit de spoelvloeistof in het lichaam wordt opgenomen. Hij kan ook afvallen doordat de vloeistof voortdurend een vol gevoel geeft. Doordat er veelvuldig gespoeld wordt, is een natrium-, kalium- en vochtbeperking meestal niet nodig. Voor eiwit, fosfaatbinders en vitamines en mineralen geldt hetzelfde advies als bij hemodialyse (zie paragraaf 10.3 en 10.4 en 10.5).Na een niertransplantatie wordt de uitscheidingsfunctie van het lichaam hersteld. Dat kan wel enige tijd duren en in de tussenliggende periode blijft de patiënt een eiwit-, natrium-, kalium- en vochtbeperkt dieet volgen. Op den duur kan hij meestal normale voeding gebruiken. Om afstoting van de getransplanteerde nier te voorkomen, worden onder andere corticosteroïden gegeven. Daardoor kan natrium en vocht worden vastgehouden. In dat geval blijft de natriumbeperking wel noodzakelijk (zie paragraaf 10.6).

Metagegevens
Titel
Voeding bij nierinsufficiëntie
Copyright
2016
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1561-1_10