01-08-2009 | casus
Trapeziëctomie en Eaton-Littler-procedure na geïsoleerd hoogenergetisch letsel van een onderarm bij een binnenvaartschipper
Gepubliceerd in: Nederlands Tijdschrift voor Traumachirurgie | Uitgave 4/2009
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Een 21-jarige schipper presenteerde zich op de spoedeisende hulp nadat hij een zwaar scheepstouw tegen zijn linker onderarm en hand had gekregen. Gediagnosticeerd werden een midschacht antebrachiifractuur, een graad III gecompliceerde distale radiusfractuur, fracturen van het os trapezium, os scaphoideum en metacarpale II én een compartimentsyndroom van de onderarm. Opvallend hierbij waren de uiterst distale radiusfractuur, die slechts tot enkele millimeters onder het gewrichtsvlak liep, en een comminutieve trapeziumfractuur, waarbij een groot fragment naar distaal was geluxeerd.
Deze reeks van zeldzame letsels werd in twee tempi behandeld met niet-alledaagse technieken. Tijdens een eerste operatie werd een fasciotomie uitgevoerd en werd de antebrachiifractuur gefixeerd door middel van twee dynamische-compressieplaten (DC-platen). Tevens werd de distale subchondrale radiusfractuur op bijzondere wijze vastgezet met behulp van een gemodificeerd drittelrohr-plaatje.
Twaalf dagen later werd de trapeziumfractuur verzorgd door middel van een trapeziëctomie met een gemodificeerde Eaton-Littler-procedure (ligamentreconstructie met tendon-interpositie). Er werd gekozen voor deze behandeling omdat bij reconstructie van deze complexe fractuur van het os trapezium een goede resterende duimfunctie onwaarschijnlijk was en de kans op avasculaire necrose groot werd geacht.