Skip to main content
Top

2023 | OriginalPaper | Hoofdstuk

10. Trainingsprincipes

Auteurs : Larry W. Kenney, Jack H. Wilmore, David L. Costill, Ramón Lindauer

Gepubliceerd in: Inspannings- en sportfysiologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Introductie

De Amerikaan Ashton Eaton won zijn tweede gouden medaille bij de tienkamp tijdens de Olympische Spelen in Rio de Janeiro in 2016, waarbij hij 9.045 punten verzamelde in de twee dagen durende zware wedstrijd. Bij de olympische kwalificatiewedstrijden in de Verenigde Staten in juni 2012 brak Eaton door de grens van 9.000 punten en werd hij houder van het wereldrecord, dat elf jaar lang op naam had gestaan van de Tsjech Roman Šebrle. In 2018 werd de Fransman Kevin Mayer de derde tienkamper die de 9.000 punten passeerde en hij is houder van het huidige record met 9.126 punten. Tienkampers worden door velen beschouwd als de ‘ultieme’ atleten, aangezien zij deelnemen aan een wedstrijd die zowel hun snelheid, kracht, vermogen, wendbaarheid, coördinatie als uithoudingsvermogen test. De tienkamp is een tweedaagse wedstrijd, bestaand uit de 100 m-sprint, verspringen, kogelstoten, hoogspringen en 400 m op dag 1. En de 110 m-horden, discuswerpen, polsstokhoogspringen, speerwerpen en de 1.500 m op dag 2. Omdat training zeer specifiek is voor een bepaalde sport of bewegingsvorm, zal training op hoog vermogen om de afstand te vergroten waarover een kogel (ca. 7 kg) weggestoten kan worden weinig tot geen effect hebben op de tijd op de 1.500 m. Tienkampers trainen vele uren specifiek op elk van de tien onderdelen om hun prestatie op elk onderdeel te maximaliseren.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Woordenlijst
Kracht
Opgewekte of ondergane (spier)spanning. In Newton.
Eén-repetitiemaximum (1RM)
Het gewicht dat precies één keer kan worden verplaatst.
Spieruithoudingsvermogen
De mogelijkheden van een spier om vermoeidheid uit te stellen.
Aeroob vermogen
Maximale zuurstofopname, \({\dot{\text{V}}\text{O}}_\text{2max}\)
Anaeroob vermogen
Gemiddeld vermogen of piekvermogen tijdens (maximale) inspanning van 30 seconden of minder.
Principe van individualiteit
De theorie dat elk trainingsprogramma rekening moet houden met de specifieke wensen en mogelijkheden van het individu voor wie het ontworpen wordt.
Principe van specificiteit
De theorie dat een trainingsprogramma die fysiologische systemen moet belasten die belangrijk zijn voor het optimaal presteren bij een bepaalde sport.
Principe van reversibiliteit
De theorie dat een trainingsprogramma ook een onderhoudsplan moet bevatten om te zorgen dat de effecten van training niet weer verloren gaan.
Principe van progressieve belasting
De theorie dat de trainingsstimulus progressief moet worden verhoogd terwijl het lichaam zich aan de huidige stimulus heeft aangepast.
Principe van variatie
Het systematische proces van veranderen van een of meer variabelen in een trainingsprogramma – intensiteit, frequentie, volume – in de tijd om een trainingsprikkel uitdagend en effectief te houden. Wordt ook principe van periodisering genoemd.
Principe van periodisering
De geleidelijke afwisseling van specificiteit, intensiteit en volume van de training om voor een wedstrijd topprestatieniveaus te behalen. Wordt ook principe van variatie genoemd.
Statische krachttraining, isometrische training
Krachttraining met nadruk op statisch aanspannen.
Isometrische training
Krachttraining met statische contracties.
Excentrisch trainen
Training met excentrische spiercontracties.
Plyometrie
Dynamische krachttraining gebaseerd op de theorie dat het gebruik van de rekreflex tijdens springen extra motorische eenheden rekruteert.
Elektrische stimulatie
Stimulatie van een spier door middel van een uitwendig toegediende elektrische stroom.
Intervaltraining
Inspanning met een afwisseling tussen arbeid en rust. Herhaalde, relatief korte, matig tot hoogintensieve inspanningen afgewisseld met relatief korte rustperioden. – De vloeistof in de cellen. Ongeveer 60-65% van ons lichaamswater bevindt zich in onze cellen.
Hoogintensieve intervaltraining (HIIT)
Training met korte perioden van zeer intensieve inspanning afgewisseld met slechts enkele minuten rust of inspanning met lage intensiteit.
Vermogen (power)
De combinatie van kracht maal snelheid: F × v. De hoeveelheid omgezette energie per tijdseenheid (bijvoorbeeld per seconde).
Krachtuithoudingsvermogen
zie: spieruithoudingsvermogen
Vrije gewichten
Materiaal voor traditionele krachttraining: halters, dumbbells, etc.
Variabele-weerstand
Apparatuur waarmee de weerstand kan worden gevarieerd over de bewegingsuitslag om de spier of spiergroepen gedurende de hele bewegingsuitslag vollediger te belasten.
Isokinetische training
Krachttraining waarbij de bewegingssnelheid constant wordt gehouden over de gehele bewegingsuitslag.
Duurtraining
Training op een matige tot hoge intensiteit, zonder te stoppen om te rusten.
Lange langzame duurtraining (LLD)
Langzame langdurige duurtraining, meestal over langere afstanden.
Interval-circuittraining
Trainingsvorm waarbij men van de ene oefening ‘doordraait’ naar de volgende oefening in een ‘circuit’ van gekozen oefeningen
Literatuur
1.
go back to reference American College of Sports Medicine. (2009). ACSM position stand: Progression models in resistance training for healthy adults. Medicine and Science in Sports and Exercise, 41, 687-708. American College of Sports Medicine. (2009). ACSM position stand: Progression models in resistance training for healthy adults. Medicine and Science in Sports and Exercise, 41, 687-708.
2.
go back to reference Astorino, T.A., Edmunds, R.M., Clark, A., King, L., Gallant, R.A., Namm, S., Fischer, A., & Wood, K.M. (2017). High-intensity interval training increases cardiac output and \({\dot{\text{V}}\text{O}}_\text{2max}\). Medicine and Science in Sports and Exercise, 49, 265-273. Astorino, T.A., Edmunds, R.M., Clark, A., King, L., Gallant, R.A., Namm, S., Fischer, A., & Wood, K.M. (2017). High-intensity interval training increases cardiac output and \({\dot{\text{V}}\text{O}}_\text{2max}\). Medicine and Science in Sports and Exercise, 49, 265-273.
3.
go back to reference Babraj, J.A., Vollaard, N.B., Keast, C., Guppy, F.M., Cottrell, G., & Timmons, J.A. (2009). Extremely short duration high intensity interval training substantially improves insulin action in young healthy males. BMC Endocrine Disorders, 9, 3. Babraj, J.A., Vollaard, N.B., Keast, C., Guppy, F.M., Cottrell, G., & Timmons, J.A. (2009). Extremely short duration high intensity interval training substantially improves insulin action in young healthy males. BMC Endocrine Disorders, 9, 3.
4.
go back to reference Behm, D.G., Drinkwater, E.J., Willardson, J.M., & Cowley, P.M. (2010). The use of instability to train the core musculature. Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism, 35, 91-108. Behm, D.G., Drinkwater, E.J., Willardson, J.M., & Cowley, P.M. (2010). The use of instability to train the core musculature. Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism, 35, 91-108.
5.
go back to reference Gibala, M.J., & Jones, A.M. (2013). Physiological and performance adaptations to high-intensity interval training. Nestlé Nutritional Institute Workshop Series, 76, 51-60. Gibala, M.J., & Jones, A.M. (2013). Physiological and performance adaptations to high-intensity interval training. Nestlé Nutritional Institute Workshop Series, 76, 51-60.
6.
go back to reference Gibala, M.J., Little, J.P., van Essen, M., Wilkin, G.P., Burgomaster, K.A., Safdar, A., Raha, S., & Tarnopolsky, M.A. (2006). Short-term sprint interval versus traditional endurance training: Similar initial adaptations in human skeletal muscle and exercise performance. Journal of Physiology, 575, 901-911. Gibala, M.J., Little, J.P., van Essen, M., Wilkin, G.P., Burgomaster, K.A., Safdar, A., Raha, S., & Tarnopolsky, M.A. (2006). Short-term sprint interval versus traditional endurance training: Similar initial adaptations in human skeletal muscle and exercise performance. Journal of Physiology, 575, 901-911.
7.
go back to reference Gunnarsson, T.P., & Bangsbo, J. (2012). The 10-20-30 training concept improves performance and health profile in moderately trained runners. Journal of Applied Physiology, 113, 16-24. Gunnarsson, T.P., & Bangsbo, J. (2012). The 10-20-30 training concept improves performance and health profile in moderately trained runners. Journal of Applied Physiology, 113, 16-24.
8.
go back to reference Gunnarsson, T.P., Christensen, P.M., Holse, K., Christiansen, D., & Bangsbo, J. (2012). Effect of additional speed endurance training on performance and muscle adaptations. Medicine and Science in Sports and Exercise, 44, 1942-1948. Gunnarsson, T.P., Christensen, P.M., Holse, K., Christiansen, D., & Bangsbo, J. (2012). Effect of additional speed endurance training on performance and muscle adaptations. Medicine and Science in Sports and Exercise, 44, 1942-1948.
9.
go back to reference Iaia, F.M., Thomassen, M., Kolding, H., Gunnarsson, T., Wendell, J., Rostgaard, T., Nordsborg, N., Krustrup, P., Nybo, L., Hellsten, Y., & Bangsbo, J. (2008). Reduced volume but increased training intensity elevates muscle Na+-K+ pump a1-subunit and NHE1 expression as well as short-term work capacity in humans. American Journal of Physiology: Regulatory, Integrative and Comparative Physiology, 294, R966-R974. Iaia, F.M., Thomassen, M., Kolding, H., Gunnarsson, T., Wendell, J., Rostgaard, T., Nordsborg, N., Krustrup, P., Nybo, L., Hellsten, Y., & Bangsbo, J. (2008). Reduced volume but increased training intensity elevates muscle Na+-K+ pump a1-subunit and NHE1 expression as well as short-term work capacity in humans. American Journal of Physiology: Regulatory, Integrative and Comparative Physiology, 294, R966-R974.
10.
go back to reference Kilpatrick, M.W., Jung, M.E., & Little, J.P. (2017). High-intensity interval training: A review of physiological and psychological responses. Acsm’s Health and Fitness Journal, 18, 11-16. Kilpatrick, M.W., Jung, M.E., & Little, J.P. (2017). High-intensity interval training: A review of physiological and psychological responses. Acsm’s Health and Fitness Journal, 18, 11-16.
11.
go back to reference Olson, M. (2014). Tabata: It’s a HIIT! Acsm’s Health and Fitness Journal, 18, 17-24. Olson, M. (2014). Tabata: It’s a HIIT! Acsm’s Health and Fitness Journal, 18, 17-24.
12.
go back to reference Tabata, I., Nishimura, K., Kouzaki, M., Hirai, Y., Ogita, F., Miyachi, M., & Yamamoto, K. (1996). Effects of moderate-intensity endurance and high-intensity intermittent training on anaerobic capacity and VO2max. Medicine and Science in Sports and Exercise, 28, 1327-1330. Tabata, I., Nishimura, K., Kouzaki, M., Hirai, Y., Ogita, F., Miyachi, M., & Yamamoto, K. (1996). Effects of moderate-intensity endurance and high-intensity intermittent training on anaerobic capacity and VO2max. Medicine and Science in Sports and Exercise, 28, 1327-1330.
13.
go back to reference Willardson, J.M. (2007). Core stability training: Applications to sports conditioning programs. Journal of Strength and Conditioning Research, 21, 979-985. Willardson, J.M. (2007). Core stability training: Applications to sports conditioning programs. Journal of Strength and Conditioning Research, 21, 979-985.
Metagegevens
Titel
Trainingsprincipes
Auteurs
Larry W. Kenney
Jack H. Wilmore
David L. Costill
Ramón Lindauer
Copyright
2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2921-2_10