Doel: Beschrijving van de incidentie en kenmerken van suïcidepogingen behandeld in Nederlandse ziekenhuizen over de periode 2000-2004 en enkele kenmerken van de behandeling, en beschrijving van de getalsmatige verhouding tussen suïcides en suïcidepogingen.Opzet: Beschrijvend.Methode: Gegevens van het Letsel Informatie Systeem en van de Landelijke Medische Registratie zijn geanalyseerd. Voor de vergelijking met suïcides werd de doodsoorzakenstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek geraadpleegd. Resultaten: Jaarlijks worden ongeveer 14.000 suïcidepogingen behandeld op Spoedeisende Hulp (SEH)-afdelingen van Nederlandse ziekenhuizen, waarvan ruim 9.500 leiden tot ziekenhuisopname. Dit leidt tot jaarlijks 35 miljoen euro aan directe medische kosten. Van alle bezoeken op SEH-afdelingen in Nederland betreft 1% een suïcidepoging. Ongeveer een kwart van de patiënten met suïcidepogingen wordt op de SEHafdeling gezien door een psychiatrisch consulent. Suïcidepogers die terecht komen op een SEH-afdeling zijn vooral jonge vrouwen. De meeste pogingen worden ondernomen met medicijnen, vaak na alcoholinname. Conclusie: Vergeleken met eerdere studies verricht rond 1990 zijn er geen verschuivingen wat betreft aantallen suïcidepogingen, kenmerken van suïcidepogers, of toegepaste methoden. Er worden ongeveer negen maal zoveel suïcidepogingen in ziekenhuizen behandeld dan er suïcides plaatsvinden.