Samenvatting
Bloedstolling is een belangrijk fysiologisch proces dat zorgt voor stelping van bloedverlies bij trauma door vorming van een stolsel. Tegelijkertijd dient het systeem zodanig te zijn gereguleerd dat het bloed zolang het door de vaten stroomt vloeibaar blijft, om intravasculaire stolselvorming (trombose) te voorkomen. De afbraak van stolsels, nadat het weefsel hersteld is (fibrinolyse), is tevens een functie van het stollingssysteem. In dit hoofdstuk wordt de werking van de bloedstolling (waarbij bloedplaatjes en verschillende plasma-eiwitten een hoofdrol spelen) besproken, alsmede afwijkingen in het proces van bloedstolling die leiden tot een verhoogde bloedingsneiging dan wel een verhoogde tromboseneiging. Ook worden medicijnen die de werking van de bloedstolling beïnvloeden (o.a. antistollingsmiddelen of stolseloplossende trombolytica) beschreven en wordt uiteengezet met welke diagnostische testen de werking van het stollingssysteem te controleren is.