Inleiding
In de gezondheidszorg wordt het werken met een zorgplan belangrijk gevonden. Een zorgplan is voor een deel gebaseerd op een standaard. Dit is een richtlijn of protocol voor het handelen van professionals. Deze standaarden zijn te vinden in handboekjes of in werk- of naslagmappen in de organisatie. Een standaard geeft aan wat je wilt bereiken en hoe je dat het beste kunt doen. Er is bijvoorbeeld een standaard voor het omgaan met benauwdheid of hoe te handelen bij ouderen die eenzaam zijn. Standaarden hebben als doel ervoor te zorgen dat iedereen op vergelijkbare wijze wordt verzorgd, namelijk volgens de beste beschikbare wetenschappelijke en professionele inzichten.
Wanneer je een standaard als uitgangspunt voor de zorg neemt, kijk je naar wat voorgeschreven wordt en maakt dat vervolgens op maat voor de persoon. Persoonsgerichte zorg wil eigenlijk andersom werken: eerst naar de zorgvrager als persoon kijken en dan bezien of en hoe een standaard een goed hulpmiddel is bij het geven van zorg. Het is immers maar de vraag of dezelfde benadering voor iedere zorgvrager ook echt de beste zorg voor iedere unieke oudere oplevert. In de standaard voor het voorkomen van ondervoeding wordt bijvoorbeeld aanbevolen meerdere kleine porties eten aan te bieden. Maar wanneer die oudere iemand is die zijn hele leven de gewoonte heeft gehad om stevige maaltijden te gebruiken omdat hij zwaar lichamelijk werk als tuinder op het land verrichtte, dan is dat geen gemakkelijk op te volgen advies. Voor deze zorgvrager is een heel andere benadering nodig. Dit vraagstuk, het bieden van persoonsgerichte zorg in een omgeving waarin het verplicht is volgens een zorgplan te werken, wordt in dit hoofdstuk besproken.