Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

3. Sociale identiteiten

Auteur : Edwin Hoffman

Gepubliceerd in: Interculturele gespreksvoering

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Inleiding

Sociale identiteiten zijn nauw verbonden met collectieven en hun culturen. De sociale identiteitstheorie van Henri Tajfel en John Turner[1] stelt dat iedereen in de samenleving deel uitmaakt van een aantal collectieven, bijvoorbeeld op basis van geslacht, etniciteit of leeftijd. Tajfel en Turner zien een sociaal collectief als een verzameling individuen die zichzelf tot dezelfde sociale categorie rekenen, een emotionele betrokkenheid bij deze categorie delen en een bepaalde overeenstemming bereiken over de evaluatie van de groep en hun lidmaatschap. Het behoren tot een collectief helpt een persoon zich een plaats ofwel sociale rol te geven binnen de samenleving en het biedt hem de mogelijkheid zich in sociaal opzicht te identificeren. Zo kunnen individuen een sociale identiteit ontlenen aan het lidmaatschap van elk van de collectieven waartoe ze behoren. Vandaar dat ieder mens verschillende sociale identiteiten bezit; de etnische identiteit is daar slechts één van.
Voetnoten
1
Zie ook in par. 1.​5 de analyse van het gesprek tussen Charyn en Frits en dan met name het vierde identiteitsniveau in hun communicatie.
 
2
Dit zijn tevens voorbeelden van de culturele component en zijnsdefinitie – ▶ par. 3.2 – van de sociale identiteit van de indo.
 
3
Vaak maken autochtone Nederlanders in dit verband onderscheid tussen ‘Holland’ (autochtoon Nederland) en ‘Nederland’ (multicultureel Nederland).
 
4
Het Engelse begrip ‘gender’ verwijst naar de sociale en culturele verschillen tussen mannen en vrouwen. Het gaat hierbij onder andere om de verschillen in de sociaal economische en maatschappelijke rollen die mannen en vrouwen vervullen, en de beeldvorming die daarmee gepaard gaat.
 
5
Van Mens-Verhulst: ‘“Vals plat” is een term uit de wielersport. Letterlijk betekent het “ogenschijnlijk horizontaal” en is het een beschrijving van de weg die wel vlak – dus gemakkelijk – lijkt, maar in de praktijk toch een gemeen stijgingspercentage vertoont. Ook het “vals plat” in het diversiteitsdenken verwijst naar die dubbele betekenis. Aan de ene kant de reductie van de complexiteit waar diversiteit in werkelijkheid voor staat. Veel beleidsdragers, managers en agogen plegen zich daarin te vergissen. Aan de andere kant zijn er de schade en teleurstelling die onterechte verplatting van de complexiteit teweegbrengt.’
 
6
Met ‘onzichtbare hand’ wordt hier bedoeld: niet-zichtbare mechanismen die maken dat de dingen zijn of gebeuren zoals ze zijn of gebeuren.
 
Literatuur
14.
19.
go back to reference Steiner-Khamsi & Spreen, 1996; Luciak, 2004. Steiner-Khamsi & Spreen, 1996; Luciak, 2004.
22.
go back to reference ‘There are twenty numbered blanks on the page below. Please write twenty answers to the simple question “Who am I” in the blanks. Just give twenty different answers to this question. Answer as if you were giving the answers to yourself, not to somebody else.’ Dit is de instructie voor de zognoemde ‘Twenty Statements Test’, ontwikkeld in 1954 door de sociologen Manford Kuhn en Thomas McPartland (In: Verkuyten, 2010: 27). ‘There are twenty numbered blanks on the page below. Please write twenty answers to the simple question “Who am I” in the blanks. Just give twenty different answers to this question. Answer as if you were giving the answers to yourself, not to somebody else.’ Dit is de instructie voor de zognoemde ‘Twenty Statements Test’, ontwikkeld in 1954 door de sociologen Manford Kuhn en Thomas McPartland (In: Verkuyten, 2010: 27).
27.
29.
35.
43.
44.
45.
46.
47.
49.
51.
Metagegevens
Titel
Sociale identiteiten
Auteur
Edwin Hoffman
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0295-6_3