Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen kenmerken zich voornamelijk door wanen, hallucinaties en/of gedesorganiseerd gedrag. Farmacotherapie met antipsychotica geldt als een effectieve vorm van behandeling. Ongeveer een kwart van de patiënten reageert echter niet of nauwelijks op antipsychotica. Als na gebruik van twee verschillende -voldoende hoog en lang gedoseerde- antipsychotica er nog steeds onvoldoende effect is, kan het atypische antipsychoticum clozapine bij meer dan de helft van deze groep alsnog effectief zijn. Voor de onderhoudsbehandeling wordt bij een eerste psychotische episode doorgaans ten minste twee jaar farmacotherapie geadviseerd en anders dient de behandeling langer te worden aangehouden. Voor het verminderen van de lijdensdruk van vooral hallucinaties en wanen kan cognitieve gedragstherapie aangewezen zijn. Veel patiënten hebben ondersteuning nodig bij de zelfverzorging, een zinvolle dagbesteding, het vinden van geschikte (aangepaste of beschermende) huisvesting en werkplek en het weer opbouwen van een betekenisvol sociaal netwerk.