Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen kenmerken zich voornamelijk door ontwikkelingsachterstand in de kindertijd of adolescentie, die tot levenslange functionele beperkingen kan leiden. Tot de belangrijkste behoren: autismespectrumstoornis, ADHD en ticstoornissen. Het meest typerend voor de autismespectrumstoornis zijn de kwalitatieve tekortkomingen in sociale communicatie in combinatie met repetitieve, rigide gedragingen en/of interesses. De behandeling is gericht op het zo vroeg mogelijk stimuleren van cognitie, taal en de sociale ontwikkeling: sociale omgang, communicatie, zelfredzaamheid, planning en schoolse vaardigheden. Kenmerkend voor ADHD zijn aanhoudende onoplettendheid, hyperactiviteit en/of impulsiviteit. Lichte tot matige ADHD wordt vooral behandeld met cognitieve gedragstherapie. Gedragstherapeutische trainingen leren ouders een voorspelbaar en gestructureerd pedagogisch klimaat te scheppen. Het psychostimulantium methylfenidaat in kort- of langwerkende vorm wordt -daarnaast- voorgeschreven bij (matig) ernstige ADHD. Tics zijn plotselinge, snelle, terugkerende, niet-ritmische, motorische bewegingen of vocale uitingen. De meeste evidentie is er voor toepassing van de gedragstherapeutische technieken habit reversal en exposure met responspreventie.