Skip to main content
Top

2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Scheelzien en amblyopie

Auteur : J. T. H. N. de Faber

Gepubliceerd in: Ziekten en handicaps

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Pieter was 3 jaar toen hij op het consultatiebureau bij twee opvolgende controles de visustest onvoldoende scoorde met zijn rechter oog. Oma en ook zijn moeder hadden al vaker gezien dat als hij moe of wat grieperig was, het rechter oogje wat naar de neus trok. Via de huisarts werd hij verwezen naar de oogarts. De oogarts merkte op dat er sprake was van een wisselende schele oogstand van het rechter oog naar binnen toe. Pieter had een sterke voorkeur om met zijn linker oog te fixeren. Na een druppelonderzoek bleek dat het rechter oog een stuk hogere brilsterkte had dan links. De oogarts schreef een bril voor en controleerde zijn gezichtsvermogen met de bril na een paar weken. Ondanks de bril zag het rechter oog nog steeds een stuk minder dan links. Moeder werd geïnstrueerd om een aantal uur het linker oog af te plakken en de bril moest hele dagen gedragen worden. In de loop van zijn vierde jaar nam het gezichtsvermogen van Pieters rechter oog toe en zag het evenveel als het linker. Inmiddels was het scheelzien toegenomen. Met een scheelzienoperatie werden de binnenste oogspiertjes wat verzwakt en normaliseerde de oogstand. In de loop van zijn puberteit nam de brilsterkte af en besloot Pieter contactlenzen te dragen. Hij was rond de 20 jaar toen vrienden bemerkten dat hij na een paar glaasjes bier wat scheel naar buiten ging kijken. Na een paar jaar gebeurde dit ook vaker verspreid over de dag, ook zonder moeheid of drank. Bij een consult met de oogarts bleek dat hij weliswaar met beide ogen goed kon zien, hij had geen lui oog (meer), maar dat er een behoorlijke scheelzienshoek aanwezig was. Deze werd operatief gecorrigeerd. De oogarts in kwestie waarschuwde Pieter dat in de toekomst mogelijk weer scheelzien kon optreden. Door verminderde samenwerking van de ogen op jonge leeftijd kan er recidief van scheelzien optreden.

Metagegevens
Titel
Scheelzien en amblyopie
Auteur
J. T. H. N. de Faber
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7834-0_15