01-06-1997
Residentiële zorg voor allochtone jongeren
Aantallen, problematiek, plaatsing en hulpverlening
Gepubliceerd in: Kind en adolescent | Uitgave 2/1997
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Ruim twintig procent van de opgenomen jongeren in (niet–categorale) residentiële instellingen voor jeugdhulpverlening heeft een allochtone achtergrond. Uit het beperkt beschikbare onderzoeksmateriaal leiden we af dat bij allochtone tehuisjongeren vaker geëxternaliseerde gedragsproblemen worden gesignaleerd dan bij autochtone internaatsbewoners. Problemen in verband met de etnisch–culturele achtergrond worden minder vaak gerapporteerd dan verwacht. Mede als gevolg van een beperkte hulpmotivatie en het type gedragsproblematiek verloopt de plaatsing veelal moeizaam. Een gebied dat hulpverleners van opgenomen jongeren voor veel problemen stelt, vormt het contact met de ouders van allochtone jongeren. Verondersteld wordt dat een verschil in ‘klinische realiteit’ tussen hulpverleners en allochtone ouders hierbij een rol speelt. We pleiten voor nader onderzoek op dit punt.