Skip to main content
Top

2005 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Residentiële hulpverlening: veiligheid en praktijkgericht onderzoek

Gepubliceerd in: Pedagogiek in beeld

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

De opvoeding van kinderen en jongeren buiten gezinsverband in leefgroepen en tehuizen (residentiële opvoeding) wortelt sterk in religieus gemotiveerde, particuliere initiatieven in de negentiende eeuw. Ondanks alle maatschappelijke veranderingen en wetgeving is een rode draad in de doelstelling het bieden van veiligheid, al werd dit doel op verschillende manieren geïnterpreteerd. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de veiligheid die jongeren in een justitiële behandelinrichting ervaren in de relatie met hun belangrijkste groepsleider, de mentor. Hoewel in de loop van het verblijf de affectieve binding met de mentor toeneemt, lijken de jongeren hun mentor toch niet als gehechtheidsfiguur te gebruiken. Desalniettemin blijkt wereldwijd uit onderzoek naar tehuisopvoeding dat een stabiele, persoonlijke band met een hulpverlener een belangrijke voorwaarde is voor het voorkómen van verdere beschadiging en het bewerkstelligen van therapeutisch resultaat. Dit hoeft niet voor alle jeugdigen in alle situaties te gelden. Veelal worden praktische argumenten tegen stabiele relaties tussen hulpverlener en jeugdige ingebracht. De consequentie is dat maar weinig jongeren relationele veiligheid zullen ervaren als ze in een tehuis worden geplaatst.

Metagegevens
Titel
Residentiële hulpverlening: veiligheid en praktijkgericht onderzoek
Copyright
2005
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7145-7_14