Skip to main content
Top

2018 | OriginalPaper | Hoofdstuk

22. Procedurele pijnstilling en sedatie

Auteur : Dr. Piet L. Leroy

Gepubliceerd in: Compendium kindergeneeskunde

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Tijdens medische verrichtingen ervaren kinderen vaak angst en pijn, waarvoor procedurele pijnstilling en/of procedurele sedatie aangewezen kunnen zijn. Bij procedurele pijnstilling moet een onderscheid worden gemaakt tussen topicale anesthesie van de huid, lokale infiltratie met gebufferde anesthetica en kortwerkende, krachtige systemische analgetica. Voor de topicale anesthetica is het van groot belang dat ze tijdig worden aangebracht en dat het gebruik ervan een vast onderdeel vormt van alle (niet-urgente) prikprocedures bij kinderen. Procedurele sedatie kan het best worden onderverdeeld in enerzijds lichte sedatie en anderzijds matige tot diepe sedatie. Lichte sedativa (bijv. lachgas (tot 50 %), midazolam en de alfa-2-agonisten clonidine en dexmedetomidine) kunnen meestal veilig worden toegediend binnen relatief eenvoudige randvoorwaarden. Matig-tot-diepe sedativa (bijv. propofol, ketamine) hebben daarentegen een complexer veiligheidsprofiel en mogen alleen worden toegediend door professional die specifiek in het gebruik ervan zijn opgeleid en werken binnen uitgesproken veiligheidsvoorwaarden. Het gebruik van deze categorie sedativa is aangewezen tijdens invasieve procedures en bij verrichtingen die lang stilliggen vereisen.
Metagegevens
Titel
Procedurele pijnstilling en sedatie
Auteur
Dr. Piet L. Leroy
Copyright
2018
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1792-9_22