Samenvatting
Na een schokkende ervaring herstellen de meeste kinderen binnen enkele maanden. Bij een minderheid kan een posttraumatische-stressstoornis (PTSS) ontstaan met symptomen als herbelevingen, vermijdingsreacties, veranderde cognities/stemming en arousal/reactiviteit. Specifieke aandacht wordt gegeven aan problemen bij gecompliceerde rouw en bij vluchtelingenkinderen. PTSS is het resultaat van een complexe interactie tussen de biologische, psychologische kenmerken van het kind (zijn neurobiologische gevoeligheid en copingvaardigheden, zoals veerkracht, attributiestijl en hulp kunnen vragen) en sociale factoren, zoals het gezinsfunctioneren en steun uit de omgeving. Traumagerichte cognitieve gedragstherapie en EMDR behoren ook bij jeugdigen tot de best onderzochte, effectieve vormen van behandeling. Belangrijke pedagogische adviezen zijn: ga na of praktische hulp nodig is en probeer die dan te bieden; wees aanwezig en geef aandacht, steun en troost, met name ook nog na verloop van tijd, maar probeer ook het gewone (school)leven weer op te pakken; wees uit zelfbescherming alert op al te veel betrokkenheid bij traumaproblematiek.