Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

15 Paars volksgezondheidsbeleid

Auteur : J.M. Boot

Gepubliceerd in: De Nederlandse gezondheidszorg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Volgens het volksgezondheidsbeleid van de kabinetten-Kok moest de overheid de bestuurlijke, juridische en financiële randvoorwaarden scheppen voor een doelmatig en kwalitatief verantwoord functionerende zorg. Uitvoering is een zaak van partijen in de zorg: patiënten/consumenten-verzekerden, aanbieders en verzekeraars. Hun onderlinge relaties en die tot de overheid moeten bestuurlijk/wettelijk geregeld zijn. Dat wil zeggen dat ‘paars’ zijn invulling moest geven aan het besturingsmodel voor de jaren ’90, zoals dit eind jaren ’80 onder het kabinet-Lubbers II was ontwikkeld (zie paragraaf 14.2 en schema 14.4). Begin jaren ’90 was het reeds een keer geconcretiseerd door het kabinet-Lubbers III, het plan-Simons, maar niet geïmplementeerd (zie paragraaf 14.4).
Voetnoten
1
Kasdorp, J., ‘Minister Borst en het groeiend onbehagen’, in: Zorgvisie, (1998), nr. 5, p. 6-9.
 
2
Grenzen van de gezondheidszorg, Gezondheidsraad, ’s-Gravenhage, 1986, hfdst. 4.
 
3
Advies grenzen van de zorg, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1986.
 
4
Advies grenzen van de zorg, a.w., p. 65-69.
 
5
Grenzen van de gezondheidszorg, a.w.
 
6
Competentie van de Gezondheidsraad en reikwijdte van zijn advisering zijn binnen en buiten de Gezondheidsraad altijd een discussiepunt (Grenzen van de gezondheidszorg, a.w., p. 19-22, en Naaborg, R., Beleidsvorming in de gezondheidszorg, zoeklicht op de hartchirurgie, dissertatie, Rotterdam, 1979). Weliswaar vallen bestuurlijke elementen onder de competentie van andere adviesorganen, maar alle vraagstukken met betrekking tot de gezondheidszorg kennen wetenschappelijke aspecten. Zo bevat het rapport Grenzen van de gezondheidszorgeen hoofdstuk over financiële prikkels voor het bevorderen van de doelmatigheid van de gezondheidszorg. Bovendien bevat het rapport een kritische analyse van de opbouw van de gezondheidszorg, want ‘het signaleren van wetenschappelijke ontwikkelingen zijn functies binnen een groter geheel’ (Grenzen van de gezondheidszorg, a.w., p. 22).
 
7
Grenzen van de gezondheidszorg, a.w., hfdst. 9.
 
8
Het is in dit verband te memoreren dat Kasdorp al lang tamboereerde op besluitvorming als cruciale factor in de organisatie en beheersing van de gezondheidszorg. Zie zijn bijdrage in 1982 aan de bundel Gezondheidszorg onder druk; besluitvorming in een tijd van kostenbeheersing, Samsom, Alphen aan den Rijn.
 
9
Kiezen en delen, advies in hoofdzaken van de commissie Keuzen in de zorg (commissie-Dunning), 1991.
 
10
Dit uitgangspunt impliceert een opvatting van gezondheid als deelneming aan de samenleving. Daarnaast staan gezondheid als afwezigheid van ziekte (de professionele benadering) en gezondheid als evenwicht tussen wat een individu wil en kan (individuele benadering), respectievelijk de medische professie bepaalt de zorg en kiest of de individuele burger. Zie: Kiezen en delen, a.w., p. 15-17. Zie ook: Huber, M., Wat is gezondheid, verslag van een internationale conferentie, Gezondheidsraad, publicatie nr. A 10/04, Den Haag, 2010.
 
11
Een tweede niveau waarop volgens het plan-Simons (paragraaf 14.​4) keuzes in de zorg spelen, is het individuele, waar verzekerden en verzekeraar een polis afsluiten, waarbinnen afspraken en beperkte keuzemogelijkheden kunnen worden gemaakt. De verhouding tussen de wettelijke omschrijving van het basispakket en de polisvoorwaarden, respectievelijk het overheidsniveau en het individuele niveau van verzekerden en verzekeraar, is deze dat de polis aan de wet moet worden getoetst.
 
12
Medisch handelen op een tweesprong, Beraadsgroep Geneeskunde van de Gezondheidsraad, ’s-Gravenhage, 1991.
 
13
Zie voor een ingang tot deze discussie: Post, D., ‘Keuzen in de zorg: een lastige zaak’, in: Medisch Contact, 47 (1992), nr. 31/32, p. 899.
 
14
Medisch handelen op een tweesprong, a.w., samenvatting.
 
15
‘Gepast gebruik’, kabinetsstandpunt op de rapporten Kiezen en delenvan de commissie Keuzen in de zorg, en Medisch handelen op een tweesprongvan de Gezondheidsraad, in: Modernisering zorgsector: Weloverwogen verder, Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage, 1992, bijlage, p. 32.
 
16
Gepast gebruik, a.w., p. 32.
 
17
Gepast gebruik, a.w., p. 29.
 
18
Gepast gebruik, a.w., p. 29.
 
19
Zie bijvoorbeeld: Professioneel kiezen, Commissie Medische Ethiek van de KNMG, Utrecht, 1992, en Feddes, F., Schoffelen in de tuin van pijn en hoop, De Balie, Amsterdam, 1991.
 
20
Pauka, T. en P. van der Zant, Van publiekscampagne naar publieke discussie, slotessay, Slotmanifestatie Keuzen in de Zorg, Zwolle, 17-05-1995.
 
21
Pauka, T. en P. van der Zant, Van publiekscampagne naar publieke discussie, eindbalans van projecten, Slotmanifestatie Keuzen in de Zorg, Zwolle, 17-05-1995.
 
22
Pauka, T. en P. van der Zant, Van publiekscampagne naar publieke discussie, slotessay, Slotmanifestatie Keuzen in de Zorg, Zwolle, 17-05-1995.
 
23
Naaborg, R., Zoeklicht op de hartchirurgie, dissertatie, Rotterdam, 1979.
 
24
Pauka, T. en P. van der Zant, a.w.
 
25
Mulder, J., ‘Healthcare rationing in the Netherlands: the need for specific guidelines’, in: Medical Journal of Australia, 172 (2000), p. 329-331; Grinten, T.E.D. van der en J.P. Kasdorp, ‘Choices in Dutch health care: mixing strategies and responsibilities’, in: Health Policy, 50 (1999), p. 105-122.
 
26
Mulder, J., a.w., p. 320; Grinten, T.E.D. van der en J.P. Kasdorp, a.w., p. 116-117.
 
27
Zie hiervoor: Brouwer, W. en F. Rutten, ‘Economische evaluaties van volksgezondheid’, in: Lienden, H.W. van en J.M. Boot (red.), Economie van de volksgezondheid; zorg voor gezondheid = zorg voor welvaart, Van Gorcum, Assen, 2011, p. 193-213. Zie ook: Brouwer, W.B.F., ‘Het complexe dossier gepaste zorg’, in: ESB, 97 (2012), nr. 4644S, p. 1-6; ESB Dossier Gepaste Zorg, Sdu Uitgevers, Den Haag, 2012; Brouwer, W. en F. Rutten, ‘Op naar een effectieve afbakening van het basispakket: kansen en uitdagingen’, in: Schut, F.T. en M. Varkevisser (red.), Een economisch gezonde gezondheidszorg; KVS Preadviezen 2012, Sdu Uitgevers, Den Haag, 2012, p. 67-87; Brouwer, W.B.F. en F.F.H. Rutten. ‘De afbakening van het basispakket’, in: Zicht op zinnige en duurzame zorg, Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Zoetermeer, 2006.
 
28
‘Intentieverklaring betreffende een te ontwikkelen kwaliteitsbeleid opgesteld tijdens de Conferentie “Kwaliteit van Zorg”’, Leidschendam, 6 en 7 april 1989, in: Medisch Contact, 44 (1989), nr. 18, p. 605.
 
29
‘Afspraken over kwaliteitsbeleid, opgesteld tijdens de vervolgconferentie “Kwaliteit van Zorg”’, Leidschendam, 14 en 15 juni, 1990, in: Medisch Contact, 45 (1990), nr. 27/28, p. 871-873.
 
30
Bruikbaarheid van ISO-normen voor de ontwikkeling van kwaliteitssystemen, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1991.
 
31
Frissen, M.A.G. en S. van der Lans, ‘Kwaliteitsbeleid: de derde Leidschendamconferentie; de betekenis van de kwaliteitsdiscussie voor de medische beroepsgroep’, in: Medisch Contact, 50 (1995), nr. 17, p. 543-546. Zie ook het themanummer van TSGover kwaliteit van zorg (Stand van zaken over het denken, het beleid en het onderzoek op het terrein van kwaliteit van zorg), 73 (1995), nr. 4, en verder: Wagner, C., D.H. de Bakker en J. Dronkers, Kwaliteitssystemen in instellingen; de stand van zaken in 1995, NIVEL/NRV, Utrecht/Zoetermeer, 1995; Casparie, A.F., e.a. (red.), Handboek kwaliteit van zorg, De Tijdstroom, Utrecht, 1994.
 
32
Otten, R., ‘Kwaliteitsbeleid laat nog veel te wensen over; conferentie blikt terug op vijf jaar werken aan kwaliteit’, in: Medisch Contact, 50 (1995), nr. 26, p. 851-852; Casparie, A.F., ‘Landelijk kwaliteitsbeleid anno 1995; stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen’, in: Medisch Contact, 50 (1995), nr. 26, p. 853-856.
 
33
Kwaliteitssystemen in zorginstellingen: de stand van zaken in 2000, NIVEL, Utrecht, 2000; Overzichtstudie kwaliteitssystemen van beroepsbeoefenaren in de zorgsector 1990-2000, NIVEL, Utrecht, 2000; Regionaal Kwaliteitsbeleid; rapportage van regionale kwaliteitsconferenties, Verwey-Jonker Instituut, Utrecht, 2000. Verder: Gibbels, M., ‘Trage voortgang’, in: Zorgvisie, (2000), nr. 5, p. 28-32.
 
34
Zie bijvoorbeeld: Zorg van betekenis; een terugblik op 10 jaar kwaliteitsbeleid en aandachtspunten voor de toekomst, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, mei 2000; Schellekens, W.M.L.C.M. en J.J.E. van Everdingen, ‘Kwaliteitsagenda voor de toekomst; een voorstel voor de Leidschendamconferentie 2000’, in: Medisch Contact, 55 (2000), nr. 16, p. 583-586.
 
35
Zie bijvoorbeeld: Veer, A. de, C. Wagner, M. van Ooyen-Houben en M. Place, ‘Het gebruik van kwaliteitsindicatoren in de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg’, in: MGV Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 57 (2002), nr. 11, p. 1061-1069.
 
36
Nota Kwaliteit van Zorg, Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Rijswijk, 1991.
 
37
Zie verder: Verbogt, S., Hoofdstukken over gezondheidsrecht, Gouda Quint, Arnhem, 1992, hfdst. 3; Leenen, H.J.J., Handboek gezondheidsrecht, gezondheidszorg en recht, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1991, p. 96-101.
 
38
Zie hierover: Discussienota Kwaliteitsjaarverslag, Vaste Commissie Voortgangsontwikkeling Kwaliteitsbeleid van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1991.
 
39
Advies over Nota Kwaliteit van Zorg, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1991, p. 17.
 
40
Zie hiervoor: Leenen, H.J.J. en J.K.M. Gevers (bewerker), Handboek gezondheidsrecht; deel I: rechten van mensen in de gezondheidszorg, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2002 (4e, geheel herziene druk).
 
41
Advies over Nota Kwaliteit van Zorg, a.w., p. 17.
 
42
Advies Kwaliteitswet Zorginstellingen, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, 1992, p. 14; Regionale Afstemming, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer, 1992.
 
43
Advies Kwaliteitswet Zorginstellingen, a.w., p. 14.
 
44
Bering, R., ‘Ketenkwaliteit: focus op patiënten en processen’, in: Kwaliteit in beeld, 9 (1999), nr. 3. p. 7-14; Wagner, C. en G. Visser, ‘Ketenkwaliteit: grensoverschrijdende kwaliteitsbewaking’, in: Kwaliteit in beeld, 9 (1999), nr. 3, p. 2-4. Zie bijvoorbeeld: Klapwijk, E.Th., Op de voet gevolgd; de ketenkwaliteit van zorg voor kinderen met een ontwikkelingsstoornis (0-6 jaar), Inspectie voor de Gezondheidszorg, Den Haag, 2002; Staat van de gezondheidszorg 2003: van overlastbestrijding naar bemoeizorg; een onderzoek naar de kwaliteit van de ketenzorg voor zorgwekkende zorgmijders(deelrapport), Inspectie voor de Gezondheidszorg, Den Haag, 2003; Staat van de Gezondheidszorg 2003: ketenzorg bij chronisch zieken, Inspectie voor de Gezondheidszorg, Den Haag, 2004.
 
45
Zorg van betekenis; een terugblik op 10 jaar kwaliteitsbeleid en aandachtspunten voor de toekomst, a.w. En verder: Schellekens, W.M.L.C.M. en J.J.E. van Everdingen, a.w.; Gibbels, M., a.w.
 
46
Zie vooralsnog: Beusmans, G. en H. van Zutphen, ‘Transmuraal zorgmodel voor patiënten met een beroerte in de regio Heuvelland: op tijd, effectief en gewenst’, in: Schrijvers, G., e.a. (red.), Moderne patiëntenzorg in Nederland; van kennis naar actie, Elsevier gezondheidszorg, Maarssen, 2002, p. 119-128; Vlaanderen, C. van, F. Kapteijns-Stoop en Erica Bovenberg-Smalbraak, ‘Geïntegreerde diabeteszorg in de regio Gorinchem: continu, overzichtelijk en doelmatig’, in: Schrijvers, G., e.a. (red.), Moderne patiëntenzorg in Nederland; van kennis naar actie, a.w., p. 95-104. Zie ook: Kok, I. en H. Wennink, Ketenkwaliteit in de GGZ: verslag van een ontwikkel- en implementatieproject, Trimbos-instituut, Utrecht, 2004.
 
47
Zicht op Zorg, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 1999.
 
48
Schrijvers, A.J.P. (red.), Toegang tot de zorg; indicatiestelling in soorten en maten, De Tijdstroom, Utrecht, 1995.
 
49
Zorgindicatiebesluit; 2-10-1997, Staatsblad 1997, nr. 447 Hoogerduijn, J.G. en G. Schrijvers, ‘RIO, toegangspoort tot de zorg: regionale indicatiestelling en vernieuwing AWBZ’, in: TVZ Tijdschrift voor Verpleegkundigen, 113 (2003), p. 20-24.
 
50
Indicatiestelling ‘nieuwe stijl’, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 2000.
 
51
Indicatiestelling ‘nieuwe stijl’, a.w., p. 9.
 
52
Indicatiestelling ‘nieuwe stijl’, a.w., p. 8-9.
 
53
De ontvoogding van de AWBZ; rapport van de MDW-werkgroep AWBZ, Ministerie van Economische Zaken, mei 2000.
 
54
Brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer inzake modernisering AWBZ d.d. 27 juni 2000, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 2000.
 
55
Brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer inzake modernisering AWBZ d.d. 27 juni2000, a.w.; Nota aanspraken en uitvoeringsorganisatie AWBZ, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 2000.
 
56
EYC, Het speelveld van de WTG: strijd of samenspel, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 1999; Speelruimte en verantwoordelijkheid; notitie over de WTG, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 2000.
 
57
Speelruimte en verantwoordelijkheid; notitie over de WTG, a.w., p. 18.
 
58
Speelruimte en verantwoordelijkheid; notitie over de WTG, a.w., p. 26 e.v.
 
59
Uitvoeringstoets inzake Wet Exploitatie Zorginstellingen (WEZ), College voor Ziekenhuisvoorzieningen, Utrecht, 1999, p. 4.
 
60
Zie verder: Uitvoeringstoets inzake Wet Exploitatie Zorginstellingen (WEZ), a.w., p. 9-11; Wetsontwerp Exploitatie Zorginstellingen; memorie van toelichting, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 1999, p. 4-6.Hoewel voor de regiovisie geen voorgeschreven sjabloon gold, waren er wel belangrijke bouwstenen:– een beschrijving van de aard en de omvang van de huidige en de verwachte zorgvraag;– een beschrijving van de manier waarop daaraan tegemoet kon worden gekomen en wat dat betekende voor de organisatie van de zorgverlening;– het inzichtelijk maken van knelpunten tussen vraag en aanbod en het formuleren van mogelijke oplossingen;– een beschrijving van de vormen van zorg die prioriteit verdienden;– een beschrijving van de relaties die er waren met andere vormen van dienstverlening met een publieke taak, zoals wonen, vervoer en maaltijdverstrekking.
 
61
Uitvoeringstoets inzake Wet Exploitatie Zorginstellingen (WEZ), a.w., p. 11-12.
 
62
Uitvoeringstoets inzake Wet Exploitatie Zorginstellingen (WEZ), a.w., p. 13-14.
 
63
Preventiebeleid voor de volksgezondheid; praktische keuzen voor de jaren negentig, Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Rijswijk, 1992, p. 5.
 
64
Preventiebeleid voor de volksgezondheid; praktische keuzen voor de jaren negentig, a.w., hoofdstuk 3.
 
65
Zie verder voor het gezondheidsbeleid in de jaren negentig: Gezondheid met beleid, Kamerstukken II, 1991-1992, nr. 22459, nr. 1 en 2, Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage, 1991.
 
66
Volksgezondheid Toekomstverkenning1997; de som der delen, RIVM, Bilthoven, 1997.
 
67
Chronisch-ziekenbeleid, Kamerstukken II, 1990-1991, nr. 22025, nr. 1, Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage, 1991.
 
68
Chronisch-ziekenbeleid, a.w., p. 18-27.
 
69
Van mogelijk naar noodzakelijk; chronisch ziekenbeleid in de 21e eeuw, Nationale Commissie Chronisch Zieken, 1999.
 
70
Chronisch-ziekenbeleid,a.w., p. 27-29.
 
71
Beleidsbrief tweede fase chronisch-ziekenbeleid, VWS, Rijswijk, 23 december 1994.
 
72
Nationale Commissie Chronisch Zieken, Van, voor en door chronisch zieken; meerjaren beleidsplan 1996-1999, Zoetermeer, 1995, p. 11-13.
 
73
Van mogelijk naar noodzakelijk; chronisch ziekenbeleid in de 21e eeuw, a.w., bijlagen 3 en 4.
 
74
Beleidsbrief tweede fase chronisch-ziekenbeleid, a.w.
 
75
Preventiebeleid voor de volksgezondheid; brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 31 oktober 1995,Tweede Kamer, vergaderjaar 1995-1996, 22 894, nr. 10.
 
76
Preventiebeleid voor de volksgezondheid; brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 31 oktober 1995, a.w.
 
77
Gemeentelijke betrokkenheid collectieve preventie, Inspectie voor de Gezondheidszorg, Rijswijk, 1995.
 
78
Gemeentelijk gezondheidsbeleid beter op zijn plaats; advies van de commissie Versterking Collectieve Preventie, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Rijswijk, 1996, p. 16.
 
79
Idem, p. 26.
 
80
Idem, p. 23.
 
81
Idem, p. 13.
 
82
Actieprogramma ‘versterking gemeentelijk gezondheidsbeleid’, Tweede Kamer 1996-1997, 22 894, nr. 13; Notitie openbare gezondheidszorg, Tweede Kamer 1998-1999, 25 598, nr. 1.
 
83
Brief aan de voorzitter van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer inzake openbare gezondheidszorg,Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 15 augustus 2000.
 
84
Platform Openbare Gezondheidszorg, Spelen op de winst, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 2000.
 
85
Brief aan de voorzitter van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer inzake openbare gezondheidszorg, a.w.
 
86
Platform Openbare Gezondheidszorg, Spelen op de winst, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 2000, p. 8.
 
87
Brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer inzake openbare gezondheidszorg, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag, 17 maart 2000, p. 2.
 
88
Preventiebeleid voor de volksgezondheid; praktische keuzen voor de jaren negentig, a.w.
 
Metagegevens
Titel
15 Paars volksgezondheidsbeleid
Auteur
J.M. Boot
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8006-0_15