Skip to main content
Top

2007 | Boek

Observatietechnieken

Werkcahier Kwalificatieniveau 4

Auteur: Yvonne Morsink

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

Boekenserie : Skillslab-serie voor verpleegkundige en verzorgende vaardigheden

insite
ZOEKEN

Inhoudsopgave

Voorwerk
1 Informatie over het werkcahier
Samenvatting
Het meten van de lichaamstemperatuur *
Yvonne Morsink
2 Inleiding
Samenvatting
Je bent op de verjaardag van een tante en het gesprek gaat tijdens de koffie met gebak over ziekenhuiservaringen. Het is je al eerder opgevallen: wanneer men hoort dat je de opleiding verpleegkunde niveau 4 volgt, komen al snel de verhalen los…
Yvonne Morsink
3 Beginvereisten
Samenvatting
Om de te leren observatietechnieken correct uit te voeren en de gevonden waarden goed te kunnen interpreteren, is het belangrijk dat je het een en ander weet over de anatomie en fysiologie van de circulatie, de warmteregulatie en de ademhalingssystemen.
Yvonne Morsink
4 Het meten van de lichaamstemperatuur
Samenvatting
In dit hoofdstuk ga je je verdiepen in het hoe en wat van het meten van de lichaamstemperatuur. Ongetwijfeld heb je wel eens bij jezelf de temperatuur opgenomen, bijvoorbeeld als je grieperig was en warm aanvoelde. Een blik op de thermometer en het was meteen duidelijk of je koorts had of niet. Onder normale omstandigheden is het lichaam in staat de lichaamstemperatuur vrij constant te houden, om en nabij de 37 graden Celsius. Op een warme zomerse dag of als je flink aan het sporten bent en je het behoorlijk warm hebt, stijgt de lichaamstemperatuur nauwelijks. Het lichaam zorgt door transpiratie voor warmteafgifte, zodat de lichaamstemperatuur op peil blijft. Met andere woorden: het lichaam zorgt voor een goede balans tussen warmteontwikkeling en warmteafgifte.
Yvonne Morsink
5 Het observeren van de hartslag
Samenvatting
Wanneer je een sprintje hebt moeten trekken om nog net de laatste trein te halen en je hijgend op een bank neerploft, zul je je hart snel voelen kloppen. Door de extra inspanning die je hebt geleverd door te hollen, is er een toenemende zuurstofbehoefte waardoor het bloed sneller moet circuleren. Na een poosje voel je dat het bonzen ophoudt. Misschien heb je met sporten wel geleerd om op je hartslag te letten. Het kan namelijk belangrijk zijn om na te gaan hoelang het duurt voordat, na een intensieve training, je polsslag weer een normale frequentie heeft. Dit wordt ook wel de recuperatietijd genoemd.
Yvonne Morsink
6 Het observeren van de ademhaling
Samenvatting
Je hebt muziekles. Het is al laat, dus je moet hard fietsen om op tijd te komen. Hijgend kom je bij de muziekschool aan, nog net op tijd. Je speelt trompet en dat vraagt een goede ademtechniek; vandaar dat jullie altijd beginnen met ademhalingsoefeningen. Met schrik denk je terug aan die lekkere pizza. Zullen ze het ruiken? Je probeert zo te ademen, dat je adem zo min mogelijk te ruiken zal zijn. Je muziekleraar let echter scherp op en maant je tot een goede techniek. Maar het lukt niet zo best. Je bent nog aan het nahijgen en je ademt veel te krampachtig, omdat je bang bent dat ze je ruiken.
Yvonne Morsink
7 Het meten van de bloeddruk
Samenvatting
Het meten van de pols en de bloeddruk gebeurt om de algemene toestand van het hart- en vaatstelsel te evalueren en om te kijken hoe het lichaam reageert op andere systeemstoringen, bijvoorbeeld bij mensen met nierfunctiestoornissen.
Yvonne Morsink
8 Zelfevaluatietoets en trainingsbijeenkomst
Samenvatting
Deze zelfevaluatietoets is bedoeld om te kijken of je van de nieuwe vaardigheden voldoende weet, zodat je kunt gaan oefenen. De vragen zullen je bekend voorkomen als je gewend bent om jezelf, tijdens het studeren, regelmatig te controleren of je het nog begrijpt.
Yvonne Morsink
9 Practicum
Samenvatting
Het practicum gebruik je voor het ‘in de vingers krijgen’ van de vaardigheid. Door goed te oefenen, is het mogelijk om op school de meeste vaardigheden zo goed te beheersen dat het voor de zorgvrager en voor jezelf verantwoord is deze (onder begeleiding) toe te passen.
Yvonne Morsink
10 Oefenen tijdens de stage
Samenvatting
In plaats van in een veilige en rustige omgeving op school, ga je de geleerde vaardigheden nu in de, vaak drukke, praktijk verder oefenen. De drukte van alledag kan maken dat je probeert snel het werktempo op te pakken van de anderen om je heen. En ook dat je dan, bijna automatisch, probeert het gedrag van de andere verpleegkundigen na te doen. Je vergeet als het ware dat je op school al druk bezig bent geweest met het leren van de verpleegkundige vaardigheden.
Yvonne Morsink
Nawerk
Meer informatie
Titel
Observatietechnieken
Auteur
Yvonne Morsink
Copyright
2007
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-9430-2
Print ISBN
978-90-313-5041-4
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9430-2