Gepubliceerd in:
2007 | OriginalPaper | Hoofdstuk
4 Het meten van de lichaamstemperatuur
Samenvatting
In dit hoofdstuk ga je je verdiepen in het hoe en wat van het meten van de lichaamstemperatuur. Ongetwijfeld heb je wel eens bij jezelf de temperatuur opgenomen, bijvoorbeeld als je grieperig was en warm aanvoelde. Een blik op de thermometer en het was meteen duidelijk of je koorts had of niet. Onder normale omstandigheden is het lichaam in staat de lichaamstemperatuur vrij constant te houden, om en nabij de 37 graden Celsius. Op een warme zomerse dag of als je flink aan het sporten bent en je het behoorlijk warm hebt, stijgt de lichaamstemperatuur nauwelijks. Het lichaam zorgt door transpiratie voor warmteafgifte, zodat de lichaamstemperatuur op peil blijft. Met andere woorden: het lichaam zorgt voor een goede balans tussen warmteontwikkeling en warmteafgifte.