Top

Gepubliceerd in:

01-06-2002 | Casuïstische mededelingen

Neutropenie bij een pasgeborene: differentiaaldiagnose en therapie

Auteurs: E. J. d'Haens, M. Keessen, M. C. A. Bruin

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde | Uitgave 4/2002

Samenvatting

Aan de hand van een casus worden de differentiaaldiagnose en de aanpak van persisterende neonatale neutropenie besproken. De oorzaken van neutropenie na de geboorte kunnen in drie groepen verdeeld worden: verminderde productie, toegenomen afbraak of combinatie van beide.

Eerst dienen bacteriële en virale infecties te worden uitgesloten. Familieanamnese, maternale anamnese en lichamelijk onderzoek van de patiënt kunnen aanleiding zijn voor aanvullende diagnostiek.

De beschreven patiënt had een allo-immuunneutropenie. Bij deze aandoening maakt de moeder na sensibilisatie IgG-antistoffen tegen neutrofielspecifieke antigenen. Deze zorgen na transplacentaire overdracht voor verhoogde afbraak van foetale granulocyten. Het is een weinig voorkomende, zelfbegrenzende aandoening, die gepaard kan gaan met ernstige, levensbedreigende infecties.

Bij deze patiënt werden de ernstige recidiverende infecties behandeld met antibiotica. Daarnaast werd de neutropenie bestreden met granulocytenkoloniestimulerende factor (g-csf). Deze casus toont aan dat deze in de oncologie veel gebruikte groeifactor een veilig en effectief middel is om bij ernstige infecties de allo-immuunneutropenie te behandelen.

vorige artikel De comfort-schaal: een betrouwbare en valide meetmethode voor de mate van stress bij beademde prematuren

volgende artikel Zoutverlies en hyperkaliëmie bij een pasgeborene

Manroe B, Weinberg A, Rosenfeld C, et al. The neonatal blood count in health and disease. I: Reference values for neutrophilic cells. J Pediatr 1979;95:89-98.CrossRefPubMed

Dale DC. Neutrophil disorders: benigne, quantitative abnormalities of neutrophils. In:Williams WJ, Beutler E, Ersley AJ, et al. eds. Hematology. 4^th ed. New York: McGraw-Hill, 1990; 807-16.

Blanchette V. Hematology; neutropenia. In: Avery GB, Fletcher MA, MacDonald MG, et al. eds. Neonatology. Philadelphia: Lippincott, 1994;982-5.

Calhoun DA, Christensen RD. Recent advances in the pathogenesis and treatment of nonimmune neutropenias in the neonate. Curr Opin Hematol 1998;5:37-41.CrossRefPubMed

Bernini J. Diagnosis and management of chronic neutropenia during childhood. Pediatr Clin North Am 1996;43:773-92.CrossRefPubMed

Maklouf RA, Doron MW, Bose CL, et al. Administration of granulocyte colony-stimulating factor to neutropenic low birth weight infants of mothers with preeclampsia. J Pediatr 1995;126:454-6.CrossRef

Gray PH, Rodwell RL. Neonatal neutropenia associated with maternal hypertension poses a risk for nosocomial infection. Eur J Pediatr 1999;158:71-3.CrossRefPubMed

Mouzinho A, Rosenfeld C, Sanchez P, et al. Effect of maternal hypertension on neonatal neutropenia and risk of nosocomial infection. Pediatrics 1992;90:430-5.PubMed

Curnette JT. Disorders of granulocyte function and granulopoiesis. In: Nathan DG, Oski FA, eds. Hematology of Infancy and Childhood. Philadelphia: Saunders, 1993;904-79.

Von dem Borne AEGKr. Neutrophil alloantigens; nature and clinical relevance. Vox Sang 1994;67(Suppl 3):105-12.CrossRef

Kümmerle-Deschner J, Scheel-Walter HG, Speer CP. G-CSF-Behandlung eines Neugeborenen mit Alloimmunneutrozytopenie. Z Geburtsh Neonatol 1997;201:273-6.

Lalezari P. Alloimmune neonatal neutropenia. In: Engelfriet CPJ, Loghem JJ van, von dem Borne AEGKr, et al. eds. Immunohematology. Amsterdam: Elsevier, 1984;178-86.

Dale DC. Immune and idiopathic neutropenia. Curr Opin Hematol 1998;5:33-6.PubMedCrossRef

Gilmore M, Stroncek D, Korones D. Treatment of alloimmune neonatal neutropenia with granulocyte colony-stimulating factor. J Pediatr 1994;125:948-51.CrossRefPubMed

Rodwel R, Gray P, Taylor K, et al. Granulocyte colony stimulating factor treatment for alloimmune neonatal neutropenia. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed 1996;75:57-8.CrossRef

Latini G, Del Vecchio A, Roati E, et al. Different responses to granulocyte colony-stimulating factor treatment in siblings with alloimmune neutropenia. Acta Pediatr 1999;88:1407-9.CrossRef

Bedu A, Rohrlich P, Farnoux C, et al. Neonatal alloimmune neutropenias. Importance of treatment with granulocyte colony-stimulating factor(G-CSF). Report of two new cases. Arch Pediatr 1999;6:1297-301.CrossRefPubMed

Bedu A, Baumann C, Rohrlich P, et al. Failure of granulocyte colony-stimulating factor in alloimmune neonatal neutropenia. J Pediatr 1995;127:508-9.PubMed

August CS. Hematologic disorders. In: Stiehm ER, ed. Immunologic Disorders in Infants and Children. Philadelphia: Saunders, 1989; 651.

De Mattia D, Del Vecchio GC, Ferrannte P, et al. rhG-CSF in severe chronic neutropenia: succesful intermittent treatment in three infants. Pediatr Hematol Oncol 1997;14:277-80.CrossRefPubMed

Kuijpers TW, Haas M de, Groot CJ de, et al. The use of rh-G-CSF in chronic autoimmune neutropenia: reversal of autoimmune phenomena, a case history. Br J Haematol 1996;94:464-9.CrossRefPubMed

Dale DC, Bonilla MA, Davis MW, et al. A randomized controlled phase III trial of recombinant human granulocyte colony-stimulating factor (filgastrim) for treatment of severe chronic neutropenia. Blood 1993;81:2496-502.PubMed

Imashuku S, Hibi S, Kataoka-Morimoto Y, et al. Myelodysplasia and acute myeloid leukemia in cases of aplastic anaemia and congenital neutropenia following G-CSF administration. Br J Haematol 1995;89:188-90.PubMed

Bernini JC, Wooley R, Buchanan GR, et al. Low-dose recombinant human granulocyte colony-stimulating factor therapy in children with symptomatic chronic idiopathic neutropenia. J Pediatr 1996;129:551-8.CrossRefPubMed

Kocherlakota P, La Gamma EF. Preliminary report: rh-G-CSF may reduce the incidence of neonatal sepsis in prolonged preeclampsia-associated neutropenia. Pediatrics 1998;102: 1107-11.CrossRefPubMed

Calhoun DA, Christenensen RD. The occurrence of Kostmann syndrome in preterm neonates. Pediatrics 1997;99:259-61.CrossRefPubMed

Bux J, Behrens G, Jaeger G, et al. Diagnosis and clinical course of autoimmune neutropenia in infancy: analysis of 240 cases. Blood 1998;91:181-6.PubMed

Baehner RL. Umbilicus. In: Behrman RE, Kliegman RM, Arvin AM, et al. eds. Textbook of Pediatrics, 15^th ed. Philadelphia: Saunders, 1996;506.

Titel: Neutropenie bij een pasgeborene: differentiaaldiagnose en therapie
Auteurs: E. J. d'Haens
M. Keessen
M. C. A. Bruin
Publicatiedatum: 01-06-2002
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde / Uitgave 4/2002
Print ISSN: 0376-7442
Elektronisch ISSN: 1875-6840
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03061384

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen

Andere artikelen Uitgave 4/2002

Dopamine in lage dosis in de neonatale en pediatrische intensive care: is er nog een indicatie?

Serie wetensc happelijk onderzoek

Acute nierinsufficiëntie en nierfunctievervangende therapie na cardiopulmonale bypasschirurgie bij kinderen

Darminvaginatie bij kinderen

De comfort-schaal: een betrouwbare en valide meetmethode voor de mate van stress bij beademde prematuren

Een pasgeborene met pentalogie van Cantrell en frontonasale dysplasie