Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap 5/2014

01-05-2014 | Onderzoek

Het aiothotraject, 15 jaar na de start

Auteurs: Corine den Engelsen, Bart Knottnerus, Geert-Jan Dinant

Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 5/2014

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Den Engelsen C, Knottnerus BJ, Dinant GJ. Het aiothotraject, 15 jaar na de start. Huisarts Wet 2014;57(5):226–30.

Achtergrond

Sinds 1998 is het mogelijk om de huisartsopleiding te combineren met promotieonderzoek als ‘arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker’ (aiotho). Ons doel was in kaart te brengen hoe het aantal aiotho’s zich heeft ontwikkeld en hoeveel zij bijdragen aan de wetenschappelijke ontwikkeling van de huisartsgeneeskunde.

Methode

In de database van het landelijk aiothonetwerk bepaalden wij het totaal aantal aiothotrajecten tussen 1 januari 1998 en 1 juli 2012. In PubMed inventariseerden wij voor die periode het aantal huisartsgeneeskundig relevante publicaties waarin aiotho’s een aandeel hadden, en op basis van NHG-gegevens gingen wij na hoeveel aiotho’s deelnamen aan NHG-richtlijnwerkgroepen. De huidige werkzaamheden van oud-aiotho’s brachten wij in kaart met behulp van een vragenlijst.

Resultaten

Op 1 juli 2012 bevatte de database 81 aiotho’s en 34 oud-aiotho’s, naast 16 ex-aiotho’s die het onderzoek of de opleiding voortijdig beëindigd hadden. Van de oud-aiotho’s waren er 33 (96%) werkzaam als huisarts en 13 (39%) als onderzoeker. Van de ex-aiotho’s die voortijdig met hun onderzoek gestopt waren, was het merendeel werkzaam als huisarts, geen enkele als onderzoeker. Zowel het aantal gestarte als het aantal met succes afgeronde aiothotrajecten toonde een globaal stijgende lijn, tot respectievelijk 11 en 7 in 2011. Dat gold ook voor het aantal huisartsgeneeskundig relevante onderzoeksartikelen in PubMed met een aiotho als (co)auteur: 80 in de eerste helft van 2012. Aiotho’s hadden zitting in de richtlijnwerkgroepen van 13 (15%) NHG-richtlijnen die op 1 juli 2012 gepubliceerd waren, en van 6 (38% ) richtlijnen die op dat moment in herziening waren.

Conclusie

Aiotho’s leveren een groeiende bijdrage aan de wetenschappelijke ontwikkeling van de huisartsgeneeskunde in Nederland. Om uitval uit het promotietraject te verminderen zou meer aandacht kunnen uitgaan naar een goede onderzoeksopzet, een reële planning en goede begeleiding.
Literatuur
1.
go back to reference Del Mar C, Askew D. Building family/general practice research capacity . Ann Fam Med 2004;2 Suppl 2:S35–40. Del Mar C, Askew D. Building family/general practice research capacity . Ann Fam Med 2004;2 Suppl 2:S35–40.
2.
go back to reference Olde Hartman TC, Poels PJ, Licht-Strunk E, Van Weel C. Combining vocational and research training . Aust Fam Physician 2008;37:486–8. Olde Hartman TC, Poels PJ, Licht-Strunk E, Van Weel C. Combining vocational and research training . Aust Fam Physician 2008;37:486–8.
3.
go back to reference SBOH sociaal jaarverslag 2011: Opleiding huisartsen & specialisten ouderengeneeskunde. Utrecht: SBOH, 2012. SBOH sociaal jaarverslag 2011: Opleiding huisartsen & specialisten ouderengeneeskunde. Utrecht: SBOH, 2012.
4.
go back to reference Glanville J, Kendrick T, McNally R, Campbell J, Hobbs FD. Research output on primary care in Australia, Canada, Germany, the Netherlands, the United Kingdom, and the United States: bibliometric analysis . BMJ 2011;342:d1028.CrossRef Glanville J, Kendrick T, McNally R, Campbell J, Hobbs FD. Research output on primary care in Australia, Canada, Germany, the Netherlands, the United Kingdom, and the United States: bibliometric analysis . BMJ 2011;342:d1028.CrossRef
Metagegevens
Titel
Het aiothotraject, 15 jaar na de start
Auteurs
Corine den Engelsen
Bart Knottnerus
Geert-Jan Dinant
Publicatiedatum
01-05-2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Huisarts en wetenschap / Uitgave 5/2014
Print ISSN: 0018-7070
Elektronisch ISSN: 1876-5912
DOI
https://doi.org/10.1007/s12445-014-0121-y

Andere artikelen Uitgave 5/2014

Huisarts en wetenschap 5/2014 Naar de uitgave