Samenvatting
Ouder worden gaat gepaard met verliezen op lichamelijk, functioneel, cognitief en sociaal vlak. Toch blijkt, tegen de verwachting in, dat de meeste oudere mensen zich lang goed voelen. Men noemt dit de paradox van het ouder worden. De meeste ouderen hebben plezier in hun leven en zijn tevreden over zichzelf. Hoe slagen ze daarin? In onderzoek werd het subjectief welbevinden in verband gebracht met veranderingen in hersenactiviteit, het cognitief functioneren, de motivatie, de sociale context en de persoonlijkheid. Verschillende theorieën zien de verklaring in de vaardigheid en de motivatie van oudere volwassenen tot het reguleren van hun emoties. De beleving van emoties staat niet los van het cognitief functioneren. We geven door ons denken tot op zekere hoogte vorm aan ons gevoelsleven tegen de achtergrond van de doelen die we nastreven. Enkele typen van theorieën over emotieregulatie worden geschetst: zogeheten controletheorieën, de dynamische integratietheorie en de socio-emotionele selectiviteitstheorie.