Skip to main content
Top

2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk

3 Casus 17 De patiënt, de naasten en de huisarts

Auteurs : Drs. J. Schuurmans, Dr. C. W. Anbeek

Gepubliceerd in: Palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Kernpunten

  • Het is van belang dat een hulpverlener in zijn werk de balans tussen afstand en nabijheid weet te vinden en zich bewust is van enerzijds de kloof tussen en anderzijds de identificatie met de patiënt en hulpverlener.
  • Een passende houding van de hulpverlener met betrekking tot spirituele of existentiële vragen kenmerkt zich door bescheidenheid, openheid en aandacht.
  • Vier existentiële dimensies waar levensvragen zich kunnen voordoen zijn: verbondenheid vs. alleen zijn, vrijheid vs. verantwoordelijkheid, betekenis vs. betekenisloosheid en dood vs. eindigheid.
  • Het is van belang dat de hulpverlener aandacht besteedt aan patiënt, naasten en kinderen en samenwerkt binnen een eerstelijn behandelteam.
  • Het is van belang dat de hulpverlener zich bewust is van zijn eigen emoties en doet aan zelfzorg.
  • Na het overlijden dient contact te worden gehouden met de nabestaanden, in de wetenschap dat er net zoveel soorten rouw zijn als er mensen zijn.
Literatuur
go back to reference Brandsma F (2003) Kinderen in rouw: onder de oppervlakte. Huisarts Wet 9:522–3 Brandsma F (2003) Kinderen in rouw: onder de oppervlakte. Huisarts Wet 9:522–3
go back to reference Laarhoven H (2007) van. Leget C De vragen aan het einde Aandacht voor spiritualiteit in de palliatieve fase Medisch Contact 62:1898–1901 Laarhoven H (2007) van. Leget C De vragen aan het einde Aandacht voor spiritualiteit in de palliatieve fase Medisch Contact 62:1898–1901
go back to reference Leget C, Staps T, Geer J van de, Mur-Arnoldi CJ, Wulp M, Jochemsen H. Richtlijn spirituele zorg. In: Graeff A de, Bommel JMP van, Deijck RHPD van, Eynden B van den, Krol RJA, Oldenmenger WH, Vollaard EJ. Palliatieve zorg. Richtlijnen voor de praktijk. Heerenveen: Jongbloed (te verschijnen december 2010). Ook in te zien op www.pallialine.nl Leget C, Staps T, Geer J van de, Mur-Arnoldi CJ, Wulp M, Jochemsen H. Richtlijn spirituele zorg. In: Graeff A de, Bommel JMP van, Deijck RHPD van, Eynden B van den, Krol RJA, Oldenmenger WH, Vollaard EJ. Palliatieve zorg. Richtlijnen voor de praktijk. Heerenveen: Jongbloed (te verschijnen december 2010). Ook in te zien op www.​pallialine.​nl
go back to reference Puchalski CM et al (2009) Improving the quality of spiritual care as a dimension of palliative care: the report of the consensus conference. Journal of Palliative Medicine 12:885–904 Puchalski CM et al (2009) Improving the quality of spiritual care as a dimension of palliative care: the report of the consensus conference. Journal of Palliative Medicine 12:885–904
go back to reference Schmitz M (2001) Intelligent balanceren tussen distantie en betrokkenheid. Huisarts Wet 12:555–8 Schmitz M (2001) Intelligent balanceren tussen distantie en betrokkenheid. Huisarts Wet 12:555–8
go back to reference Veldhuis HM, Schuurmans J (2004) Rouwverwerking bij artsen. Ned Tijdschr voor Palliat Zorg 3:72–6 Veldhuis HM, Schuurmans J (2004) Rouwverwerking bij artsen. Ned Tijdschr voor Palliat Zorg 3:72–6
Metagegevens
Titel
3 Casus 17 De patiënt, de naasten en de huisarts
Auteurs
Drs. J. Schuurmans
Dr. C. W. Anbeek
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8414-3_19